Arbeidsvoorwaarden CAO beroepsgoederenvervoer 2019
29 november 2018
De huidige CAO voor het beroepsgoederenvervoer heeft een looptijd tot en met december 2019. Daarin staan dus ook afspraken die in het komende jaar hun beslag krijgen. Denk maar aan de loonsverhoging per januari 2019. In oktober 2018 bereikten de CAO-partijen bovendien een akkoord over de waarde van vakantiedagen, die eveneens per januari 2019 effect krijgen. In dit artikel praten wij je niet alleen bij over de wijzigingen in 2019, maar vragen wij ook jouw aandacht voor het persoonlijk keuzebudget (PKB). In het laatste loontijdvak van 2018 vindt namelijk de uitkering van de PKB-waarde plaats.
Salarisontwikkeling
De CAO-partijen zijn overeengekomen de salarissen binnen de CAO-termijn driemaal te verhogen. De aanpassingen betreffen de bedragen in de loonschalen A tot en met H, de verblijfskosten en de bruto toeslagen. Na de eerste twee verhogingen per 1 juli 2017 en per 1 januari 2018, steeds met twee procent, stijgen de lonen in de transportsector op 1 januari 2019 opnieuw met twee procent. De eindschalen stijgen overigens met 3,35 procent.
Waarde van vakantiedagen
In oktober 2018 zijn vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers in de transportsector het eens geworden over de waarde van vakantiedagen. Een uitspraak van het Europese Hof van Justitie vormde de aanleiding over dit onderwerp in gesprek te gaan. Het Hof had namelijk gezegd dat werknemers bij de loondoorbetaling tijdens vakantie aanspraak kunnen maken op overuren en toeslagen als die structureel onderdeel zijn van het loon.
De CAO-partijen hebben nu afgesproken dat zij met ingang van 1 januari 2019 de waarde van de twintig wettelijke vakantiedagen en van de twee bovenwettelijke vakantiedagen als volgt berekenen:
- Het functieloon van één dag wordt om te beginnen, vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag.
- Daar komt nog bij het gemiddelde bedrag dat de werknemer in het voorafgaande kalenderjaar per dag heeft ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37) de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art. 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55). In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90 procent van de totale waarde meegenomen in de berekening.
- Tot slot wordt daarbij opgeteld het gemiddelde bedrag dat jouw werknemer in het voorafgaande kalenderjaar per dag heeft ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75 procent van het functieloon.
Benieuwd naar voorbeeldberekeningen van de waarde van een vakantiedag? Neem dan eens contact op met een adviseur van Salaris en Personeel. Die kan tevens het verschil tonen tussen de berekeningswijze in 2018 en die in 2019.
Eenmalige bruto uitkering € 750 in 2019
Iedere werknemer in loonschaal A tot en met loonschaal H die gedurende het gehele kalenderjaar 2018 bij zijn werkgever in dienst is geweest en in dat jaar minimaal 100 uren heeft gewerkt waar een toeslag aan verbonden is, niet zijnde de ploegen- en de persoonlijke toeslag, heeft in 2019 recht op een eenmalige bruto uitkering van € 750. Deze zal worden uitgekeerd in drie termijnen van € 250 bruto, namelijk op 31 maart, op 30 juni en op 30 september 2019. Voorwaarde is wél dat jouw werknemer afstand doet van zijn rechten aangaande de vergoeding van de structurele toeslagen over de genoten vakantiedagen in de jaren 2014-2018.
Persoonlijk keuzebudget in 2019
Sinds 1 januari 2018 kent de transportsector het Persoonlijk Keuzebudget (PKB). De CAO-partijen willen met het PKB meer keuzevrijheid en ruimte voor de medewerker creëren om individuele wensen, ambities en doelen te realiseren die passen bij zijn of haar levensfase en/of omstandigheden. Het PKB bestaat uit twee vakantiedagen. Daarbij opgeteld worden de extra dagen die medewerkers ontvangen op grond van hun leeftijd of dienstjaren. Desgewenst kunnen werknemers ook nog bruto loon inleggen.
De medewerkers bouwen per betalingsperiode PKB op. Zij kunnen ook per betalingsperiode keuzes maken met het saldo dat zij tot dan toe hebben opgebouwd. Zij kunnen kiezen voor geld, vrije tijd of scholing. Indien werknemers geen keuzes maken, blijft de opbouw per betalingsperiode doorlopen tot het einde van het kalenderjaar. Het resterende PKB-saldo betaal je aan het einde van het kalenderjaar volledig aan hen uit. In december 2018 (of periode 13 van 2018) gebeurt dit voor de eerste keer.
Tot slot