Tussenkalftijd heeft nauwelijks invloed op het saldo
8 december 2020
De afgelopen decennia is er veel geschreven over de tussenkalftijd. Sommige onderzoekers vermelden dat een korte tussenkalftijd economisch voordeliger zou zijn dan een langere tussenkalftijd. Alfa heeft hiervoor de technische en financiële kengetallen van de melkveebedrijven geanalyseerd. Wat daaruit blijkt, is dat de tussenkalftijd nagenoeg geen invloed heeft op het saldo.
Voor dit onderzoek waren de veehouders verdeeld in twee groepen, namelijk de 25% laagste en 25% hoogste wat betreft de tussenkalftijd (verder: TKT). In de groep met de 25% laagste TKT is de gemiddelde TKT 389 dagen, bij de groep met de 25% hoogste bedraagt deze gemiddeld 447 dagen (zie tabel 1).
Melkproductie
De bedrijven met een lage TKT hebben een duidelijk hogere melkproductie dan de bedrijven met een hoge TKT. Dit scheelt 834 kg melk per koe. Omgerekend naar kg vet en eiwit produceren de bedrijven met een lage TKT 57 kg meer vet en eiwit per koe per jaar.
Omzet en aanwas
Bedrijven met een lage TKT realiseren een hogere post omzet en aanwas. Door de extra kalveren die geboren worden en het minder aankopen van vee, scoren de bedrijven met een lage TKT € 0,60 /100 kg melk hoger. De TKT heeft overigens maar een geringe invloed op de levensduur van de koeien. Bij een lage TKT is de leeftijd 4 maanden lager bij afvoer.
Voerkosten
De TKT heeft nauwelijks invloed op de totale voerkosten. De groep met de laagste TKT bespaart € 0,32 per 100 kg melk op krachtvoer en krachtvoervervangers. Daarentegen wordt er € 0,38 per 100 kg melk meer uitgegeven aan melkpoeder, mineralen en de aankoop van ruwvoer.
Kosten melkvee
Bij een hoge TKT zijn de melkveekosten € 0,17 per 100 kg melk lager. De melkveekosten zijn opgebouwd uit veeverbetering, diergezondheidskosten, stro- en strooiselkosten en overige veekosten. Bedrijven met een hoge TKT besteden € 0,27 per 100 kg melk minder aan diergezondheid en strooiselkosten. Daarentegen besteden deze veehouders € 0,11 per 100 kg melk meer aan veeverbetering en overige veekosten.
Bij een kortere TKT heeft een koe vaker te maken met de risico’s rondom de droogstand. Dit heeft betrekking op de risico’s bij het afkalven en de opstart van een nieuwe lactatie, zoals bijvoorbeeld het risico op het krijgen van melkziekte.
Conclusie
Kijk goed naar je eigen situatie en de capaciteit van je veestapel. Een lage TKT is alleen te behalen met een gezonde, vruchtbare veestapel. Voor bedrijven met melkkoeien die een hoge persistentie hebben, is het niet wenselijk om een lage TKT na te streven. De analyse van de cijfers toont in ieder geval aan dat de tussenkalftijd weinig tot geen effect heeft op het saldo!