Afval ontwateren, de specialiteit van het huis bij Avermann

29 april 2024 | Door:  Jeroen Scheffer

Het is geen alledaagse techniek die je tegenkomt bij Avermann in Emmen. De machinebouwer, onderdeel van de Duitse Avermann Groep, is daarentegen wel actief in een actuele branche: die van de recycling. Aan de Charles Darwinweg in Emmen produceert Avermann persen om afvalstromen te ontwateren. Die persen komen in veel branches te pas: zoals recyclingbedrijven, papierfabrieken en in biogasinstallaties.

Standaard producten liggen er niet op de plank bij Avermann in Emmen, zegt Wouter van der Pool. (“Ik heb meerdere rollen: ik ben operationeel manager, sales engineer en doe R&D.”) “Elk project wordt klantspecifiek samengesteld. Het hart van de machine is vaak wel standaard, maar de aanpassingen in de installatie en het integreren van de machine vergt altijd maatwerk.”

Water scheiden van het afval

De machines die in Emmen worden ontwikkeld en gebouwd, gaan de hele wereld over. Amerika, Zuid-Amerika en Engeland zijn grote markten. Wat die machines kunnen, is water scheiden van het oorspronkelijke afval. Wouter geeft een paar voorbeelden. “Water en recycling gaat niet goed samen. Je kunt je voorstellen dat een papierfabriek ook aan recycling doet. In die afvalstroom komen plastic, folies en stickers mee. Die pulp moet eerst worden droog geperst voordat je het verder kunt verwerken. De machines komen ook in de biovergisting door. Als supermarktafval wordt vergist, blijven er kunststoffen, vezels en andere niet verteerbare dingen over. Daar kun je wat mee maar het moet wel eerst droog geperst worden. Of neem de recycling van PET-flessen. Bij het wassen gaan al die etiketten eraf, die komen in een waterbak terecht waar pulp en plastic rommel worden gescheiden.”

‘Veel ontwikkelingen in de markt’

Continu komen er weer nieuwe toepassingen in beeld, weet hij. “De technologie gaat verder. Er komen elke keer weer nieuwe markten bij, die weer andere installaties met zich meebrengen. Er zijn veel ontwikkelingen in de markt.” Die vragen pakt Wouter samen met zes collega’s op. Een aantal monteurs in de buitendienst is verantwoordelijk voor de service op locatie.

De Nederlandse vestiging functioneert min of meer zelfstandig. “We zijn wel onderdeel van de groep, maar daar blijft het ook bij. We rapporteren naar de groep, maar het is niet heel veel anders dan een Nederlands bedrijf. Ook van cultuurverschillen hebben we geen last. Hooguit dat ik weleens merk dat in Nederland veel meer geautomatiseerd is. Je betaalt bijvoorbeeld in Duitsland nog heel veel met cash.”

Aantal problemen in de Randstad

Door een verhuizing van Dordrecht naar Emmen, drie jaar terug, kwam de Nederlandse tak de Duitse moeder letterlijk een flink stuk tegemoet. Wouter: “Je komt in de Randstad een aantal problemen tegen. We konden moeilijk een pand vinden dat aan onze eisen voldeed. En die panden zijn nog behoorlijk duur ook. Energiecontracten zijn lastig omdat het net vol zit. Daarnaast hadden we moeite met het aantrekken van personeel. En de salarissen liggen in het westen al gauw tien procent hoger. Naar Drenthe verhuizen was voor ons een goede keuze. Ik sta niet meer in de file. En mensen met een goede opleiding kunnen we hier nog steeds vinden. We groeien behoorlijk, maar we gaan niet te snel. Nieuwe mensen moeten toch eerst worden opgeleid.”

Ander accountantskantoor

De verhuizing naar het noorden van het land betekende ook: een ander accountantskantoor zoeken. “Onze vorige accountant kon niet zomaar meer even op de koffie komen. Je moet als accountant wel dicht op de praktijk zitten, vind ik. Kijk, het reguliere boekhoudwerk is prima te doen op afstand. Maar het gaat ook over branchespecifieke adviezen, over subsidiemogelijkheden, over hoe je afschrijvingen moet insteken. Je moet het bedrijf zien om het probleem te begrijpen.”

Accountant die Duits spreekt

Zo komt Alfa in Hoogeveen in beeld. “Ja, er zijn meer accountantskantoren. Maar we zochten ook specifiek een accountant die Duits spreekt. Dat is makkelijker omdat die accountant ook met onze Duitse eigenaar moet kunnen communiceren. Er zit weleens een verschil in het Nederlandse en het Duitse boekhoudsysteem. Heel veel dingen mogen juist wel of juist niet. Dat hebben we bij Alfa gevonden, in de persoon van onze klantbeheerder Jeroen Scheffer.”