Banner

Maatregelen voor particulieren - Prinsjesdag 2021

22 september 2021 | Door:  Dick Leeuw

De wijze van berekening van de belasting over het vermogen blijft (nog) onveranderd. Wel komt er een wijziging die gunstig kan zijn als je recent een woning hebt verkocht en met een nieuwe partner een woning gaat kopen.   

Tarieven box 3 – Sparen en beleggen

Zoals verwacht zijn er nog geen aanpassingen aan de wijze waarop belasting wordt geheven over vermogen. Dit wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet. Het tarief van box 3 blijft in 2022 gelijk aan het huidige tarief van 31 procent. Het heffingsvrij vermogen wordt iets verhoogd, naar 50.650 euro per persoon. De schijven blijven gelijk. Deze zijn in 2022:

Let op! Het heffingsvrij vermogen van box 3 is niet van invloed op het wel of niet krijgen van toeslagen, zoals zorgtoeslag, huurtoeslag of het kindgebonden budget. Daar gelden lagere vermogensgrenzen voor.

Afbouw hypotheekrenteaftrek eigen woning en andere aftrekposten

Sinds 2014 wordt het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek geleidelijk verlaagd voor zover de rente wordt afgetrokken tegen het hoogste inkomstenbelastingtarief in box 1. Dit tarief bedraagt 40 procent in 2022 (43 procent in 2021). In 2023 zal nog één keer een verlaging worden doorgevoerd, waardoor de hypotheekrente definitief aftrekbaar is tegen maximaal 37,05 procent. Dit percentage komt overeen met het tarief van de eerste schijf. Overigens geldt dit aftrekpercentage ook bij veel andere aftrekposten, zoals giften en alimentatie. De verlaging van de aftrek geldt niet voor een lijfrente of arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Betaal je geen of weinig rente omdat je geen of een kleine eigenwoningschuld hebt? Dan kun je gebruikmaken van de Hillen-aftrek. Deze aftrek wordt in 30 jaar afgebouwd en bedraagt voor 2022 86,67 procent (2021: 90 procent).

Eigenwoningforfait wordt lager

De eerder aangekondigde verlaging van het eigenwoningforfait wordt doorgezet. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning en wordt bij het inkomen geteld. Hierdoor stijgt de aftrekpost eigen woning. Tot 1.100.000 euro bedraagt het forfait in 2022 0,45 procent (0,50 procent in 2021) en boven 1.100.000 euro blijft het 2,35 procent. Deze verlaging is een compensatie voor de afbouw van de hypotheekrenteaftrek.

Aanpassen eigenwoningregeling in partnerschapssituaties

Sinds 2004 kennen we de bijleenregeling. In het kort komt deze erop neer dat de gerealiseerde overwaarde op de woning op lening voor de nieuwe woning in mindering moet worden gebracht. Deze winst wordt ook wel omschreven als de eigenwoningreserve (EWR). De nieuwe eigenwoningschuld (EWS) valt door de EWR lager uit en beperkt de renteaftrek. De bijleenregeling is zeer complex en pakt in sommige situatie onredelijk uit, waardoor een deel van de rente niet aftrekbaar is.

De nieuwe regeling beoogt deze onredelijkheid op te lossen. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van het doel van de regeling.

Voorbeeld:
A en B zijn ongehuwd en kopen een woning van 340.000 euro en gaan hiervoor een hypotheek aan van 300.000 euro. Zij financieren 40.000 euro uit het vermogen van A dat hij heeft verdiend met de verkoop van zijn vorige woning.

Tot en met 2021:

Aandeel van A in de hypotheek:                                                        € 150.000
Aandeel van A in de woning:                                                                € 170.000
Huidige eigenwoningreserve A:                                                        € 40.000 -/-
Maximale eigenwoningschuld A:                                                      € 130.000 -/-
Aandeel waarover geen renteaftrek bestaat:                           €   20.000

Maximale EWS van B:                                                                              € 170.000
Hypotheek van B:                                                                                       € 150.000 -/-
Niet benutte ruimte eigenwoningschuld:                                    € 20.000                              

Vanaf 2022:

Bij aankoop van de woning mag A ook de ruimte van B benutten, waardoor renteaftrek over de gehele eigenwoningschuld (300.000 euro) is toegestaan.

Naast een oplossing voor de bijleenregeling problematiek in specifieke situaties, is er ook een oplossing voor de zogenoemde aflossingsstand en het overgangsrecht van de bestaande eigenwoningschuld in het wetsvoorstel opgenomen.

Had je voor 1 januari 2013 al een eigenwoningschuld, dan mag je fiscaal nog een aflossingsvrije lening afsluiten met recht op renteaftrek. Als je in sommige gevallen met een partner een woning gaat kopen kan je op grond van de huidige regeling een deel van dit overgangsrecht verliezen. Dit wordt oplost met wetsvoorstel. Je mag dan het overgangsregime overdragen op jouw partner. Het overdragen is een keuze, omdat niet in alle gevallen een aflossingsvrije lening fiscaal voordelig is.

Naast een aanpassing bij aankoop is een ook een aanpassing voorgesteld voor de fiscale gevolgen bij overlijden voor de bijleenregeling en dergelijke.

De eigenwoningregeling wordt een stuk complexer maar ook rechtvaardiger. Laat je voor de aankoop goed voorlichten over de fiscale mogelijkheden en gevolgen door het wetsvoorstel.

Onvoorziene omstandigheden vóór verkrijging woning

Sinds 1 januari 2021 kent de overdrachtsbelasting drie tarieven, nul procent, twee procent en acht procent. De verlaagde tarieven (nul procent en twee procent) gelden alleen wanneer de woning gaat functioneren als hoofdverblijf. Dit betekent simpel gezegd, dat je er echt moet gaan wonen. Het komt in de praktijk geregeld voor dat de woning door onvoorziene omstandigheden niet als hoofdverblijf kan worden gebruikt. Bijvoorbeeld bij het verloren gaan van de woning, een echtscheiding, nieuwe baan en/of verlies van baan of overlijden.

Er is nu wettelijk vastgelegd dat als dergelijke onvoorziene omstandigheden zich voordoen na het sluiten van de koopovereenkomst het verlaagde tarief alsnog van toepassing is. Het kabinet wil ook in deze gevallen, onder voorwaarden, rekening houden met de onvoorziene omstandigheden.

Aanpassing antimisbruikbepaling overdrachtsbelasting

Sinds 1 april 2021 mag de startersvrijstelling (nul procent tarief) voor de overdrachtsbelasting alleen toegepast worden wanneer de waarde van de verkregen woning niet boven de 400.000 euro uitkomt. Een logische gedachte is om dan maar de woning in delen te krijgen. Dit is natuurlijk voorzien en daarom zijn er antimisbruikbepalingen in de wet opgenomen.

Echter in sommige gevallen is de wettekst niet helemaal duidelijk. De tekst wordt nu aangepast om duidelijk te maken dat, indien de waarde van de eerdere verkrijging en de opvolgende verkrijging(en) tezamen onder de woningwaardegrens (400.000 euro) valt, slechts overdrachtsbelasting is verschuldigd over de waarde van die opvolgende verkrijging. Ook wordt verduidelijkt dat de antimisbruikbepaling enkel de bedoeling heeft om het voordeel van de startersvrijstelling weg te nemen in het geval het totaal van de waarde van de verkrijgingen uitkomt boven 400.000 euro.

Tot slot wordt voorgesteld om de antimisbruikbepaling niet te laten gelden in geval van verkrijgingen van een woning door een erfgenaam of legataris of ingeval van een huwelijk.

Schenkingsvrijstelling eigen woning

De eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning van 105.302 euro wordt in de Prinsjesdag voorstellen niet afgeschaft. De daadwerkelijke hoogte van de vrijstelling in 2022 wordt aan het einde van 2021 bekendgemaakt.

Afschaffing van de scholingsaftrek en invoering van STAP-budget

Per 1 januari 2022 treedt de subsidieregeling Stimulans Arbeidsmarkt Positie (STAP-budget) in werking. Dan wordt ook de huidige fiscale aftrek van scholingsuitgaven afgeschaft. Kosten voor scholing komen met ingang van 1 januari 2022 niet meer in aftrek in de aangifte inkomstenbelasting 2022. In plaats daarvan kan gebruik worden gemaakt van de nieuwe subsidieregeling. Werkenden en niet-werkenden kunnen maximaal 1.000 euro (inclusief btw) budget aanvragen voor een scholingsactiviteit. Het budget kan een aanvulling zijn op andere tegemoetkomingen van bijvoorbeeld de werkgever, de gemeente of het UWV.

Wijziging inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) voor buitenlands belastingplichtigen

Buitenlands belastingplichtigen met een partner komen in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), terwijl dat niet altijd de bedoeling is. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die in Nederland werken, maar in het buitenland wonen met een niet-werkende echtgenoot en een kind onder de 12 jaar. Het kabinet wil de IACK-toekenning bij buitenlandse belastingplichtigen per 1 januari 2022 wijzigen door de uitzondering op het begrip fiscaal partner niet te laten gelden voor de IACK. Door deze aanpassing hebben ze geen recht meer op de IACK.

Dick Leeuw

Dick Leeuw

Belastingadviseur

088 2532778 | dleeuw@alfa.nl


Meer over Dick