Stikstof maatregelenpakket veehouderij
10 februari 2020 | Door: Bert Lowijs
In de Kamerbrief van 7 februari 2020 schetst minister Schouten een eerste maatregelenpakket voor de veehouderij:
- gerichte opkoop van bedrijven;
- aanpassing stallen;
- inzetten van coaches voor opkoop en aanpassing;
- een fonds voor omschakeling naar kringlooplandbouw;
- extensivering veehouderij rondom natuur;
- proefbedrijven ten behoeve van onderzoek;
- randvoorwaarden voor extern salderen;
- verleasen van stikstof;
- geen vergunningplicht voor beweiden en bemesten.
Opkoop bedrijven
Voor veehouderijen in of nabij Natura 2000-gebieden die vrijwillig willen stoppen, is € 250 miljoen beschikbaar. Provincies worden in de gebiedsgerichte aanpakken de regisseur om dit geld in te zetten en afspraken te maken over de herbestemming van gronden en sloop/sanering/herbestemming van gebouwen. De vrijkomende stikstofdepositie wordt gedeeltelijk ingezet voor onder andere het legaliseren van meldingen.
Veehouders die stoppen, gebruiken hun productierechten niet meer. Het niet meer inzetten van deze rechten zorgt voor een structurele vermindering van stikstofdepositie. Tegelijkertijd is het van belang dat er voldoende productierechten beschikbaar blijven voor boeren die zich willen ontwikkelen.
Bij het opkopen van veehouderijen door de overheid worden productierechten ingenomen en doorgehaald. Op het moment dat het aantal fosfaatrechten in de markt onder het productieplafond zit en er reductie van stikstofdepositie is bereikt, gaat het volgende gelden. Bij opkoop door de overheid wordt aan de veehouder de mogelijkheid geboden om een deel van zijn rechten ter overname beschikbaar te stellen aan veehouders die de keuze maken voor kringlooplandbouw of op een emissiearme manier willen uitbreiden. Hiervoor wordt een systeem uitgewerkt.
Bij opkoop van veehouderijen door private partijen ten behoeve van extern salderen zijn productierechten vrij verhandelbaar. Deze kunnen worden ingezet door een veehouder die hiervoor stikstofruimte heeft in zijn natuurvergunning. Hiervoor is geen wetswijziging nodig.
Aanpassing stallen
Voor het aanpassen van bestaande stallen is voor de komende 10 jaar € 172 miljoen beschikbaar. Hiervoor wordt onder andere een subsidieregeling geopend. Ook wordt de regelgeving (lees: de Regeling ammoniak en veehouderij) aangepast om versneld innovatieve technieken toe te laten. Hiertoe wordt een Taskforce ingesteld. Randvoorwaarden van innovaties zijn dat deze niet het risico vergroten op stalbranden of negatieve consequenties hebben voor dierenwelzijn. Innovaties zien op zowel bronmaatregelen, bijvoorbeeld het snel scheiden van mest en urine, als end of pipe-technieken.
Inzet coaches
Er komen geregistreerde, onafhankelijke bedrijfscoaches om veehouders persoonlijk te helpen om op hun bedrijf stikstofreducerende maatregelen te nemen en/of te begeleiden naar de diverse innovatie- en uitkoopregelingen. Er komen provinciale bijeenkomsten om met veehouders in gesprek te gaan over deze mogelijkheden.
Fonds
Bij het omschakelen naar kringlooplandbouw hoort een financieringsbehoefte. Onderzocht wordt hoe deze behoefte op basis van een fonds kan worden vormgegeven.
Extensivering veehouderij rondom natuur
Hoe dichter een veehouderij bij een Natura 2000-gebied zit, hoe hoger de depositie op dat gebied. Daarom kan verplaatsen naar een locatie verder weg van een natuurgebied een aantrekkelijke en zinvolle oplossing zijn. Provincies worden in de gebiedsgerichte aanpakken ook hiervan regisseur. Hierbij is altijd sprake van maatwerk, met inzet van de hiervoor beschikbare financiële middelen.
Proefbedrijven
Er komt een netwerk van proefbedrijven in de melkveehouderij voor onderzoek en kennisdeling om uitstoot van methaan en ammoniak te verminderen.
Randvoorwaarden extern salderen
Om regie te houden op extern salderen en ongerichte en ongecontroleerde opkoop te voorkomen, zal extern salderen moeten plaatsvinden binnen de gebiedsgerichte aanpakken door provincies. Dit maakt het mogelijk om veel effectiever benodigde en vrijkomende stikstofruimte met elkaar te verbinden. Er zijn immers altijd drie partijen betrokken bij extern salderen: de vrager van stikstofruimte, de aanbieder van stikstofruimte en de overheid als vergunningverlener.
Verleasen van stikstof
Het kabinet wil verleasen van stikstof mogelijk maken. Verleasen betekent dat een ondernemer een deel van zijn niet benutte stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis beschikbaar kan stellen aan iemand anders voor tijdelijke activiteiten waarbij stikstof vrijkomt. Voorwaarden hierbij zijn:
- de gerealiseerde capaciteit
- iemand kan (een deel van) de vergunde stikstofdepositie van bijvoorbeeld zijn bestaande stal verleasen als deze niet in gebruik is
- niet gerealiseerde capaciteit in de vergunning kan niet gebruikt worden om te verleasen
- gedurende de looptijd van de leaseovereenkomst kan 70% van de verleasde stikstofruimte worden ingezet
- Na beëindiging van het verleasen geldt weer de situatie van daarvoor.
Beweiden en bemesten
De inzet van het kabinet is, conform het advies van het adviescollege Stikstof, om beweiden en bemesten niet vergunningplichtig te maken. Voor een goede bedrijfsvoering zijn beweiden en bemesten immers noodzakelijk. Deze lijn zal worden ingebracht in de verschillende juridische beroepsprocedures die de komende maanden zullen plaatsvinden. Dit naar aanleiding van handhavingsverzoeken.