Gerrald Heijnen
Directeur/senior belastingadviseur
088 2531430 | gheijnen@alfa.nl
28 september 2021 | Door: Gerrald Heijnen
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erfbelasting en de schenkbelasting blijft de gemoederen bezighouden. In ieder geval drie zaken vragen op dit moment de aandacht:
De eerste twee genoemde punten zijn nogal tegenstrijdig. Het lijkt er op dat de Tweede Kamer er anders over denkt dan de ambtenaren op het Ministerie. Dit wordt een mooie testcase voor de in politiek Den Haag inmiddels beroemd geworden woorden 'macht en tegenmacht'. Omdat er bijna niets grilliger is dan de politiek, waag ik me niet aan voorspellingen. Het derde punt betreft rechtspraak en die is doorgaans beter te doorgronden. Wat is er interessant aan deze casus?
Zoals in bijna alle uitspraken hierover besliste het Gerechtshof Amsterdam dat verhuuractiviteiten geen onderneming vormen. Op dit vermogen is de BOR dan ook niet van toepassing. Tot zover niets nieuws. In deze casus was er ook sprake van projectontwikkeling. Op dat onderdeel was de BOR wel van toepassing. Ook geen nieuws.
Het Gerechtshof had vervolgens alle verhuurde panden ook een rol spelen in de projectontwikkelingsactiviteiten. Een ander gerechtshof heeft nu de opdracht van de Hoge Raad gekregen om dit uit te zoeken.
Ik ben erg benieuwd wat dat gerechtshof daarvan gaat vinden. In ieder geval kan de Belastingdienst niet zo maar stellen dat, in het geval ook aan projectontwikkeling wordt gedaan, alle verhuurde panden niet meedoen voor de BOR.
Interessant is dat de belastingplichtige daarin een behoorlijke keuzevrijheid heeft. Het voert te ver voor deze column om dat uit te leggen, maar de belastingdienst is daarbij gebonden aan rechtspraak over inkomstenbelasting. Wat inhoudt dat belastingplichtige 'de grenzen der redelijkheid in acht moet nemen' en binnen die grenzen volledige keuzevrijheid heeft. In ieder geval een lichtje aan de BOR-horizon voor ondernemers die de activiteiten van projectontwikkeling en verhuur combineren.
Dit artikel is geschreven door Teus van de Bospoort, die inmiddels niet meer bij ons in dienst is.