Intrekken natuurvergunning met niet in gebruik genomen latente ruimte
6 december 2022 | Door: Bert Lowijs
De Minister voor Natuur en Stikstof heeft op 25 november jl. in een Kamerbrief laten optekenen dat er paal en perk wordt gesteld aan het in gebruik nemen van latente ruimte. De reden hiervoor is dat deze ingebruikname een verslechterend effect kan hebben op Natura 2000-gebieden. Beleidsregels gaan dit verder regelen op het moment dat er voor intern salderen een vergunningplicht wordt ingevoerd (naar verwachting 1 januari 2024).
De vraag is echter of een wetswijziging de enige manier is om paal en perk te kunnen stellen aan het in gebruik nemen van latente ruimte. Uit een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 24 november jl. blijkt namelijk dat de Wet natuurbescherming een bevoegdheid kent om een natuurvergunning al dan niet gedeeltelijk in te trekken ter voorkoming van het in gebruik nemen van latente ruimte als deze ingebruikname een verslechterend effect heeft op Natura 2000-gebieden.
Een nog niet gerealiseerd dierenverblijf
Vorenbedoelde uitspraak ziet op een natuurvergunning voor onder andere een dierenverblijf die nog niet is gerealiseerd. Het in gebruik nemen van dit verblijf leidt tot een (gemitigeerde) toename van stikstofdepositie. Een natuurorganisatie had verzocht om intrekking van de vergunning voor dit dierenverblijf als maatregel om een (verdere) verslechtering van een Natura 2000-gebied te voorkomen. De provincie heeft dit verzoek afgewezen.
Bevoegdheid
De Wet natuurbescherming bevat een bevoegdheid om tot (gedeeltelijke) intrekking van een natuurvergunning over te gaan om verslechtering van Natura 2000-gebieden te voorkomen. Bij toepassing van deze bevoegdheid is er geen ruimte voor een afweging van belangen (belang vergunninghouder versus natuurbelang). Wel is er ruimte om niet tot intrekking over te gaan als andere maatregelen worden genomen om de verslechtering te voorkomen.
Uitspraak
De rechtbank heeft geoordeeld dat de provincie ten onrechte het verzoek heeft afgewezen, omdat onvoldoende duidelijk is of andere maatregelen dan de intrekking een (verdere) verslechtering van Natura 2000-gebieden voorkomt.
Essentie
De uitspraak maakt duidelijk dat de Wet natuurbescherming een bevoegdheid kent om verleende natuurvergunningen in te trekken. Deze bevoegdheid moet worden toegepast als niet duidelijk is wat de effecten van andere maatregelen dan intrekking zijn op het voorkomen van een verslechtering van Natura 2000-gebieden.
Het is gezien de uitspraak van belang om te beoordelen of een verleende natuurvergunning latente ruimte bevat en op welke wijze deze ruimte alsnog kan worden benut. Vanuit Alfa kunnen wij je hierbij ondersteunen vanuit het dichtstbijzijnde kantoor.
Voor actuele zaken rondom het stikstofdossier kan je de Stikstofpagina van Alfa raadplegen.