Banner

PAS: waar staat jouw bedrijf?

3 juli 2019

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van De Raad van State voorlopig een streep gezet door vergunningverlening op grond van de Wet Natuurbescherming middels het Programma Aanpak Stikstof (PAS).

De Raad van State vindt dat er op voorhand wetenschappelijk bewijs moet zijn dat de stikstofuitstoot op natuurgebieden daalt. Omdat dit bewijs ontbreekt is er met de uitspraak een streep gezet door alle lopende vergunningaanvragen op basis van het PAS. Met de uitspraak liggen naast de vergunningaanvragen en handhavingsbesluiten voor veehouderijen ook andere projecten zoals luchthavens, woningbouw en aanleg van wegen stil omdat een formeel toetsingskader ontbreekt. Langzaamaan brengt onze minister Schouten een aantal reacties naar buiten omtrent de uitspraak.

Verschillende situaties die van toepassing kunnen zijn

  1. Verleende vergunning Natuurbeschermingswet 1998 (onherroepelijk)

Dit is een vergunning verleend op basis van wetgeving van  voor het in werking treden van het PAS (2015). Wanneer deze vergunning onherroepelijk is,  mag je de activiteiten waarvoor deze vergunning is verleend, voortzetten.

  1. Verleende vergunning Natuurbeschermingswet 1988 of Wet Natuurbescherming verleend onder het PAS.

Als deze vergunning onherroepelijk is, mag je de activiteiten uit deze vergunning voortzetten. Heeft de provincie de vergunning wel aan je bedrijf verstrekt maar is bezwaar gemaakt dan is de vergunning nog niet onherroepelijk en is de kans heel groot dat de rechter op basis van de uitspraak van 29 mei 2019 de vergunning zal vernietigen. Jouw bedrijf valt eventueel terug op een eerder verleende vergunning voor natuur, maar in de meeste gevallen zal het zo zijn dat je het plan moet aanpassen en actie moet nemen om de gewenste dieren te mogen houden.

  1. Melding ingediend of vergunningaanvraag ingediend en nog in behandeling

De vergunningaanvraag/melding wordt,  op basis van de uitspraak van 29 mei niet in behandeling genomen. Wellicht krijg je de vraag van de provincie om de vergunningaanvraag aan te passen, zodat deze wel vergunbaar wordt, of om de aanvraag in te trekken. Dit laatste kan je legeskosten besparen. Heb je geen vergunning voor natuur waarop je kunt terugvallen, dan moet je formeel een nieuwe aanvraag indienen om de gewenste dieren te mogen houden.

  1. Melding (vergunningvrij) onder het PAS zonder onderliggende vergunning

Heb je toestemming om dieren te mogen houden geregeld met een melding op grond van het PAS? Dan kan je daar na de uitspraak van de Raad van State geen rechten meer aan ontlenen. Bedrijven die zo’n melding hebben gedaan zijn alsnog vergunningsplichtig.

  1. Melding onder het PAS met onderliggende vergunning

Heb je wel een eerder verleende vergunning in het kader van natuur, maar vervolgens daarop een toename in aantal dieren gemeld onder het PAS omdat het toen vergunningvrij was? Dan kan je aan deze melding geen rechten ontlenen. Je mag niet meer dieren houden dan in de oude onherroepelijke vergunning zijn opgenomen.

  1. Geen vergunning voor natuur

Wanneer je nog helemaal geen vergunning voor natuur hebt, dan moet je alsnog een vergunning aan  vragen om het houden van dieren te legaliseren.  In principe kan een vergunning verleend worden als aangetoond kan worden dat het bedrijf geen negatieve gevolgen heeft voor de natuur sinds aanwijsdatum van het gebied (1994,2000 en/of 2004). Op dit moment worden vergunningaanvragen echter niet in behandeling genomen.  In de uitspraak wordt ook ingegaan op het huidige rekenprogramma voor berekening van stikstofdepositie (AERIUS calculator). Het is nog onduidelijk of de provincies voor nieuwe/gewijzigde aanvragen dit rekenprogramma blijven gebruiken. 

Provinciale verordeningen natuur

Enkele provincies hebben naast het PAS / Wet Natuurbescherming zelf nog aanvullende regels in de vorm van een provinciale verordening opgesteld. Ondanks het vernietigen van een groot deel van het PAS, blijven de regels uit de provinciale verordeningen wel gelden. Een groot deel van de melkveebedrijven in de provincie Noord-Brabant zal dus formeel een vergunningaanvraag in moeten dienen voor 1 januari 2020.

Beweiden en bemesten

Voor beweiden en bemesten in/nabij Natura 2000-gebieden was onder het PAS geen vergunning nodig, omdat deze activiteiten een geringe extra stikstofuitstoot met zich meebrengen. Schouten gaf eerder in een Kamerdebat al aan tegen een vergunningplicht voor beweiding en bemesting te zijn en dat ze daarover nog afspraken moest maken met gemeenten en provincies. Na dat overleg is besloten dat in ieder geval dit seizoen niet actief gehandhaafd zal worden op de vergunningplicht.

Extern salderen als mogelijke (tussen)oplossing?

Deze methode was voor het inwerking treden van het PAS mogelijk. Het gaat hierbij om gebruik van ammoniakrechten van stoppende bedrijven om een toename van depositie op een natuurterrein te compenseren. Hierbij dient een berekening te worden gemaakt om de effecten inzichtelijk te maken. De Raad van State geeft aan dat er extra voorwaarden gelden bij het extern salderen. Het stoppende bedrijf moet: