Stand van zaken Lbv en Lbv-plus

24 juli 2024 | Door:  Jantina Oerlemans

Inmiddels zijn we al een aantal maanden verder sinds de start van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en Lbv-plus. De voortgang van de  veehouders die zich hebben aangemeld voor de regelingen wordt bijgehouden door RVO.  Hoeveel veehouders hebben zich aangemeld en wat is de status van de aanmeldingen? En welke acties moeten veehouders ondernemen  na ondertekening van de overeenkomst? Wij leggen het uit.

Aanvragen indienen

Op 3 juli 2023 zijn de Lbv en Lbv-plus door RVO opengesteld. Aanmelden voor de Lbv is niet meer mogelijk, maar de termijn voor het aanvragen van de Lbv-plus is verlengd tot en met 20 december 2024.

Reden voor deze verlenging is dat er later dit jaar meer regelingen komen inzake de aanpak piekbelasting, zoals  voor verplaatsing en innovaties (lees: Voortgang aanpak piekbelasting ). Hierdoor zijn straks verschillende regelingen tegelijk beschikbaar en kan er door veehouders een betere keuze worden gemaakt welke regeling het meest geschikt is ten aanzien van hun onderneming.

Huidige status

Op de site ‘Lbv en Lbv-plus actueel (rvo.nl)’  houdt RVO actuele cijfers bij van de aanvragen Lbv en Lbv plus. Hieronder de stand per medio juli.

Lbv-plus

In totaal zijn er 755 aanvragen ingediend, waarvan op dit moment voor 647 aanvragen een beslissing is genomen, namelijk:

• 607 aanvragen toegekend;
  • Waarbij 246 overeenkomsten getekend retour ontvangen
• 40 aanvragen afgewezen;

Lbv

In totaal zijn er 656 aanvragen ingediend, waarvan op dit moment voor 579 een beslissing is genomen, namelijk:

• 518 aanvragen toegekend;
  • 63 overeenkomsten getekend retour ontvangen
• 61 aanvragen afgewezen;

Belangrijke aandachtspunten

Het is belangrijk om na ondertekening van de overeenkomst aan de voorwaarden te voldoen. Er is een aantal harde termijnen door de overheid gesteld, waarbinnen zaken geregeld of in gang gezet moeten zijn, namelijk:

• Binnen 12 maanden na het ondertekenen van de overeenkomst:
  • Geen landbouwhuisdieren meer op de locatie aanwezig;
  • Verpompbare en vaste dierlijke mest dient te zijn afgevoerd;
  • De productierechten dienen te vervallen, zoals vermeld in de beschikking die is ontvangen (varkens en pluimvee minimaal 80% en melkvee minimaal 95%);
  • Bij een meldingsplicht dient bij de gemeente te worden gemeld dat er geen landbouwhuisdieren worden gehouden op de locatie;
  • Is er sprake van een omgevingsvergunning (met beperkte milieutoets)? Deze dient te worden ingetrokken of gewijzigd;
  • Heeft u een vergunning Wet natuurbescherming? Deze dient te worden ingetrokken of te worden gewijzigd. Wanneer er na het beëindigen andere activiteiten zullen worden uitgevoerd die zorgen voor stikstofneerslag, dan mag deze stikstofuitstoot maximaal 15% zijn van de uitstoot uit de vergunning die gold voor de veehouderij;
  • Aan laten passen omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan).
• Binnen 28 maanden na ondertekening:
  • Slopen/verwijderen van de dierenverblijven, mest- en voeropslagen. Het gaat daarbij om de gebruikte dierenverblijven voor het houden van varkens, kippen, kalkoenen, melkvee en vleeskalveren. Let op: dit mag pas als de NVWA heeft geconstateerd dat er geen dieren meer aanwezig zijn en geen mest meer aanwezig is op de locatie.

Wil je in aanmerking komen voor uitbetaling van de voorschotten op het subsidiebedrag, dan moet tijdig de controles op bovenstaande punten plaatsvinden en de onderliggende bewijsstukken in worden gediend bij RVO. Ook hier zijn weer termijnen aan gesteld.

In sommige gevallen is het mogelijk om naast de Lbv gebruik te maken van de Rood-voor-Rood regeling. Per gemeente zal moeten worden bekeken wat de mogelijkheden hierin zijn.

Meer weten?

Wanneer er nog vragen zijn over bovenstaande, dan kun je contact opnemen met een locatie bij jou in de buurt.