Gerrald Heijnen
Directeur/senior belastingadviseur
088 2531430 | gheijnen@alfa.nl
27 november 2019 | Door: Gerrald Heijnen
Met enige regelmaat komt de vraag voor of het mogelijk is een kind te onterven. De achtergrond van de vraag is divers. In sommige gevallen is het simpelweg omdat het kind al een voorschot heeft gehad op de erfenis. In andere gevallen is de reden meer emotioneel beladen. Zo kan er sprake zijn van een breuk met de familie of van een (geestelijke) handicap of verslaving. Tot slot kan de onterving een financiële achtergrond hebben. Maar is onterving eigenlijk wel mogelijk?
In tegenstelling tot wat wel wordt gedacht is het mogelijk om een kind te onterven. Ouders kunnen hun kind onterven door dit in een testament vast te leggen. In de wet is echter wel geregeld dat een kind bezwaar kan maken tegen de onterving en een beroep kan doen op zijn of haar legitieme portie. De legitieme portie is een geldbedrag dat de helft van het normale erfdeel van het kind bedraagt.
Voorbeeld: een ouder laat twee kinderen na maar heeft in zijn testament één van zijn kinderen onterfd. Dit kind doet een beroep op de legitieme portie. Zijn normale erfdeel zou 50% zijn geweest. De legitieme portie bedraagt dan 25%.
Bij de berekening van de legitieme portie worden schenkingen die in het verleden zijn gedaan meegeteld. Stel dat de erfenis 50.000 euro is en de ouder bij leven aan het andere kind 200.000 euro heeft geschonken. Dan zou de erfenis zonder die schenking 250.000 euro hebben bedragen. De legitieme portie is 25% hiervan, dus 62.500 euro. Dit betekent dat de hele erfenis van 50.000 euro alsnog naar het onterfde kind gaat. Het andere kind moet nog 12.500 euro terugbetalen aan het onterfde kind.
Het beroep op de legitieme portie kan tot vijf jaar na het overlijden worden gedaan. Het onterfde kind moet zelf in actie komen. Doet hij of zij dit niet binnen die vijf jaar, dan is de onterving definitief. In principe moet het geld direct worden uitbetaald aan de legitimaris, dus het kind. Als de overleden ouder nog een echtgenoot of echtgenote heeft, kan de legitieme portie pas worden opgeëist na overlijden van de langstlevende ouder.
Vaak willen ouders hun kinderen bij schenkingen gelijk behandelen. In de praktijk is dat niet altijd mogelijk. Een voorbeeld: het ene kind komt in aanmerking voor de verhoogde schenkingsvrijstelling omdat hij of zij een woning gaat kopen, terwijl de andere kinderen nog geen eigen woning hebben. Er kan dan bij de schenking worden bepaald dat deze moet worden ingebracht in de nalatenschap. Hiermee worden de kinderen als het ware weer gelijkgetrokken bij overlijden.
Deze inbrengverplichting moet dan wel tegelijk met de schenking schriftelijk zijn bepaald. Is er bij de schenking niets geregeld, dan kunnen ouders dit achteraf bij testament alsnog bepalen. Soms is aan één kind al zoveel geschonken dat ouders willen bepalen dat wat er nog over is voor de andere kinderen is. Onterven van een kind is dan ook een optie.
Ouders met een gehandicapt kind dienen vaak moeilijke en emotionele beslissingen te nemen. Vaak wordt de verzorging van het kind betaald door de Wlz/Wmo. Als het kind een erfenis ontvangt, dan telt dit bedrag mee voor het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage voor de Wlz/Wmo. Het geërfde vermogen verdampt hierdoor als het ware. Een optie kan dan zijn om het kind te onterven. De kantonrechter kijkt mee met de nalatenschap waarin een gehandicapt kind erfgenaam is. Omdat de kantonrechter nagenoeg altijd vindt dat een gehandicapt kind minimaal zijn legitieme portie moet krijgen, is het wellicht beter om het kind erfgenaam te maken voor de legitieme portie.
Meestal zal het kind ook niet in staat zijn het geld te beheren. Het is dan raadzaam om in het testament een speciale bewindregeling op te nemen, die pas eindigt bij overlijden. Je wijst dan iemand anders aan om het geld dat je kind van jou erft te beheren.
Tot slot is er een risico dat een gehandicapt kind eerder komt te overlijden, zonder dat hij/zij een partner of kinderen heeft. In dat geval zijn de erfgenamen van het gehandicapte kind de broers en zussen. En dat is een dure vererving. Om deze dure vererving te voorkomen, kun je in het testament een tweetrapsconstructie opnenemen. Daarmee erven de andere kinderen als het ware weer van jou, tegen het lage tarief.
Om een gehandicapt kind te laten meedelen in de erfenis, zijn ook nog alternatieve regelingen denkbaar.
Ook een kind dat niet gehandicapt is kan een uitkering ontvangen, waarbij wordt gekeken naar het vermogen. Op het moment dat dit kind een erfenis ontvangt kan het zijn dat de uitkering stopt. Ook dan kan onterving een optie zijn.
Mocht je je kind niet willen onterven, dan is het wellicht in deze situatie wel verstandig om een bewindregeling te treffen (zoals hiervoor genoemd). Dit zou bijvoorbeeld ook een optie kunnen zijn bij een kind met een verslaving.
Voor een echte onterving is een testament altijd noodzakelijk. Onterving is een beladen onderwerp. Aan het onterven van een kind gaat vaak een lange, emotionele weg vooraf en de gevolgen zijn vaak voor de hele familie ingrijpend. Het is daarom goed om erover te praten en te kijken of je je wensen ook anders kunt invullen om tegemoet te komen aan je zorgen. In sommige gevallen kan een goed overleg helpen. Wil je hulp bij dit overleg of advies over de verschillende mogelijkheden van onterving? Laat je dan voorlichten door een van onze adviseurs.
Dit artikel is geschreven door Yvonne van Zutphen, die inmiddels niet meer bij ons in dienst is.
Erfenis bij een scheiding
Het familiefonds: wel schenken, maar niet de zeggenschap kwijtraken
Een erfenis beneficiair aanvaarden; waarom en hoe?