Nico Verhagen
Senior fiscaal adviseur
088 2532258 | nverhagen@alfa.nl
19 april 2021 | Door: Nico Verhagen
De regel van 72 is een handige regel om te berekenen hoe snel jouw vermogen zich kan verdubbelen bij een bepaald rendement. Dat is leuk om te weten als je een groot bedrag op de bank hebt staan, maar het is ook van belang bij de vraag: hoeveel geld heb ik te besteden als ik stop met werken? Als je ieder jaar een bedrag opzij zet voor je pensioen, hoeveel vermogen is er dan opgebouwd en hoe lang kan je daarvan leven?
Het is een vuistregel. Stel je gaat uit van een jaarlijks rendement van 6%. Vervolgens pak je het getal 72 en dit deel je door 6. De uitkomst is 12. Je vermogen verdubbelt zich dan in 12 jaar. Ga je uit van een jaarlijks rendement van 4%. Dan kom je uit op 18. Het duurt dan dus 18 jaar voordat je vermogen zich verdubbelt. Zo kun je berekenen dat bij een rente van 1% het 72 jaar duurt voordat je vermogen zich heeft verdubbeld. Belangrijk om hierbij in de gaten te houden is dat de regel van 72 uitgaat van herbelegging. Wanneer je dus vandaag € 10.000 investeert tegen een rendement van 6%, dan is de veronderstelling dat je aan het eind van het jaar het rendement, in dit voorbeeld 6%, weer gaat herinvesteren tegen 6% (rendement op rendement). In de praktijk is dit nog weleens een probleem.
In 2012 was de spaarrente nog 3%. Wanneer je toen € 10.000 op een spaarrekening zette met de bedoeling om je spaarvermogen in 24 jaar te zien verdubbelen, dan heb je dus nu een probleem. Want wanneer je de rente die je nu ontvangt weer op een spaarrekening zet, dan kost het de nodige moeite om 1,5% rente te krijgen. Nu had je in 2012 een doelstelling over 24 jaar, dus tot 2036. Wanneer je nu in 2021 de ontvangen rente op een spaarrekening gaat zetten, heb je dus nog 15 jaar te gaan. Je zou dan kunnen kiezen voor een spaardeposito waarbij het geld en de rente 15 jaar vast staat. Een rente van 1,5% lijkt dan haalbaar.
Je kunt de regel van 72 ook gebruiken om het effect van inflatie zichtbaar te maken. Bij een inflatie van 2% duurt het dus 36 jaar voordat de prijzen verdubbeld zijn. Wanneer je geen rendement op je vermogen maakt, kun je dus over 36 jaar met je huidige vermogen nog maar de helft kopen van wat je er nu mee kunt kopen. Dit is een belangrijk gegeven om in de gaten te houden voor mensen die willen rentenieren.
Bij financiële planning komt bij mensen rond de pensioengerechtigde leeftijd, en tegenwoordig gelukkig ook al eerder, vaak de vraag naar boven hoeveel geld ze nodig hebben voor een onbezorgde oude dag. Bij ondernemers is het uitgangspunt dan meestal dat er alleen vermogen is en dat er geen oudedagsvoorzieningen als pensioen of lijfrenten aanwezig zijn. De vraag is dan “Wat kun je doen met één miljoen?”
Krijg je met 67 jaar AOW en wil je dan stoppen met werken, dan zou je uit kunnen gaan van een levensverwachting van 92 jaar. Je wilt dan 25 jaar van je geld leven. Gaan we er bij sparen vanuit dat je, na aftrek van belasting, geen rendement maakt dan kun je ervan uit gaan dat je € 1.000.000/ 25 is € 40.000 per jaar gedurende 25 jaar ter beschikking hebt. Maar wat koop je dan hiervoor in het laatste jaar?.
Over 25 jaar zijn bij een inflatie van jaarlijks 2% de prijzen met 64% gestegen. Je koopt op dat moment dus duidelijk minder met je jaarlijkse opname van € 40.000. Je zou kunnen zeggen dat deze € 40.000 dan nog maar een koopkracht heeft van € 24.390 in huidig geld.
Wil je ieder jaar bij een inflatie van 2% een toelage hebben waarvan de koopkracht gelijk blijft dan zul je dus je toelage jaarlijks met 2% moeten verhogen. Wanneer je dan gedurende 25 jaar dezelfde koopkracht wilt hebben en bij het begin beschikt over € 1.000.000 dan zul je dus met een lagere aanvangstoelage moeten beginnen. In dit voorbeeld zou de aanvangstoelage dan € 31.225 moeten zijn. Wanneer je deze jaarlijks met 2% verhoogt dan is de toelage over 25 jaar € 50.223. De koopkracht van de jaarlijkse toelage is dan jaarlijks € 31.225 gemeten naar het prijsniveau van 2021. En niet te vergeten over 25 jaar is het miljoen op!
Om goed inzicht te krijgen in je financiële situatie en om je koopkracht voor de komende jaren tot ver na je pensioenleeftijd te berekenen werken wij bij Alfa met een PFO (Persoonlijk Financieel Overzicht).
In dit overzicht krijg je een gedetailleerd overzicht van je financiële positie op dit moment en je inkomsten en uitgaven en de aanwezige oudedagsvoorzieningen. Hiermee maken wij inzichtelijk wat je inkomen kan zijn na je pensionering, maar bijvoorbeeld ook bij eerder stoppen met werken of wanneer je wilt rentenieren of je bedrijf wenst te verkopen of over te dragen aan je kinderen.
In deze overzichten kunnen we ook rekening houden met inflatie en laten zien hoe je verstandig met je vermogen en inkomen kunt omgaan om een financieel gezonde oude dag voor te bereiden. Bij een bedrijfsovername kan je PFO je inzicht verschaffen over welke koopsom je nodig hebt om financieel onafhankelijk je oude dag door te brengen.
Wanneer je schenkingen aan de kinderen wil doen kun je met een PFO bepalen hoeveel vermogen je nog zelf nodig bent en wat je dan desgewenst zou kunnen schenken aan je kinderen. Ook kun je het PFO gebruiken om te beoordelen of en hoe beleggen een onderdeel kan zijn of worden van je financiële planning. Zo kun je voor verschillende delen van je vermogen een beleggingshorizon bepalen en vervolgens met een beleggingsdoel aan het beleggen gaan.
Zo zijn er nog veel varianten te bedenken waarbij een PFO inzicht en helderheid kan verschaffen over je financiële situatie nu en de verwachte financiële situatie in de toekomst.
Heb je belangstelling voor een PFO vraag er dan eens na bij je klantbeheerder bij Alfa of de financiële planner van je vestiging en uiteraard mag je ook rechtstreeks contact opnemen met mij.
Nico Verhagen is Register Belastingadviseur en lid van de specialistengroep financiële planning binnen Alfa Accountants en Adviseurs. Daarnaast is Nico Wft gediplomeerd pensioenadviseur en beschikt Nico over kennis en diploma’s met betrekking tot beleggen waaronder het MIFID II/ESMA Kennisexamen Adviseren Beleggen Maatwerk.