Jeroen van den Hengel
Bedrijfskundig adviseur
Deze pagina vertelt je in één oogopslag de actualiteit van het mestbeleid. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op en wij vinden het als Alfa belangrijk om landbouwers hiervan op de hoogte te houden. Daarbij is het van belang om een goede vertaalslag naar je individuele situatie te maken. Houd daarom deze pagina regelmatig in de gaten voor het laatste mestbeleid nieuws.
In de meeste situaties vervalt de stikstofnorm voor groenbemesters in 2024. Alleen na de teelt van graszaad, granen en koolzaad geldt vanaf 2024 nog een stikstofnorm voor niet-vlinderbloemige groenbemesters. In dit artikel lees je de voorwaarden en regels.
Lees meer
In elk gesprek met melkveehouders komt op dit moment één vraag naar voren: Hoe sta je ervoor met de mestafvoer? De meeste melkveehouders hebben de afvoer voor 2024 inmiddels (grotendeels) geregeld. Mestput en - vermoedelijk - portemonnee zijn dan beide leeg. Een eventueel restant van 2024 kan in de voorraad worden meegenomen naar 2025. Tot zover geregeld dus.
Lees meer
Vanaf 2025 moeten alle landbouwers gegevens over de eindvoorraden mest en de aan- en afvoer van kunstmest en overige mest doorgeven aan RVO. Deze uitbreiding van de ‘Aanvullende gegevens landbouwer’ (AGL) volgt uit de verplichte invoering van het elektronisch mestregister. Gegevens doorgeven kan van 1 tot en met 31 januari 2025.
Lees meer
Landbouwbedrijven kunnen ook dit jaar weer aanspraak maken op de subsidie ‘Behoud grasland bij afbouw derogatie’. Deze subsidie is niet alleen bedoeld voor landbouwbedrijven die dit jaar gebruik maken van derogatie, maar ook voor bedrijven die vorig jaar of dit jaar geen gebruik meer kunnen maken van derogatie omdat al hun percelen in Natura 2000- en/of grondwaterbeschermingsgebied (GWB-gebied) en/of derogatievrije zones liggen.
Lees meer
De derogatie aanvraagperiode is weer van start en dat betekent ook dat het bemestingsplan voor 2024 weer opgesteld moet worden. Een doordacht bemestingsplan is belangrijker dan ooit tevoren.
De met nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) zijn definitief aangewezen. Er zijn extra gebieden toegevoegd. In NV-gebieden gaat in 2024 de stikstofgebruiksnorm voor alle landbouwers omlaag.
De derogatie wordt stap voor stap afgebouwd en eindigt definitief in 2026. De derogatienorm is in 2024 lager dan in 2023: 210 kg stikstof voor de NV-gebieden en 230 voor de rest van Nederland. Je kunt de vergunning voor 2024 aanvragen van 1 tot en met 29 februari 2024.
Sinds 2023 is het voor alle, en dus ook voor niet-derogatiebedrijven(!), verplicht om voor het begin van het groeiseizoen een bemestingsplan op te stellen. Het bemestingsplan 2024 moet vóór 15 maart klaar zijn. Je bewaart deze in je eigen administratie. Opsturen naar RVO is niet nodig.
Bufferstroken in 2024 - 2 januari 2024
Sinds 1 maart 2023 is het voor de mestwetgeving verplicht om bufferstroken langs waterlopen te hebben. Vanaf 2024 hoeft bij droge sloten geen bufferstrook meer aangehouden te worden. De breedte van de bufferstrook hangt af van het type waterloop. De actuele bufferstrokenkaart is vanaf 2024 zichtbaar in Mijn percelen.
Minister Adema wil de hoogte van het nationale mestproductieplafond vanaf 2024 in lijn brengen met de derogatiebeschikking. Hij verwacht dat er geen maatregelen nodig zijn om onder het mestproductieplafond van 2024 te blijven. Voor 2025 zijn waarschijnlijk wel extra maatregelen nodig.
Binnen de mestregelgeving heb je te maken met diverse meldingen en registraties met uiteenlopende aanvraagperioden en deadlines. We hebben alle belangrijke datums voor jou op een rij gezet. Zo kun je op tijd je aanmeldingen doen of gegevens doorgeven.
Op zand- en lössgrond moet in de jaren 2023 tot en met 2026 minimaal één keer een rustgewas geteeld worden. We krijgen geregeld vragen over dit onderwerp en er is vaak verwarring met de eco-activiteit Rustgewas. Wat zijn nou precies de voorwaarden? En wat zijn de overeenkomsten en verschillen met de eco-activiteit Rustgewas? Dat lees je in dit artikel.
Lees meer
Het ministerie van LNV heeft de langverwachte nieuwe lijsten met vanggewassen en winterteelten bekend gemaakt. Lange tijd was er veel onduidelijk over de invulling van de gewaslijsten.
Tussen 2 maart en 7 april kunnen boeren de derogatievergunning voor 2023 aanvragen. Vanaf dit jaar veranderen sommige voorwaarden. Zo wordt de derogatie in vier jaar afgebouwd. Voor bepaalde regio’s geldt de lagere norm en in sommige gebieden vervalt de derogatie al per direct. Bedrijven die door de afbouw van derogatie extra kosten maken, kunnen subsidie ontvangen.
16 februari nadert en voor veel agrariërs betekent deze datum de start van het landwerkseizoen. Ook in 2023 mag er vanaf 16 februari drijfmest worden uitgereden. Let wel, de datum voor het uitrijden van drijfmest op maïsland is een maand opgeschoven; naar 15 maart. Vaste storijke mest mag daarentegen juist een maand eerder worden uitgereden op grasland en bouwland op zand- en lössgrond. Dit mocht al vanaf 1 januari 2023.
Lees meer
De mestregelgeving is omvangrijk, complex en voortdurend in beweging. Als agrarisch ondernemer heb je bijna dagelijks met al deze regels en voorschriften te maken. Vanaf 1 januari 2023 zijn er weer de nodige veranderingen in het mestbeleid. Alfa heeft ze voor jou op een rij gezet.
Het jaar is bijna voorbij. Dit is het moment om je mestadministratie bij te (laten) werken. Daarbij hoort een berekening of je hebt voldaan aan de gebruiksnormen en mestverwerkingsplicht. Ook zul je willen weten hoe de mestregels in het nieuwe jaar voor je bedrijf uitpakken.
Op 1 januari 2023 wordt het realtime Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (rVDM) ingevoerd voor het melden van het vervoer van dierlijke mest. Het huidige papieren VDM wordt vervangen door een volledig digitaal systeem. De gegevens die je op het nieuwe vervoersbewijs invult, wijzigen niet. Maar de manier en het moment waarop je de gegevens aan RVO doorgeeft, veranderen wel.
Vanaf 2023 wordt de derogatie afgebouwd en is in sommige gebieden derogatie niet meer toegestaan. Ook worden aanvullende maatregelen opgelegd, welke deels ook op niet-derogatiebedrijven doorgevoerd worden.
In het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn zijn maatregelen beschreven om de nitraatuitspoeling te verminderen. Met het (ontwerp)Besluit gebruik meststoffen worden per 1 januari 2023 twee maatregelen van kracht. Het gaat om wijzigingen in uitrijdperioden voor mest en om de verplichte 1:4 rotatie met rustgewassen.
Naast minder nitraatuitspoeling, bevat het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn ook maatregelen die bijdragen aan verbetering van de bodemkwaliteit. Daaronder valt het stimuleren van organische meststoffen. Kern is dat meststoffen met een hoog gehalte aan organische stof minder meetellen voor de fosfaatgebruiksnorm.
Binnen de mestregelgeving heb je te maken met diverse meldingen en registraties met uiteenlopende aanvraagperioden en deadlines. We hebben alle belangrijke datums voor jou op een rij gezet. Zo kun je op tijd je aanmeldingen doen of gegevens doorgeven.
In 2022 kunnen Nederlandse boeren nog volledige derogatie aanvragen voor het uitrijden van dierlijke mest. De jaren daarna volgt een geleidelijke afbouw tot 2025. Vanaf 2026 kan er geen derogatie meer worden aangevraagd. De gevolgen voor de melkveehouders zijn groot. Vanaf januari 2023 kan daarom een financiële tegemoetkoming worden aangevraagd.
Lees meer
Met terugwerkende kracht is het vanaf 1 januari 2022 mogelijk om 100 kg fosfaatrechten per jaar te ontvangen zonder afroming. Deze hoeveelheid kan van één bedrijf afkomstig zijn of verdeeld over meerdere bedrijven. De rechten moeten dan wel binnen hetzelfde kalender teruggaan naar het bedrijf waar ze vandaan komen.
Het jaar is bijna voorbij. Dit is het moment om je mestadministratie bij te (laten) werken. Daarbij hoort een berekening of je hebt voldaan aan de gebruiksnormen en mestverwerkingsplicht. Ook zal je willen weten hoe de mestregels in het nieuwe jaar voor je bedrijf uitpakken.
Met de opgave ‘Aanvullende gegevens landbouwer’ (AGL) meld je uiterlijk 31 januari de aanwezige mestvoorraad op 31 december. De gegevens van de eindvoorraad die je aan RVO doorgeeft, gebruik je meestal ook in je bemestingsplan en bij de berekening van de gebruiksnormen. De hoeveelheid mest blijft altijd gelijk, maar soms moet je andere gegevens gebruiken voor de gehaltes fosfaat en stikstof.
Lees verder
Besluitvorming over de Nederlandse derogatie-aanvraag is uitgesteld tot medio 2022. De Europese Commissie is namelijk nog onvoldoende overtuigd dat Nederland de doelen voor de waterkwaliteit tijdig zal halen. RVO wijst boeren op de mogelijkheid dat de derogatie uitblijft, en adviseert hen om binnen de reguliere norm van 170 kg N te blijven.
Lees meer
Begin oktober 2021 keurde de ministerraad het wetsvoorstel goed, waarin het mogelijk wordt om binnen een kalenderjaar 100 kg fosfaatrechten afromingsvrij heen en weer te leasen of verleasen. Inmiddels is het begin december en is het nu tijd om te berekenen hoeveel fosfaatrechten er dit jaar nog geleasd of verleasd kunnen worden. Hoe zit het nu met de mogelijkheid om afromingsvrij te (ver)leasen en gaat de wet dit jaar nog in?
Lees meer
In de definitieve versie van het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn zijn enkele aanpassingen doorgevoerd. Zo worden klei- en veengronden uitgezonderd van de verplichte rotatie met rustgewassen. Ook de verplichting om uiterlijk 1 oktober een vanggewas in te zaaien gaat alleen gelden op zand- en lössgronden, waarbij wintergewassen worden uitgezonderd.
Binnen de mestregelgeving heb je te maken met diverse meldingen en registraties met uiteenlopende aanvraagperioden en deadlines. We hebben alle belangrijke datums voor jou op een rij gezet. Zo kun je op tijd je aanmeldingen doen of gegevens doorgeven.
Volgens de Meststoffenwet worden de excretieforfaits voor fosfaat en stikstof bepaald aan de hand van de melkproductie per koe per jaar. Voorheen gingen NVWA en RVO bij controle meestal uit van de aan de zuivelfabriek afgeleverde hoeveelheid melk. Dit standpunt is veranderd. In de Gecombineerde opgave geef je voortaan de totale melkproductie op, inclusief de melk die je niet aan de zuivelonderneming hebt geleverd.
Volgens de Meststoffenwet worden de excretieforfaits voor fosfaat en stikstof bepaald aan de hand van de melkproductie per koe per jaar. Voorheen gingen NVWA en RVO bij controle meestal uit van de aan de zuivelfabriek afgeleverde hoeveelheid melk. Dit standpunt is veranderd. In de Gecombineerde opgave geef je voortaan de totale melkproductie op, inclusief de melk die je niet aan de zuivelonderneming hebt geleverd.
Hoe geef je de eindvoorraden mest op? - 2020
Heb je een eindvoorraad mest op 31 december 2020? Dan geef je dit op met de Aanvullende gegevens. Hierbij vul je de totale hoeveelheid fosfaat en stikstof in. Voor het bepalen van de gehaltes moet gebruik worden gemaakt van de ‘best beschikbare gegevens’.
Vanaf 1 januari 2021 wordt de fosfaatplaatsingsruimte niet langer gebaseerd op de P-Al of Pw-waarde. Voor zowel gras- als bouwland wordt de fosfaattoestand voortaan bepaald op basis van twee indicatoren: het P‑Al getal en het zogeheten P-PAE getal (ofwel P-Cl2-getal). Daarnaast veranderen de klassenindelingen van de fosfaattoestand. Inmiddels is er ook duidelijkheid over de overgangsregeling voor grondmonsters.
Vanaf 2021 is de teelt van maïs op zand- en lössgrond alleen toegestaan als het betreffende perceel uiterlijk 15 februari bij RVO is aangemeld. Op de gemelde percelen mag vervolgens vanaf 15 maart drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib worden aangewend.
Op dit moment wordt er bij de meeste dierlijke mest transporten gebruik gemaakt van een papieren Vervoersbewijs Dierlijke Meststoffen (VDM). In de loop van 2021 worden de regels omtrent mesttransporten aangepast, en zullen deze ‘real time’ (rVDM) verantwoord moeten worden.
Ruim een jaar geleden is een wijzigingsvoorstel voor nieuwe forfaitaire excretienormen gepubliceerd. De categorieën in de vleesveehouderij, melkveehouderij, biologische veehouderij en de regeling voor zelfzuivelaars zijn vorig jaar ongewijzigd gebleven. Ook in 2021 blijven deze normen gelijk.
Afgelopen najaar heeft minister Schouten de contouren voor een nieuw mestbeleid bekend gemaakt. Eind 2017 kondigde de minister al aan een herbezinning op het mestbeleid uit te willen voeren. Reden daarvoor was de complexiteit van de huidige regelgeving, maar ook de hoge fraudedruk en de milieu-opgave op het gebied van de waterkwaliteit.