Silvio Brockötter
Fiscaal adviseur
088 2531255 | sbrockotter@alfa.nl
26 maart 2024 | Door: Silvio Brockötter
Wanneer ouders hun aandeel in hun landbouwbedrijf overdragen aan een kind, is de prijs bijna altijd fors lager dan de marktwaarde. Het verschil tussen de marktwaarde en de lagere overnamesom is belast met schenkbelasting. Het tarief van de schenkbelasting loopt dan op naar 20%, zodat het om veel geld gaat.
Gelukkig kan onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van de zogenaamde “bedrijfsopvolgingsregeling” voor de schenkbelasting. Eén van de voorwaarden is dat deze bedrijfsopvolgingsregeling uitsluitend geldt voor bedrijfsvermogen. Tot 2024 was het voor eenmanszaken, maatschappen en firma’s simpel om te beoordelen welke bezittingen behoorden tot het bedrijfsvermogen dat kwalificeerde voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Het betrof namelijk alle bezittingen die op de balans van de onderneming stonden. Vanaf 2024 en 2025 zijn hierop uitzonderingen gekomen, welke hierna kort worden beschreven.
Vanaf 1 januari 2024 vallen gronden, die niet in het eigen landbouwbedrijf worden gebruikt, niet meer onder de bedrijfsopvolgingsregeling. Alleen als er sprake is van een geregistreerde teeltpachtovereenkomst, is de regeling wel van toepassing op uit gebruik gegeven grond. Stel dat een melkveehouder in 2024 een perceel heeft geruild met een akkerbouwer, dan kwalificeert die grond niet voor de bedrijfsopvolgingsregeling. Eén oplossing voor dit nadeel is om in het zicht van een bedrijfsopvolging alle gronden in het eigen bedrijf te gebruiken en op geen enkele wijze in gebruik te geven aan een ander. Onderneem dus op tijd actie.
Verder geldt de bedrijfsopvolgingsregeling vanaf 1 januari 2025 niet meer voor zogenaamd “keuzevermogen”. Binnen de agrarische sector gaat het hier vooral om de bedrijfswoning(en). Tot en met 2024 valt een bedrijfswoning, die voor de inkomstenbelasting op de bedrijfsbalans staat, nog wel onder de regeling, maar vanaf 1 januari 2025 niet meer. Overigens ter volledigheid: een bedrijfswoning die behoort tot het fiscale privévermogen valt nu ook al niet onder de regeling.
Onlangs sprak ik een klant, die nog gebruik wenst te maken van de nu geldende voorwaarden van de bedrijfsopvolgingsregeling. Tot zijn fiscale bedrijfsvermogen behoren twee bedrijfswoningen, die vanaf 1 januari 2025 niet meer onder de regeling vallen. Ondanks dat zijn dochter het bedrijf zeker gaat overnemen en hij daar volledig achterstaat, wil hij nog een paar jaren betrokken blijven bij de dagelijkse exploitatie en besluitvorming binnen het bedrijf. Hij dacht dat de versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling een onoplosbaar dilemma betekent: dat hij moet kiezen tussen nu stoppen als ondernemer of moet accepteren dat de woningen straks niet meer onder de bedrijfsopvolgingsregeling vallen. Nadat ik had doorgevraagd wat precies zijn wensen waren (en natuurlijk ook die van de dochter), heb ik een oplossing aangedragen waarbij hij zowel vennoot kan blijven in de firma en de bedrijfsopvolgingsregeling er toch voor zorgt dat er geen schenkbelasting is verschuldigd. Hiervoor is het in hun situatie wel noodzakelijk om in 2024 al een aantal zaken te regelen.
Dus ook voor deze versobering van de bedrijfsopvolgingsregeling geldt dat er meer mogelijk is dan wordt gedacht. Er moet dan wel op tijd worden geanticipeerd op wetswijzigingen; in deze situatie vóór 1 januari 2025. Als voorgaande ook bij jou speelt, neem dan tijdig (vóór de zomer van 2024) contact met ons op. Wij helpen je graag.