Bedrijf verplaatsen, weg van locatie Natura-2000
3 mei 2022 | Door: Hans de Bie
Een lastig aspect in de gebiedsgerichte stikstofaanpak betreft bedrijven nabij Natura 2000-gebieden. Moet je blijven, verbreden, verkassen of misschien zelfs stoppen? Dit zijn ook de opties zoals het Rijk die schetst in de Hoofdlijnennotitie van minister Natuur en Stikstof Christianne van der Wal op 1 april. Een blauwdruk is er niet. Wel bedrijfskundige, juridische, fiscale en vergunning technische aandachtspunten. Alfa zet ze per toekomstscenario op een rij, geënt op het fictieve melkveebedrijf van Cees en Alexia. De tweede aflevering: Cees en Alexia treffen een regeling met de provincie en verplaatsen hun bedrijf!
Vader Cees en dochter Alexia boeren samen in een vennootschap onder firma (v.o.f.). Hun melkveebedrijf ligt binnen een straal van 250 meter van een Natura 2000-gebied, waarvan de kritische depositiewaarde (kdw) ver is overschreden. Cees is gehuwd met Astrid, zij hebben samen 3 kinderen (dochter Alexia 28 jaar, zoon Henk 26 jaar en zoon Jasper 20 jaar). Astrid en Cees hebben in privé de woning naast de bedrijfsgebouwen, deze woning is in 2001 gebouwd.
Het bedrijf heeft 105 melkkoeien, 85 stuks jongvee, 5.400 kg fosfaat en 35 hectare landbouwgrond. De financiering bestaat uit een hypothecaire geldlening van € 1.035.000, waarvan de rente is vastgelegd tot december 2022. De bedrijfsgebouwen zijn in 2001 en 2002 gebouwd en de laatste uitbreiding heeft plaatsgevonden in 2015. Er is sprake van een traditionele roostervloer met een drijfmestkelder eronder. Het bedrijf beschikt over een geldige Nb-vergunning.
Alexia wil het bedrijf overnemen; de andere kinderen hebben geen interesse. Bij of na de bedrijfsovername (planning 2028) is het nodig om te investeren in stalsystemen ter grootte van €250.000. De privé woning heeft een WOZ-waarde van € 365.000. De bedoeling van Cees en Astrid is om een nieuwe woning aan de rand van het dorp aan te kopen, zonder financiering. Voor de aankoop hebben zij een bedrag nodig van € 475.000.
In een reeks van vijf artikelen behandelen we 5 mogelijke toekomstscenario’s voor dit bedrijf:
- Alexia neemt bedrijf over en blijft boeren op bestaande plek met zelfde aantal koeien
- Alexia en Cees kiezen voor verplaatsen, na verplaatsing neemt Alexia het bedrijf over
- Alexia neemt bedrijf over en blijft boeren op bestaande plek. Gaat wel afschalen en verduurzamen (kringlooplandbouw).
- Alexia neemt bedrijf over en blijft boeren op bestaande plek. Gaat wel afschalen en verbreden.
- Alexia neemt bedrijf toch niet over en Cees gaat stoppen
Dit verhaal is gebaseerd op een fictief melkveebedrijf dat dicht tegen een Natura 2000-gebied aan ligt waarvan de kritische depositie waarde (KDW) ver wordt overschreden. Een situatie echter die verre van fictief is: best veel melkveehouders zitten in die situatie. En worstelen….wat te doen? We gaan hier in op het scenario dat Cees en Alexia een regeling treffen met de provincie, waardoor ze hun bedrijf kunnen verplaatsen. Het gaat hier dus om maatwerk waarbij Cees en Alexia geen gebruik maken van de al bestaande opkoopregeling gericht op piekbelasters (maatregel gerichte aankoop, MGA) of de binnenkort geopende Landelijke Beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv).
Wat en hoe regelen met provincie?
De uitwerking van het hierboven omschreven scenario heeft twee delen: wat en hoe moet ik regelen met de provincie en waar moet ik rekening mee houden als ik het bedrijf ga verplaatsen? Alfa bedrijfskundige Arjan de Jong wijst op de in zijn ogen belangrijkste vraag: hoeveel is het de provincie waard op het bedrijf te verplaatsen? En welke mogelijkheden heeft ze daarvoor? De provincie heeft vanuit het Rijk de opdracht uitvoering te geven aan verlaging van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Daarvoor heeft het Rijk landelijke maatregelen die de provincie kan inzetten zoals de genoemde opkoopregelingen. Maar daarnaast kan de provincie zelf met aanvullende maatregelen komen. Aangezien de animo voor de landelijke opkoopregeling op zijn zachtst gezegd tegenvalt, is het de provincie wel wat ‘waard’ om anderszins de stikstofdoelen te realiseren. Bijvoorbeeld met een regeling op maat, waarbij dé uitdaging wel is dat de stikstofuitstoot van het verplaatste bedrijf niet elders zorgt voor een te hoge stikstofdepositie. Voor de financiële waarde benadrukt De Jong dat Cees en Alexia ook zelf het huidige bedrijf moeten laten taxeren. ‘Die taxatiewaarde zou het minimum moeten zijn, met daar bovenop een plus omdat het de provincie wel wat waard is het bedrijf te verplaatsen.’ Waarbij De Jong het adagium hanteert dat ‘wie het onderste uit de kan wil, het deksel op de neus krijgt’. Verder adviseert hij goed te kijken naar de diverse verplaatsingssubsidies die er zijn. Bijvoorbeeld bij kavelruil is er een subsidie waarbij er na verplaatsing geen 8% overdrachtsbelasting over de gebouwen hoeft te worden betaald en je ook geen notariskosten hoeft te betalen.
Aandachtspunten bij verplaatsing
Naast focus op de uiteindelijke deal met de provincie, is het ook zaak dat Cees en Alexia zich richten op de verplaatsing naar een nieuwe plek (overname bestaand bedrijf of nieuwbouw). Arjan de Jong wijst op een rijtje aandachtspunten met betrekking op de nieuwe locatie. Grondsoort (klei boven veen bijvoorbeeld vanwege CO2-problematiek en bodemdaling bij laatste grondsoort). Hoe ziet de huiskavel eruit, wat is de afstand tot de buren, is er sprake van mogelijk (toekomstige) woningbouw, waar zitten leveranciers, loonwerker etc.? ‘Maar let ook op RVO-zaken als UBN, mest, hoe grondgebonden. En neem ik mijn eigen fosfaatreferentie mee of neem ik die over van het nieuwe bedrijf? Alfa Omgevingsadviseur Bert Lowijs benadrukt het belang van een geldende natuurvergunning. ‘Bevat de vergunning al dan niet latente ruimte?’ Daarnaast adviseert Lowijs heel goed te kijken naar het huidige bestemmingsplan op de nieuwe locatie. ‘Zit daar wel of geen ontwikkeling in?’ Kort en goed komt het erop neer dat je een gedegen afweging moet maken of je op de nieuwe plek kunt boeren met voldoende toekomstperspectief.
Herinvesteringsreserve
Fiscaal aandachtspunt is de herinvesteringsreserve in relatie tot wat Alfa fiscalist Arne de Beer overheidsingrijpen noemt. ‘De boekwinst als gevolg van verkoop van het bedrijf aan de provincie kun je doorschuiven naar de nieuwe herinvestering op de nieuwe locatie, dat heet herinvesterings-reserve. Bij overheidsingrijpen heb je ruimere mogelijkheden om herinvesteringsreserve af te boeken.’ Onder overheidsingrijpen verstaat De Beer alles wat uiteindelijk richting onteigening kan gaan. Dus een regeling afgedwongen door de overheid. Dit scenario is gebaseerd op een vrijwillige deal met de provincie. ‘Maar stel dat lopende de onderhandelingen die vrijwilligheid vervalt, dan hoeft dat zuiver fiscaal geen nadeel te zijn’, aldus De Beer. Van dwang is naar zijn mening al sprake, gezien de brief van de minister van stikstof van 1 april jl. ‘Het zou goed zijn als de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst nu al duidelijkheid geeft dat de provinciale opkoopregelingen onder ‘overheidsingrijpen’ vallen’, besluit De Beer.
Voortzettingsverplichting
Zijn collega en jurist Jan Poppe wijst erop dat Cees en Alexia goed moeten nadenken over het overnamemoment. Neemt Alexia het over voordat het bedrijf wordt verplaatst of daarna? ‘Als de overname na verplaatsing is, is er juridisch niet zoveel aan de hand. Dan is het eigenlijk gewoon een klassieke overname.’ Een aandachtspunt is wel de overdrachtsbelasting; de nieuwe verkrijging is voor de bedrijfsgebouwen belast met 8% over de werkelijke waarde, voor de grond geldt er een vrijstelling met een verplichting van 10 jaar. De overname door Alexia voor de verplaatsing is vrijgesteld onder voorwaarden voor de overdrachtsbelasting.
Maar stel dat de overname vóór verplaatsing plaatsvindt en het bedrijf krimpt in aantal dieren na verplaatsing, dan heeft Alexia een probleem vanwege de voortzettingsverplichting (bedrijf 5 jaar voortzetten) die Alexia heeft jegens haar familie en de fiscus. De voortzettingsverplichting en het meerwaardebeding gaat uit van een bepaalde omvang van het bedrijf, het in standhouden van het ‘familievermogen’. Het inkrimpen van het bedrijf, in ha of in veebezetting, betekent dat er een afrekenmoment ontstaat met de familie. ‘Stel dat Alexia gedwongen terug moet in gve’s, en daardoor ook een andere bedrijfsvoering met aanvullende activiteiten moet verrichten om levensvatbaar te blijven, dan kan het bedrijf verschillen ten opzichte van het oorspronkelijk overgenomen bedrijf. Hierdoor kunnen er fiscale gevolgen zijn (bedrijfsopvolgingsregeling, art. 35b e.v. Successiewet) en een financiële verplichting aan ouders of de andere kinderen. Of wijziging van de bedrijfsvoering op de nieuwe locatie (meer jongvee, biologisch, natuurbeheer, etc.) een gevolg heeft om te moeten uitkeren aan de familie, hangt af van de tekst van het meerwaardebeding en de bedoeling van Cees en Alexia bij het opstellen van het beding. Het inkrimpen van het oorspronkelijke bedrijf op de nieuwe locatie is niet een overmacht-situatie. Alexia verplaatst immers vrijwillig en er geldt geen dwingende verplichting om het bedrijf om te schakelen. Juist het meerwaardebeding voorziet in de situatie dat van vrijkomend vermogen, die niet geïnvesteerd wordt in het bedrijf. Het ligt dan ook voor de hand dat Alexia moet afrekenen met de familie, als daarbij ook fiscale gevolgen aanwezig zijn voor het inkrimpen wordt de liquiditeit ruimte van het bedrijf verder beperkt.
Alfa helpt
De druk op bedrijven tegen een Natura 2000-gebied aan is hoog. Dat merken de medewerkers van Alfa Accountants en Adviseurs bijna dagelijks. Deze serie verhalen maakt duidelijk hoe gecompliceerd kiezen is. En wat er allemaal niet komt kijken bij welke keuze je ook maakt. Daarom gaat Alfa je helpen. Het kan zijn dat een Alfa-adviseur al proactief contact met je heeft opgenomen. Maar daar hoef je natuurlijk niet op te wachten. Neem gerust contact op met een adviseur van Alfa via het dichtstbijzijnde kantoor.