Bedrijven met weidegang hebben een hogere liquiditeitsmarge
1 juli 2024 | Door: Hans de Bie
Volgens ZuivelNL is het aandeel melkveebedrijven waarvan de koeien buiten lopen in het weideseizoen 2023 met 1,1 procentpunt afgenomen naar een niveau van 82,8 procent (zie grafiek 1). Daarmee ligt het nog steeds boven het beoogde streefpercentage van 81,2 procent. De daling werd veroorzaakt door een afname in het aandeel bedrijven met volledige weidegang; dit zakte van 78,1 procent terug naar 77,0 procent. Het aandeel bedrijven dat deelweidegang toepast is gelijk gebleven (zie tabel 1). Het klimaat is in 2024 ook een factor van invloed. Door het zeer natte voorjaar zijn de koeien veel langer op stal gebleven, waardoor het een uitdaging wordt of de normen voor beweiding wel gehaald kunnen worden!
Weidegang stimuleren
Meer dan 80 organisaties, waaronder Alfa, hebben in 2012 hun handtekening onder het Convenant Weidegang gezet. Met diversen initiatieven wordt beoogd om het aantal melkveebedrijven dat de koeien buiten laat lopen ten minste op het niveau van 81,2% te houden. De melkveebedrijven in het klantenbestand van Alfa laten een beweidingspercentage van 87,9 zien.
Grafiek 1: Percentage melkveebedrijven met weidegang 2012 t/m 2023 (Bron: ZuivelNL)
Tabel 1: Percentage melkveebedrijven met volledige weidegang en deelweidegang 2012 t/m 2023 (Bron ZuivelNL)
Vergoeding weidegang
Weidegang is onderverdeeld in volledige weidegang en deelweidegang. Bij volledige weidegang zijn er twee opties. De koeien gaan ten minste 120 dagen per jaar en minimaal zes uur per dag de wei in, of minimaal 120 dagen en 720 uur per jaar. Bij deelweidegang moet minimaal 25 procent van de koppel minimaal 120 dagen per jaar worden geweid. Binnen Foqus planet van FrieslandCampina is de vergoeding voor deelweidegang 0,40 euro per 100 kg melk en voor volledige weidegang 1,30 per 100 kg melk.
Daarnaast is in het Gemeenschappelijk LandbouwBeleid (GLB) een Eco-regeling Weidegang opgenomen. De uiterste datum om te starten met weiden is voor melkveehouders die deelnemen aan zowel het Weidemelkschema als de Eco-activiteit weiden voor het jaar 2024 verplaatst naar 1 juli. Dit heeft Stichting Weidegang, in overleg met het ministerie van LNV, besloten. Reden hiervoor is het aanhoudend extreem natte voorjaar, waardoor het voor een groep melkveehouders niet verantwoord was om tijdig te starten met het weiden van melkkoeien. Het verplaatsen van de startdatum heeft geen consequenties voor het aantal dagen en uren weidegang wat gerealiseerd moet worden:
- ten minste 120 dagen en minimaal 720 uur voor het Weidemelkschema;
- ten minste 120 dagen en minimaal 1500 uur voor de Eco-activiteit Weiden categorie 1;
- ten minste 120 dagen en minimaal 2500 uur voor de Eco-activiteit Weiden categorie 2.
Resultaten weidegang
De mogelijkheden van beweiden zijn sterk afhankelijk van de individuele situatie van het melkveebedrijf. De oppervlakte huiskavel is daarbij de belangrijkste factor van invloed naast het klimaat, waarvan het zeer natte voorjaar van 2024 een expliciet voorbeeld is. Het vakmanschap is uiteindelijk bepalend voor het succes van beweiden, waarbij een goede planning en beheer cruciaal zijn. Dit is de basis om met beweiden goede resultaten te behalen. Maar wat laten de cijfers zien?
Technische verschillen
De melkveebedrijven in het klantenbestand van Alfa laten een beweidingspercentage van 87,9 procent zien. Dit ligt hoger dan het landelijk gemiddelde, waarbij moeten worden opgemerkt dat veel bedrijven in de van oorsprong grasrijke gebieden zitten. De analyseresultaten (zie tabel 2) zijn gebaseerd op de gemiddelde resultaten van de jaren 2021, 2022 en 2023. De resultaten van de bedrijven die weiden en niet weiden zijn naast elkaar gezet. De bedrijven die weiden zijn kleiner van omvang dan de bedrijven die niet weiden. Ook hebben de bedrijven die weiden een lagere intensiteit per hectare en de melkproductie per koe ligt 602 kg lager, met wel iets hogere vet- en eiwitgehaltes.
Je hoort vaak dat het ureumgehalte in de melk een lastige is voor bedrijven met (veel) weidegang. In de cijfers scoren ze iets hoger in ureum, maar het valt mee, gezien het verschil van 0,49.
Tabel 2: Gemiddelde resultaten 2021, 2022 en 2023 van melkveebedrijven die weiden en niet weiden (Klik op het tabel voor een grotere weergave)
Hoger saldo voor weidebedrijven
Er is geen verschil in eigen voerkosten, waarbij de bedrijven met weidegang wel minder voer aankopen vanwege de lagere intensiteit. Hierdoor liggen de totale voerkosten op bedrijven die weiden 1,21 euro per 100 kg melk lager. De melkprijs van de weidebedrijven ligt 1,58 per 100 kg melk hoger, wat voornamelijk wordt veroorzaakt door een hogere toeslag op de melkprijs. In combinatie met lagere kosten resulteert dit in een hoger saldo van 2,48 per 100 kg melk in het voordeel van de bedrijven mét weidegang.
Hogere liquiditeitsmarge voor weidebedrijven
De niet-toerekenbare kosten liggen op een redelijk vergelijkbaar niveau, waardoor de bedrijven met weidegang een hoger bruto-overschot laten zien met een verschil van 2,20 per 100 kg melk. Omdat de HAR-lasten (huur, afschrijving en rente) ongeveer op hetzelfde niveau liggen, is de kasstroom met 2,10 euro per 100 kg melk in het voordeel van de bedrijven die weiden. De privé-uitgaven (incl. betaalde belasting) liggen op de bedrijven die weiden 0,94 per 100 kg melk hoger. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat weidebedrijven meer arbeid per 100 kg melk nodig hebben ten opzichte van bedrijven die niet weiden. De voorsprong in de kasstroom neemt hierdoor af. Uiteindelijk resulteert het in een hogere liquiditeitsmarge van 1,30 euro per 100 kg melk voor bedrijven die weiden.
Tot slot
Wel of niet beweiden? De gemiddelde cijfers van de afgelopen drie jaren laten zien dat de weidebedrijven een betere liquiditeitsmarge hebben. Vanuit dat oogpunt zou je moeten weiden, maar de situatie van je bedrijf moet er wel geschikt voor zijn. Vaak is er meer mogelijk dan er aan de voorkant wordt gedacht. Je eigen motivatie is misschien nog wel de meest doorslaggevende factor om wel of niet te weiden. Het moet bij jou en je bedrijf passen! Maak daarbij altijd een goede vertaalslag naar de financiële impact op je bedrijfsresultaten. De specialisten van Alfa kunnen je daarbij goed ondersteunen met inzicht via de BAS-rapportage.