Bijna 60 procent minder ammoniak bij veel weidegang en laag ureum
4 september 2023 | Door: Hans de Bie
“Door veel weidegang toe te passen en te werken aan een laag RE-gehalte in het rantsoen is je ammoniakemissie tot bijna 60 procent lager dan de huidige A1.100 RAV-code. Dat is niet alleen wetenschappelijk hard te maken, maar ook juridisch.” Dat zeggen Yvonne Verbeek-Schilder en Frank Verhoeven van Boerenverstand in de zesde aflevering van de Alfa Stikstof Podcast.
“In de kern is het simpel: wat de koe niet in gaat, komt er ook niet uit.” Volgens Yvonne Verbeek-Schilder, als wetenschapper verbonden aan adviesbureau duurzame landbouw Boerenverstand, is het echt niet ingewikkeld. “Als er geen overmaat van stikstof de koe in gaat, zal de ammoniakemissie zo laag mogelijk zijn.” Als melkveehouder kun je dus via managementmaatregelen sturen naar een lagere ammoniakemissie, zonder dat daarvoor dure, technologische investeringen nodig zijn. Maar de regeling piekbelasters legt daarbij wel een belangrijk knelpunt bloot. De kortingspercentages voor weidegang en het ureumgetal (sterk gecorreleerd met het RE-gehalte in het rantsoen) voor de standaard stalemissie van 13 kilogram ammoniak/koe/jaar gaan minder ver dan wat er mogelijk is. “We moeten het managementspoor progressiever verdedigen”, zegt Boerenverstand-directeur Frank Verhoeven.
Mest uitrijden vlak voor regen
In de podcast somt Yvonne Verbeek-Schilder een hele reeks managementmaatregelen op die leiden tot een lagere ammoniakemissie. Bijvoorbeeld het uitrijden van mest vlak voordat er regen valt. Uit onderzoek geïnitieerd door het Netwerk GRONDig (belangenorganisatie voor grondgebonden melkveehouderij), blijkt dat bij een forse bui van 20 mm de veldemissie zelfs naar 0 gaat. Nu is deze maatregel juridisch niet te borgen, zodat het niet in beleid geïmplementeerd kan worden. Toch adviseert de wetenschapper melkveehouders wel gebruik te maken van die regen. “Ammoniakemissie kost de boer geld. Het is tenslotte stikstof die planten nodig hebben, maar dan de lucht in gaat. De kunst is zoveel mogelijk stikstof in de kringloop te houden, dan heb je minder externe stikstof in de vorm van kunstmest nodig.” Dat zorgt ook nog eens voor lagere kosten. “Wij zeggen altijd dat managementmaatregelen twee dingen doen”, vult Verhoeven aan. “Schoner en zuiniger. En dat laatste moet je niet onderschatten; het kan leiden tot substantiële kostenverlagingen, vooral voerkosten, van 20.000 euro tot zelfs 40.000 euro. Dat zien we bij meerdere bedrijven.”
Weidegang en RE
Twee managementmaatregelen zijn niet alleen wetenschappelijk, maar óók juridisch te borgen: weidegang en een lager RE-gehalte in het rantsoen. Dat weidegang leidt tot minder ammoniakemissie komt doordat urine en poep niet bij elkaar komt en dat deze mest niet uitgereden hoeft te worden. Ammoniak ontstaat uit het ureum in de urine van de koe als het met een klein beetje poep in contact komt. In de stal komen beide componenten wel bij elkaar, dus hoe meer weidegang, hoe hoger de emissiereductie. De RAV-code voor stalemissie is 13 kilogram ammoniak per dierplaats per jaar en is gebaseerd op geen weidegang. Bij 720 uur weidegang is de ammoniakreductie 9 procent ten opzichte van koeien die nooit buiten komen. Maar dit percentage loopt snel op tot 41 procent bij 3200 uur weidegang. Deze percentages gelden bij een RE-gehalte in het rantsoen van 168 gram per kilogram droge stof (16,8 procent) of een tankmelkureum van 21,5 (het Nederlands gemiddelde van 2020). Maar als je als melkveehouder naast weidegang ook werkt aan een lager RE-gehalte tot 147 gram (14,7 procent) of een tankmelkureum van 15,6, is de emissiereductie bij 3200 uur weidegang maar liefst 57 procent. “Minder ruw eiwit in het rantsoen en meer weidegang is ‘the way to go’. Probeer het gewoon”, zegt Verbeek-Schilder aan het eind van de podcast. “Het is echt zaak deze staffeltabel zo snel mogelijk in beleid te implementeren”, besluit Verhoeven. “Zodat bovengemiddelde weidegang en een ondergemiddeld ureum niet alleen financieel loont, maar óók als maatregelen om aan emissie-eisen te voldoen.”
Goed te borgen
Weidegang is volgens Verbeek-Schilder prima te borgen. “Dat gebeurt nu al voor weidemelk. Bovendien hebben inmiddels heel veel koeien al een hals- of pootband met een chip. Via een registratiepoortje naar de wei toe is weidegang prima te monitoren. Die technologie kost wel zo’n 25.000 euro, maar een emissiearme stal is vele malen duurder.” Om een lager RE-gehalte in het rantsoen te borgen pleit Verhoeven voor een combinatie van het tankmelkureum en wat hij noemt een stoffenbalans. “Zoals we vroeger deden met de mineralenbalans: registreer welke mineralen de dam op gaan in de vorm van (kracht)voer en kunstmest en welke mineralen de dam af gaan via melk, vlees en mest.”
Op dit moment werken Verbeek-Schilder en Verhoeven op verzoek van ZuivelNL aan het omzetten van bovenstaande reductietabel (afname ammoniakemissie in procenten) naar een tabel met absolute ammoniakemissie-getallen. Na een review van andere deskundigen kan LNV deze tabel officieel vaststellen. Op deze manier kunnen managementmaatregelen, naast technische maatregelen, door elke boer gebruikt gaan worden in de verdere aanpak van het stikstofprobleem.