Blijven boeren nabij een Natura 2000 gebied
24 maart 2022 | Door: Hans de Bie
Een lastig aspect in de gebiedsgerichte stikstofaanpak betreft de continuïteit van bedrijven nabij Natura 2000-gebieden. Moet je blijven, verbreden, verkassen of misschien zelfs stoppen? Een blauwdruk is er niet. Wel fiscale, bedrijfskundige, juridische en vergunning technische aandachtspunten. Alfa Accountants en Adviseurs zet ze per toekomstscenario op een rij, gebaseerd op het fictieve melkveebedrijf van Cees en Alexia. De eerste aflevering: Cees en Alexia blijven boeren op de huidige plek!
Je zult maar een melkveebedrijf hebben dat tegen een Natura 2000-gebied aan ligt. En je weet dat de kritische depositie waarde (KDW) wat betreft de stikstofdepositie in dat gebied ver is overschreden. De gebiedsgerichte aanpak in de provincie is al gestart, de stikstofproblemen zijn in kaart gebracht, maar van een concrete aanpak is nog geen sprake. Onder het motto regeren is vooruitzien, is het goed om alle mogelijke toekomstscenario’s te verkennen. Dat is precies dat Cees en Alexia van het fictieve melkveebedrijf (zie kader) hebben gedaan. Als eerste: we blijven boeren waar we nu zitten!
____________________________________________________________________________________________________
Het melkveebedrijf van Cees en Alexia Vader Cees en dochter Alexia boeren samen in een vennootschap onder firma (v.o.f.). Hun melkveebedrijf ligt binnen een straal van 250 meter van een Natura 2000-gebied, waarvan de kritische depositiewaarde (kdw) ver is overschreden. Cees is gehuwd met Astrid, zij hebben samen 3 kinderen (dochter Alexia 28 jaar, zoon Henk 26 jaar en zoon Jasper 20 jaar). Astrid en Cees hebben in privé de woning naast de bedrijfsgebouwen, deze woning is in 2001 gebouwd. Het bedrijf heeft 105 melkkoeien, 85 stuks jongvee, 5.400 kg fosfaat en 35 hectare landbouwgrond. De financiering bestaat uit een hypothecaire geldlening van € 1.035.000, waarvan de rente is vastgelegd tot december 2022. De bedrijfsgebouwen zijn in 2001 en 2002 gebouwd en de laatste uitbreiding heeft plaatsgevonden in 2015. Er is sprake van een traditionele roostervloer met een drijfmestkelder eronder. Het bedrijf beschikt over een geldige Nb-vergunning. Alexia wil het bedrijf overnemen; de andere kinderen hebben geen interesse. Bij of na de bedrijfsovername (planning 2028) is het nodig om te investeren in stalsystemen ter grootte van €250.000. De privé woning heeft een WOZ-waarde van € 365.000. De bedoeling van Cees en Astrid is om een nieuwe woning aan de rand van het dorp aan te kopen, zonder financiering. Voor de aankoop hebben zij een bedrag nodig van € 475.000. In een reeks van vijf artikelen behandelen we 5 mogelijke toekomstscenario’s voor dit bedrijf:
____________________________________________________________________________________________________ |
De stikstofuitstoot móet omlaag
Uit bedrijfskundig oogpunt is het advies voor dit scenario glashelder: Cees en Alexia móeten de stikstofuitstoot verlagen. ‘Zowel aan de voor- als aan de achterkant’, noemt Alfa bedrijfskundige Arjan de Jong dat. Met ‘aan de voorkant’ doelt hij op managementmaatregelen die ondernemers zelf kunnen nemen. In een latere artikelreeks gaat Alfa daar praktisch en diepgaand op in. Het gaat hier om zaken als minder ruw eiwit (RE) in het totale rantsoen, meer beweiding, minder kunstmest, etc. Een belangrijke rol is weggelegd voor de Kringloopwijzer. Voor de melkveehouderij een bruikbaar instrument om een betere stikstofefficiëntie te managen. Wat de te behalen stikstofwinst is via bijvoorbeeld verlaging van het RE-gehalte in het rantsoen is erg bedrijfsafhankelijk. Maar als voorbeeld: stel je zit nu op 66,5 kilo ammoniak per ha (te vinden in de Kringloopwijzer) met een RE in het rantsoen van 163 gram. Als je het RE terugbrengt naar 155 gram, daalt de NH3-emissie van 66,5 naar 61 kilo per hectare. Anders gezegd: als je het RE-gehalte in het rantsoen met 5% verlaagt, betekent dat 10% minder NH3-productie per ha.’
Aanvullende stalinvesteringen
Met ‘aan de achterkant’ bedoelt De Jong investeringen in een emissiearm stalsysteem. Natuurlijk kent hij de uitspraak van de rechtbank Midden Nederland van 22 september vorig jaar, die feitelijk de Rav-systematiek (Regeling Ammoniak en Veehouderij) ter discussie stelt. Alfa omgevingsadviseur Bert Lowijs weet dat de Rijksoverheid met vertrouwen het hoger beroep tegemoet ziet in deze rechtszaak. Maar wijst tegelijkertijd wel op toenemende signalen dat er geïnvesteerd moet worden in emissiearme stalsystemen. In Brabant is dat bijvoorbeeld al verplicht vanaf 1 januari 2024. Lowijs: ‘houdt dus rekening met aanvullende investeringen in de toekomst. Zo kan bij vervanging van roosters al voor emissiearm worden gekozen in plaats van traditioneel.’
Klassieke bedrijfsovername
Alfa fiscalist Arne de Beer wijst op het feit dat Alexia het bedrijf van haar vader wil overnemen in relatie tot de nabijheid van een met stikstof overbelast Natura 2000-gebied. ‘Als daar geen sprake van zou zijn is het fiscaal een normale bedrijfsovername.’ Aandachtspunten zijn dan zaken als het doorschuiven van inkomstenbelasting met onder andere een flinke waarde fosfaat van Cees naar Alexia, waardoor laatstgenoemde niet hoeft af te rekenen. Verder kan de overname volgens De Beer niet plaatsvinden tegen ‘vrije waarde’ maar voor ‘lonende exploitatiewaarde’. De Beer: ‘Wat hebben Cees en Astrid nodig om te kunnen wonen en leven en wat heeft Alexia nodig om het bedrijf voort te zetten? Daar moet je afspraken over maken.’ In die afspraken is er al gauw sprake van een schenking en daar heb je de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenkbelasting voor nodig. Tot slot is het voor de overdrachtsbelasting zaak gebruik te maken van de vrijstelling bij bedrijfsopvolging.
Schenkbelasting lastig punt
Maar de stikstofproblematiek zorgt wel degelijk voor extra fiscale aandachtspunten rondom de bedrijfsovername. Dat geldt met name voor die schenkbelasting. Daarbij geldt dat je het bedrijf vijf jaar op dezelfde plek moet voortzetten. ‘Als Alexia later tóch besluit met hulp van de provincie het bedrijf vrijwillig te verplaatsen, dan heb je mogelijk een probleem. Soepelheid vanuit de belastingdienst is er in deze nog niet.’ Dit heeft vooral te maken met het vrijwillige karakter van de opkoopregeling die het Rijk via de provincies nu aanbiedt. De Beer: ‘Als er sprake is van een dwangpositie (lees onteigening), dan blijft de vrijstelling bij bedrijfsopvolging gewoon staan. Maar als het vrijwillig is, dan wordt dat veel lastiger.’ Hij voegt daaraan toe dat de dwangpositie (‘overheidsingrijpen’) ook belangrijk is voor de mogelijkheid voor Alexia om bij bedrijfsverplaatsing de inkomstenbelastingclaim mee te nemen (en niet af te rekenen).
Een ander belangrijk punt zit vooral in de familieverhoudingen. Het is meer een juridisch dan een fiscaal punt. Stel dat Cees aan Alexia overdraagt tegen lonende exploitatiewaarde. Hier hoort een meerwaardeclausule bij, bedoeld om zeker te stellen dat de Alexia het bedrijf voortzet en niet te gelde maakt. De Beer: ‘Maar wat betekent dat bij een bedrijf zo dicht bij een Natura 2000-gebied? Als de kans bestaat is dat er in de toekomst tegen een schadeloosstelling wordt verplaatst, wat spreken Cees en Alexia dan af over het delen van de meerwaarde? Met andere woorden: alles wat Cees en Alexia gaan vastleggen in het meerwaardebeding is maatwerk en zeker geen standaardklus!
Voldoende financiële armslag?
Jan Poppe, jurist bij Alfa Accountants, wijst net als zijn collega Arne de Beer op wat hij noemt ‘het opkoopspook’. Als Alexia het bedrijf op de bestaande plek voortzet, dan heeft ze verplichtingen naar haar ouders. In de bedrijfsoverdracht komen afspraken te staan over het voortbestaan van de onderneming. Een bedrijf kan niet zomaar worden gestopt of verkocht. Want in dat geval moet Alexia alsnog afrekenen met haar ouders. Poppe: ‘Alexia moet zich dat goed realiseren: heeft ze voldoende financiële armslag als ze, gebruik makend van een opkoopregeling, alsnog moet afrekenen met haar ouders?’
Een ander heikel punt waar Poppe op wijst tegen de achtergrond van ‘het opkoopspook’ betreft het zogenoemde beroepsverbod. In de eerste tranche van de opkoopregeling was het opgenomen: als je meedoet mag je het bedrijf niet elders voortzetten. Ondanks een pleidooi vanuit provincies, is in de onlangs geopende 2e tranche het beroepsverbod nog steeds van kracht!
Vrijwillige opkoop versus onteigening
Een belangrijk juridisch aandachtspunt is vrijwillige opkoop versus onteigening. Tot nog toe is opkoop vrijwillig, maar als gezegd kan onteigening wel degelijk ingezet gaan worden. Maar wat nu als, net als Cees en Alexia in dit scenario, veel boeren blijven vasthouden aan ondernemen nabij een met stikstof overbelast Natura 2000-gebied en op termijn wel worden onteigend? Poppe: ‘Alexia gaat fors investeren in een emissiearm stalsysteem. Dan is het maar de vraag of, als ze later alsnog wordt onteigend, ze in de onteigeningsvergoeding deze investering terug krijgt? In Brabant is daar al een gerechtelijke uitspraak over waarbij wordt gesteld dat er een zekere mate van ondernemersrisico geldt.’
Poppe wijst ook op het financieringsbeleid van de bank in relatie tot een bedrijf dat zo dicht tegen een N2000-gebied zit. ‘Een bank kan terughoudend zijn in de financiering ervan vanwege het onzekere toekomstperspectief.’
Blijven zitten riskant scenario
Het is duidelijk: blijven boeren nabij een met stikstof overbelast Natura 2000-gebied is mogelijk, maar vraagt om een zorgvuldige afweging van de risico’s. Jan Poppe voegt daar nog aan toe dat hij het slim zou vinden om, ondanks de wens op de bestaande plek die misschien al generaties lang in bezit is van de familie, toch te gaan praten met de provincie voor een verplaatsingsregeling op maat. ‘Misschien zijn er mogelijkheden om de grond van het huidige bedrijf om te zetten in landschapsgrond, waarbij het wel eigendom blijft van Cees en Alexia. Financieel wordt die grond dan wel afgewaardeerd. Misschien geldt dan wel het gezegde: beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.’