Johan Brienen
Klantbeheerder
088 2531966 | jbrienen@alfa.nl
21 april 2020 | Door: Johan Brienen
“Je loopt altijd met plezier door de kwekerij. Maar dat is nu wel iets anders”, zegt Rino. De afgelopen week zag hij een half miljoen bloemen in de container verdwijnen. Toch gaat hij niet bij de corona-pakken neerzitten. “Als de markten van lieverlee weer open gaan, moeten we startklaar staan.”
Over het jaar 2020 had Rino Mans tot nu toe geen klagen. “We hebben een heel goede Valentijn gehad. Tot aan de Engelse Moederdag, 20 maart, waren de prijzen beter dan andere jaren. En toen stortte de wereld in. Gelukkig had ik die eerste weken beter gedraaid dan anders. Dan heb je toch wat cash op de bank staan. Daar heb ik nu profijt van, maar het maakt het misschien nog wel zuurder.”
Gerbera’s telen doen Rino en vader Jan al sinds 1999. Eerst in Hedel, na een herstructurering in Tuil. De buurman is oom Frans Mans, die er in 2012 een rozenkwekerij kocht om gerbera’s te gaan kweken. Daarnaast verrees in 2018 een nieuwe kas van 3,9 hectare, een modern bedrijf om met vertrouwen de toekomst in te gaan. “Er is de laatste jaren een veldslag geweest onder kleinere, oudere bedrijven. De meeste bedrijfjes zonder opvolger zijn allemaal afgehaakt. Bedrijven worden groter. Als je een hoge productie kunt halen kom je nog ergens. Als je dat niet kunt val je af.”
En produceren in het groot is wat Topline Gerbera doet. In een week als deze, half april, worden er per week 800 duizend stelen geoogst. Al gaat het Rino niet om de kwantiteit. “Je hebt bedrijven die zich richten op de retail. Die telen soorten die iets minder van kwaliteit zijn, maar wel een heel hoge productie halen omdat de prijzen scherp moeten zijn. Wij zijn gericht op de bloemist en ook een stukje retail. Die bloemist wil aparte vormen, die wil geen simpele rode maar net iets mooiers dan in de supermarkt.”
De gerbera’s gaan vooral naar Duitsland, Engeland, Frankrijk en de Scandinavische landen. Door de coronacrisis mogen kwekers echter nog maar dertig procent van normaal veilen. “We hebben elke dag 120 duizend bloemen die de deur uit moeten. Vorige week met Pasen hadden we nog wat extra vraag. Van de week is het een drama. Het gaat allemaal de container in. Dat is geen leuk gezicht. In deze tijd is het mooi weer, we gaan naar de piekproductie toe. In januari haal je tien stelen van een meter. Richting de Moederdag worden het er 25. Het gaat van twee kanten. De productie neemt toe, de vraag is meer dan gehalveerd.”
De steunmaatregelen van de overheid zijn welkom, met vorige week de aankondiging van extra geld voor de sierteelt. Rino: “Daar ben ik blij mee. Er werd wel over gesproken maar wij zijn niet de enige sector waar het mis gaat. Ik ben wel benieuwd hoe die regeling eruit gaat zien. De NOW-regeling is voor ons erg lastig. Ze kijken naar je arbeidsbehoefte in januari, precies de maand dat wij de minste arbeid hebben. Het gaat hoe dan ook geld kosten. Het kan niet anders of er gaan bedrijven omvallen.”
Steun is er ook van Alfa. “Er is meer contact dan anders. Mijn vader is met Alfa bezig geweest om die NOW-regeling aan te vragen. Twee weken terug, toen alles instortte, kreeg ik een bericht van Jan Poppe, een stukje medeleven: ‘Als we wat voor jullie kunnen doen, laat het dan weten.’ Jan heeft veel voor ons betekend met het hele bouwproces, vooral juridisch. Ook Johan Brienen doet veel voor ons. We zitten al heel lang bij Alfa. Mijn opa zat al met jullie aan tafel.”
Tot nu toe draait Topline Gerbera door. Ook omdat zijn gerberateelt een driejarige teelt is. “We kunnen de planten niet stopzetten. We zijn wel anders gaan telen, met wat minder snelheid. Mensen maken minder uren. Voor de rest houden we iedereen aan het werk. Wij en de rest van de tuinbouw moeten ervoor zorgen dat we startklaar staan, als de markten weer open gaan.”
Van slapeloze nachten heeft Rino ‘gelukkig geen last’. “We hebben een prachtig product, je loopt altijd met plezier door je kwekerij. Dat is nu iets anders. Ik probeer nuchter daarin te zijn. Als het écht fout zou gaan, dan verwacht ik dat de banken gaan kijken naar de bedrijven die toekomstbestendig zijn. Ik denk dat wij dat wel zijn. En we zijn gezond. Dat is misschien wel het allerbelangrijkste.”