Tips voor de BV en dga
12 oktober 2021 | Door: Jasper Gorter
Als dga is het altijd goed om richting het einde van het jaar kritisch naar jouw fiscale positie te kijken. Dit jaar springt vooral de verhoging van de tariefsopstap in de vennootschapsbelasting in het oog. Ook de box 3-positie vraagt – nu de peildatum van 1 januari nadert – altijd even de aandacht.
1. Beoordeel de hoogte van je gebruikelijke loon
2. Kostenvergoedingen en auto van de zaak tellen mee voor het gebruikelijk loon
3. Gebruik de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
4. Keer dividend uit en voorkom dat heffingskortingen verloren gaan
5. Beperking lenen bij eigen BV
6. Verminder je vermogen in box 3
7. Optimaliseer gebruik tariefsopstap vennootschapsbelasting
8. Houd je fiscale eenheid voor de Vpb tegen het licht
9. Optimaliseer de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
10. Laat een herinvesteringsreserve niet verlopen
11. Optimaliseer de verliesrekening
12. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
13. Tijdelijke aanvullende tegemoetkoming uitstel van betaling
1. Beoordeel de hoogte van je gebruikelijke loon
In de meeste gevallen is het fiscaal aantrekkelijk om het gebruikelijk loon zo laag mogelijk vast te stellen. Reden genoeg om goed naar de hoogte van het loon in 2021 te kijken. Wel is er een wettelijke regeling dat het loon van een dga tenminste het hoogste van de volgende bedragen bedraagt:
- 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
- het hoogste loon van de overige werknemers van de BV of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
- € 47.000.
Let op!
Om het loon lager dan € 47.000 vast te stellen, moet je aannemelijk maken dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 47.000. Lukt dat niet, dan bedraagt het gebruikelijk loon altijd minimaal € 47.000.
Let op!
Ben je dga van een BV die door de coronacrisis te maken heeft met een omzetdaling van minstens 30%, dan mag je het gebruikelijk loon als dga lager vaststellen. Dit kan zonder vooroverleg met de inspecteur. Lees hier meer over de voorwaarden van deze regeling.
2. Kostenvergoedingen en auto van de zaak tellen mee voor het gebruikelijk loon
Kostenvergoedingen – mits individualiseerbaar – behoren ook tot het gebruikelijk loon. Het maakt daarbij niet uit of de kostenvergoedingen belast of onbelast zijn. Denk bijvoorbeeld aan een onbelaste vergoeding voor maaltijden of reiskosten. Ook de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak telt mee voor het gebruikelijk loon.
Doordat deze looncomponenten meetellen voor de toets of je hebt voldaan aan het gebruikelijke loon, kun je het gebruikelijk loon (in geld) lager vaststellen. Dat is fiscaal meestal aantrekkelijk.
Let op:
De goedkeuring voor het ongewijzigd door laten lopen van een vaste reiskostenvergoeding vervalt per 2021. Bij een vaste onkostenvergoeding is er wellicht reden om vanwege gewijzigde omstandigheden de vergoeding opnieuw te moeten onderbouwen. Daarnaast ontstaat per 2022 de mogelijkheid voor een onbelaste vergoeding van 2 euro per thuisgewerkte dag. Houd je vergoedingenstructuur voor het einde van het jaar eens tegen het licht!
3. Gebruik de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling
Benut ook dit jaar als dga je mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Heb je nog geen of weinig andere belaste vergoedingen of verstrekkingen gehad, dan kun je jezelf dit jaar als dga bijvoorbeeld ook een onbelaste eindejaarsvergoeding geven.
Staat je partner ook op de loonlijst, dan geldt dit ook voor hem of haar. Let hiermee wel erg op als je gebruik hebt gemaakt van de NOW-regeling en/of meer dan drie maanden bijzonder uitstel van betaling hebt gekregen. Dit in het kader van het hiermee samenhangende verbod op bonussen!
Tip!
Als dga mag je 2.400 euro per per jaar vanuit je holding aan jezelf verstrekken of vergoeden zonder vragen van te krijgenTot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in elk geval als gebruikelijk. Bij grotere bedragen kunnen discussies met de Belastingdienst ontstaan.
Tip!
Houd er rekening mee dat de vrije ruimte ook in 2021 is verruimd vanwege de coronacrisis. Tot een loonsom van 400.000 euro bedraagt de vrije ruimte 3% en over het meerdere 1,2%. De vrije ruimte wordt in 2022 weer verlaagd: over de eerste 400.000 euro van de loonsom wordt de vrije ruimte 1,7% en over het meerdere 1,18%.
Tip!
Maak alleen gebruik van de concernregeling binnen de werkkostenregeling als deze positief voor je uitpakt. Houd er hierbij rekening mee dat de concernregeling alleen geldt voor BV's, NV’s en stichtingen en dat een belang van minimaal 95% gedurende het gehele jaar vereist is. Door de concernregeling kan een BV die tot een concern behoort de ongebruikte vrije ruimte van een andere BV binnen hetzelfde concern benutten. Door de grotere vrije ruimte dit jaar vanwege de coronacrisis, is het gebruik van de concernregeling echter minder vaak voordelig. Als je de concernregeling toepast, kun je namelijk maar één keer profiteren van de extra vrije ruimte van 3% over de eerste 400.000 euro van de loonsom. Het gebruik van de concernregeling is optioneel en je hoeft je keuze pas ná 2021 te bepalen.
4. Keer dividend uit en voorkom dat heffingskortingen verloren gaan
Als je fiscale partner zelf weinig of geen inkomen heeft, kan het zo zijn dat de heffingskortingen (korting op het te betalen bedrag aan belasting) niet of nauwelijks benut worden. Een mogelijke oplossing is om vóór 31 december 2021 dividend uit te keren vanuit je BV-structuur naar privé. Dit inkomen in box 2 kan in de aangifte inkomstenbelasting aan je fiscale partner toe worden gedeeld waardoor de heffingskortingen toch worden benut. Ook inkomen in box 3 kan aan je fiscale partner worden toegedeeld.
Tip!
Je kunt vermogensrendementsheffing (box 3) voorkomen door het uit te keren dividendbedrag weer als agio terug te storten in box 2.
Let op:
Over het algemeen is dividend uitkeren vaak niet aan te raden. Dat wordt anders als het rendement toeneemt of als je over weinig vermogen in privé beschikt. Áls je besluit om dividend uit te keren, is het belangrijk goed na te denken over de timing in verband met de peildatum in box 3 en dus ook over het benutten van heffingskortingen bij jezelf of je partner. Laat je fiscaal adviseur doorrekenen wat in jouw situatie het voordeligst is.
Let op:
Heeft je BV-structuur gebruik gemaakt van de NOW en/of de verlenging van het bijzonder uitstel van betaling belastingen, let dan heel goed op vóór je dividend uitkeert vanwege het dividendverbod wat van toepassing kan zijn!
5. Beperking lenen bij eigen BV
Het ‘excessief lenen’ bij de eigen BV voor dga’s wordt met ingang van 2023 aan banden gelegd. Het voorstel behelst om leningen bij de eigen BV te belasten tegen het tarief in box 2. Dit zou dan alleen gelden voor zover het totaal van alle leningen meer dan 500.000 euro bedraagt, waarbij leningen ten behoeve van de eigen woning zijn uitgezonderd. Lees meer.
Let op!
De behandeling van dit wetsvoorstel is op de lange baan geschoven. Pas na een kabinetsformatie wordt de behandeling weer opgestart. De vraag is nu of van uitstel ook afstel komt.
6. Verminder je vermogen in box 3
Bezit je veel vermogen in privé, dan betaal je hierover in box 3 belasting. Deze belasting loopt op naarmate je over meer vermogen beschikt. In 2022 betaal je over een belastbaar vermogen van meer dan 1.000.000 euro zelfs 1,71% belasting over de waarde van het vermogen per 1 januari 2022, ongeacht het behaalde rendement.
Tip!
Het kan bij een hoog privévermogen lonend zijn om een deel hiervan over te brengen naar de BV, vooral als dit vermogen relatief laag rendeert. Dit kan via een kapitaalstorting. Op deze manier betaal je minder belasting in box 3.
7. Optimaliseer gebruik tariefsopstap vennootschapsbelasting
De eerste schijf van de vennootschapsbelasting met een tarief van 15% wordt in 2022 verlengd naar 395.000 euro. Zie deze tabel voor een overzicht:
* Naar alle waarschijnlijkheid
Valt de winst van je BV dit jaar hoger uit dan 245.000 euro, dan is het meestal voordelig om de winst zoveel mogelijk te drukken, vooral als je verwachte winst in 2022 onder 395.000 blijft. Dat kan op verschillende manieren:
- Door kosten van je onderneming, indien mogelijk, zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen, bijvoorbeeld door het vormen van een voorziening, door vervroegd af te schrijven of een investering naar voren te halen.
- Door opbrengsten, indien mogelijk, zo veel mogelijk uit te stellen, bijvoorbeeld door het vormen van een herinvesteringsreserve.
Daarnaast kun je beoordelen of je binnen je BV-structuur winsten kunt verschuiven van BV's die in de hoge tariefschijf vallen naar BV's die in de lage tariefschijf belast worden. Denk dan bijvoorbeeld aan de hoogte van de management fee. Let op: dergelijke aanpassingen moeten wel altijd zakelijk zijn!
Een andere mogelijkheid is het afsplitsen van ondernemingsactiviteiten naar een nieuwe BV. Lees hier meer over de mogelijkheden.
8. Houd je fiscale eenheid voor de Vpb tegen het licht
Zijn je BV's op dit moment gevoegd in een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, houd deze dan eens tegen het licht. De fiscale eenheid betaalt vennootschapsbelasting over het geheel van winsten van de gevoegde BV's. Gezien het toenemende verschil tussen het lage en het hoge tarief wordt het verbreken van de fiscale eenheid interessanter. Het tariefverschil bedraagt vanaf 2021 immers 10,8%-punt (15% respectievelijk 25,8%) en heeft vanaf 2021 betrekking op de eerste 245.000 euro winst en vanaf 2022 zelfs op de eerste 395.000 euro winst. Na verbreking van de fiscale eenheid kan elke BV voor zich het tariefsopstapje benutten.
Ook als er plannen zijn om een deelneming te verkopen in 2022 is ontvoeging van de deelneming uit de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting per 1 januari 2022 de moeite waard. Dit voorkomt een extra fiscaal boekjaar in 2022.
Let op!
Let op dat de verbreking van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden. Als verbreking per 2022 gewenst is, moet het verzoek hiertoe vóór 1 januari 2022 zijn ontvangen door de Belastingdienst.
Weeg alle voor- en nadelen van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting goed af voor je besluit tot verbreking over te gaan. Wees ook alert op mogelijke onbedoelde gevolgen bij verbreking. Zo moeten je BV's wellicht belasting te betalen over vermogensverschuivingen tussen de BV's in de afgelopen zes jaar.
9. Optimaliseer de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
Rondom de investeringsaftrek zijn er een aantal zaken om rekening mee te houden:
- Het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (geven opdracht, ondertekening offerte e.d.) in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het percentage aan aftrek is het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen 2.400 euro en 59.170 euro. Het plannen, en voor zover mogelijk het spreiden, van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite.
Let op!
Vanaf 2022 gelden er voor de milieu-investeringsaftrek (MIA) hogere percentages. De percentages 13,5%, 27% en 36% worden vervangen door 27%, 36% en 45%. Er zijn rondom de verhoging van de percentages twee belangrijke dingen om rekening mee te houden
- Dat het aantrekkelijk lijkt om het investeren in milieubedrijfsmiddelen uit te stellen naar 2022
- Het echter nog niet duidelijk is welke bedrijfsmiddelen voor 2022 op de Milieulijst staan en in 2022 voor MIA in aanmerking komen. Deze lijst wordt pas eind december gepubliceerd.
Bereid daarom in samenwerking met je leverancier een investering in een milieubedrijfsmiddel goed voor en zorg dat je de keuze hebt om de verplichting per eind december 2021 óf toch per 2022 aan te gaan, afhankelijk van de ontwikkelingen!
- Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte vennootschapsbelasting 2021 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2021 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2021 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op risico’s bij faillissement van de leverancier.
Let op!
Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen 12 maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doe je dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).
Heb je in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2017 en 2021) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoop je het bedrijfsmiddel weer of ruilt deze in, dan krijg je mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor je een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht, voor zover mogelijk, met de desinvestering. Dit is bijvoorbeeld van belang als je een milieuvriendelijke auto, waarvoor je MIA hebt gekregen, verkoopt binnen vijf jaar.
Let op!
Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Zo zijn bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan 450 euro uitgesloten, maar ook uitgesloten zijn bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn
10. Laat een herinvesteringsreserve niet verlopen
Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves (HIR) niet verlopen. Een HIR die je in 2018 gevormd heeft, moet je nog voor 31 december 2021 benutten. Doe je dat niet, dan valt de HIR vrij en ben je belasting verschuldigd. Investeer daarom op tijd!
Let op!
Op de termijn van drie jaar waarbinnen je moet herinvesteren, bestaan twee uitzonderingen:
- De eerste is als vanwege de aard van het bedrijfsmiddel meer tijd nodig is. Denk bijvoorbeeld aan de investering in een chemische fabriek waarvoor diverse vergunningen nodig zijn.
- De tweede uitzondering is van toepassing als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor de aankoop is vertraagd. Er moet in dat geval wel op zijn minst een begin van uitvoering met de aankoop gemaakt zijn. Ook zul je de vertragende factoren desgewenst aannemelijk moeten maken.
Let op!
Door de staatssecretaris van Financiën is bekend gemaakt dat de huidige coronacrisis doorgaans als zo’n bijzondere omstandigheid aangemerkt kan worden. Bovendien is toegezegd dat de Belastingdienst hiermee ruimhartig zal omgaan. Heeft je BV de afgelopen jaren een HIR gevormd en is er een begin van uitvoering gemaakt met herinvesteren maar is dit vanwege de coronacrisis vertraagd? In de meeste gevallen zal dit dan betekenen dat je BV, na het derde jaar na vorming van de HIR, deze toch niet aan de winst hoeft toe te voegen. De HIR blijft dan in de boeken gereserveerd totdat uitstel van herinvesteren vanwege corona niet meer aannemelijk is en je BV de HIR op een nieuw bedrijfsmiddel kan afboeken. Op deze manier geniet je BV nog enige tijd van het liquiditeitsvoordeel.
11. Optimaliseer de verliesrekening
Vanaf 2022 verandert de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. De veranderingen zijn als volgt:
- De verrekening wordt beperkt maximaal 1 miljoen euro plus 50% van de belastbare winst. Bij een winst van 2 miljoen euro kan dus 1,5 miljoen euro verrekend worden. Dit geldt zowel voor voorwaartse als achterwaartse verliesverrekening.
- De achterwaartse verliesverrekening blijft 1 jaar.
- In ruil voor de beperking wordt de voorwaartse verliesverrekening onbeperkt in de tijd in plaats van de huidige zes jaar. Dit geldt ook voor alle verliezen die per 2022 nog verrekenbaar zijn. Dat zijn (door overgangsrecht) alle verliezen vanaf 2013.
Voorbeeld
Bij een BV met een winst van bijvoorbeeld 2 miljoen euro is dus slechts 1,5 miljoen euro beschikbaar (1 miljoen euro + 50% van 1 miljoen euro) voor verrekening van het verlies.
Let op!
Het bovenstaande betekent dat dat verliezen uit 2012 alleen nog in 2021 kunnen worden verrekend. Als sprake is van een verlies uit 2012 wat dreigt te verdampen, ga dan eens na of het mogelijk is de winst in 2021 zodanig te verhogen, bijvoorbeeld via verkoop van een bedrijfsmiddel met boekwinst (aan een derde of binnen de eigen BV-structuur) dat het verlies uit 2012 nog kan worden verrekend.
Let op!
Zijn er in het verleden verliezen geleden groter dan 1 miljoen euro, beoordeel dan in hoeverre deze verliezen nog in 2021 verrekend kunnen worden. Immers, vanaf 2022 moet meer winst gemaakt worden om deze verliezen te kunnen verrekenen!
12. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
Met betrekking tot de aanslag vennootschapsbelasting 2021 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2022 een rente van 8%! Voorkom belastingrente over 2021 en controleer of de voorlopige aanslag juist is. Is deze te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan, als de liquiditeitspositie dat toelaat.
Overigens is vanaf 2020 in de wet opgenomen dat geen belastingrente in rekening wordt gebracht als de aangifte vennootschapsbelasting wordt ingediend voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de belasting wordt geheven (doorgaans 1 juni) én de belastingaanslag wordt vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte.
Tip!
Wijkt de winst af ten opzichte van een eerder opgelegde voorlopige aanslag, vraag dan op tijd een nieuwe voorlopige aanslag Vpb of doe tijdig aangifte Vpb. Hiermee voorkom je de belastingrente van 8% bij een te betalen bedrag.
13. Tijdelijke aanvullende tegemoetkoming uitstel van betaling
Ben je met je bedrijf in betalingsproblemen gekomen door de coronacrisis en kun je ook na het einde van de reguliere uitstel van betalingsregeling per 30 september 2021 belastingschulden niet betalen? Onder voorwaarden kun je dan gebruik maken van de tijdelijke aanvullende tegemoetkoming uitstel van betaling tot 31 januari 2022. Vraag dit dan tijdig aan!