Hoe waarborg je de betaling in deze onzekere tijd?
7 mei 2020 | Door: Jan Poppe
In bijzondere tijden – zoals deze COVID-19-periode – wordt het maken van afspraken met je afnemer belangrijk. Het lijkt vaak een bijkomstig iets om afspraken goed vast te leggen. Totdat je wel hebt geleverd en je afnemer niet kan betalen. Wat moet en kan je dan? Lees in dit artikel hoe je meer zekerheid kunt creëren over de betaling voor je producten of diensten.
Een bank met een hypotheekrecht heeft een bevoorrechte positie. De algemene uitdrukking ‘de bank komt wel aan zijn geld’ geeft die positie weer. Als pandhouder en als hypotheekhouder zijn er enkele juridische bijzonderheden, maar de rechten van de bank zijn normaal wel gewaarborgd. Hoe het dan zit met de levering van het product aan de afnemer die failliet gaat, is afhankelijk van enkele zaken die ik hierna benoem.
Krijg ik mijn geld?
Als er een top-10 van veel gehoorde vragen bij betalingsproblemen bij afnemer zou zijn, is het deze vraag die op 1 staat: ‘Krijg ik mijn geld?’ Dagelijks worden er in een onderneming overeenkomsten gesloten, er worden spullen geleverd en producten opgeleverd aan de afnemer. Vaak is je onderneming een onderdeel van een keten van ondernemingen. In elke onderneming wordt een onderdeel of product gemaakt én de laatste onderneming levert het eindproduct op. Tussen die ondernemingen wordt dagelijks gehandeld, door levering van het product met betaalafspraken. Die schakel van leveringen is ook het kwetsbare punt. Wordt er niet betaald dan levert dat een schade op voor de onderneming die levert. Of het nu een houtproduct is, of levering van groente, planten of een staalproduct is, elke schakel tussen een opvolgend productieproces/ondernemingen is hetzelfde. Voor die goederen of dienstenmoet een prijs worden betaald als onderdeel van de afspraak. Voor de afspraken worden uitgebreide overeenkomsten opgesteld of juist heel beperkte: in de vorm van een offerte van vijf regels per mail. In elke schakel klinkt bij betalingsproblemen de vraag: ‘Krijg ik mijn geld?’
Afnemer is failliet
Bij een faillissement van de afnemer kan er niet veel meer worden geregeld. Dat faillissement betekent dat er geen overeenkomsten meer kunnen worden opgesteld, het failliete bedrijf kan niet meer handelen. De curator heeft de taak om de schulden uit de baten (opbrengsten) van de boedel te voldoen. Hij is daarbij afhankelijk van de omvang van de boedel en de posities van de verschillende schuldeisers.
Verschillende positie
Die schuldeisers, zoals een bank, leveranciers of de Belastingdienst hebben vaak ook een verschillende positie. Is er geen bijzondere positie, zoals een bank met een hypotheekrecht, een pandrecht of de Belastingdienst met een bodemrecht? Dan blijft voor de leverancier een zogenaamde concurrente schuldpositie over. Meestal leidt dit tot een betaling van een fractie van de oorspronkelijke factuur. Het faillissement doorkruist dan ook de betalingen van de afnemer. Voor de leverancier ontstaat een lange periode van onzekerheid en uiteindelijk vaak een magere betaling.
Onzekerheid opgelost?
In de dagelijkse gang van zaken binnen de onderneming neemt de administratie een bijzondere positie in. De documenten voor de afspraken tussen afnemer en leverancier zijn de onderliggende basis voor het opstellen van de jaarrekening en de boekhouding. Toch heeft dat document een meerwaarde: het juridische onderdeel van het document kan de onzekerheid bij faillissement oplossen. Wat bedoel ik daarmee?
Leveren onder voorwaarde
Je kunt namelijk met de afnemer afspreken dat hij onder voorwaarde levert. In de overeenkomst of de algemene voorwaarden neem je dan op dat wordt geleverd onder voorwaarde van betaling. Die voorwaarde in de overeenkomst is het zogenaamde eigendomsvoorbehoud. Zolang niet is betaald, is het product eigendom van de leverancier, ook al is het product al wel afgeleverd bij de afnemer (mogelijk op locatie). Gaat de afnemer failliet, is het product bij de afnemer op zijn bedrijf aanwezig en is het nog niet betaald? Dan wordt het product teruggehaald door de leverancier. Ook een curator moet hieraan meewerken. Kort gezegd: geen geld, dus geen product. Als leverancier is er dan zekerheid. Alleen kan de curator de kosten van terughalen als boedelschuld vorderen.
Overeenkomst en algemene voorwaarden
Het is duidelijk dat bij een faillissement van de afnemer de onzekerheid niet meer kan worden opgelost. Afspraken in de toekomst met andere afnemers of bij een doorstart van de onderneming kunnen wel worden geregeld, door het eigendomsvoorbehoud op te nemen in de overeenkomst of in de algemene voorwaarden. De korte opdrachtbevestiging in de vorm van vijf regels zal het eigendomsvoorbehoud van je product niet genoeg duidelijk maken. Het is wel een eerste stap om te komen tot zekerheid.
Verschillende manieren van eigendomsvoorbehoud
Eigendomsvoorbehoud bij de afnemer tot aan het moment van betaling kan op verschillende manieren. Vaak wordt in algemene voorwaarden het voorbehoud gemaakt. Er is een uitgebreid eigendomsvoorbehoud en een beperkt eigendomsvoorbehoud.
- Het uitgebreide voorbehoud is een voorbehoud van eigendom van alle goederen tot het moment dat alle openstaande facturen door de afnemer zijn betaald.
- Het beperkte eigendomsvoorbehoud geldt alleen voor het betreffende product, tot aan het moment van betaling.
Wat is het verschil?
Het verschil tussen beide is gelegen in de bescherming. Als een aantal producten wel is betaald én de afnemer een ander product niet betaalt, bestaat het risico van vermenging. Bij vermenging werkt het beperkte eigendomsvoorbehoud voor dat andere product minder. Ook als een product gelijk wordt verwerkt door de afnemer (bijvoorbeeld groenten die je levert aan een restaurant) heeft een eigendomsvoorbehoud geen of in ieder geval beperkt effect. Voor dit soort producten zou je niet alleen een eigendomsvoorbehoud moeten maken, maar ook een verbod om de producten te verwerken zolang ze niet zijn betaald.
Voor een woning, gebouwen en grond is het eigendomsvoorbehoud niet de oplossing, daar blijft de onzekerheid van niet betaling. Het spreekwoord ‘boter bij de vis’ geldt voor die onroerende zaken: betalen dus bij levering. Kan de afnemer niet betalen? Zoek het dan in een andere oplossing: door zekerheid te bedingen, zoals een hypotheekrecht.
Wat te doen?
Als ondernemer verdien je waarborgen van betaling voor de geleverde producten. Betaling is echter niet altijd mogelijk, omdat er meerdere goederen worden geleverd op verschillende data of er betalingstermijnen zijn afgesproken. Voor de zekerheid van betaling kan het eigendomsvoorbehoud een goed middel zijn. Om dat te bereiken moet je in de overeenkomst voor de verkoop en levering van het product of in de algemene voorwaarden het voorbehoud opnemen.
Een uitgebreid eigendomsvoorbehoud (dus voor alle betalingen van de afnemer) heeft de voorkeur. Door nu te handelen kan in de toekomst de onzekerheid van betaling worden beperkt. Conclusie: ook een curator moet het eigendomsvoorbehoud eerbiedigen. Neem in de overeenkomsten en/of de algemene voorwaarden het voorbehoud op. Belangrijk is om de algemene voorwaarden op de juiste manier af te spreken met en te overhandigen aan je afnemers. Op het fenomeen algemene voorwaarden ga ik een volgende keer uitgebreider in.