Banner

Is extensiveren een mogelijkheid voor toekomstbestendigheid?

20 december 2023 | Door:  Klaas-Jan Janse

Onzekerheid; een veelgehoorde kreet in de melkveehouderij op dit moment. Niemand weet echt waar we nu aan toe zijn. Voor ondernemers is het daarom nu bijna onmogelijk om strategische keuzes te maken, die passen binnen de missie en visie van hun onderneming. Er komt de komende jaren veel op de sector af – en sommige zaken zijn al gestart – wat grote invloed gaat krijgen (en/of al hebben) op de huidige bedrijfsvoering. Denk hierbij onder meer aan de afbouw van de derogatie, grondgebondengroei/GVE per hectare, de kaderrichtlijn water, verplichte weidegang, GLB-beleid, met nutriënten verontreinigde gebieden en nieuw fosfaat- en stikstofplafond voor de veehouderij. Dit zal agrarische ondernemingen linksom of rechtsom beïnvloeden. Waar doe je nu goed aan als ondernemer bij de keuzes die je moet maken? Is extensiveren hét antwoord?

De onzekerheid omtrent het huidige stikstofbeleid en de exceptioneel hoge grondprijzen maken het beleid voor een ondernemer onzeker en ingewikkeld. We zien in de gemiddelde cijfers over het derde kwartaal bij onze agrarische klanten een stijgende lijn ontstaan in de mestafzetkosten van ongeveer 20 cent per 100 kg melk. Deze stijging kan direct worden toegekend aan de eerste effecten van de afbouw van de derogatie. Daarnaast zien we ook de eerste effecten van de stijgende rentes. Bij veel ondernemingen lopen de komende periode diverse rentevastperiodes af, en rentestijgingen tot wel 150% ten opzichte van het oude percentage komen veel voor. Dit geeft een aanzienlijke liquiditeitsdruk in de exploitatie. Om die reden is het belangrijk om in de komende periode terdege rekening te houden met aflopende rentes.

Is extensiveren verstandig?

Een vraag die veelvuldig gesteld wordt, is of het raadzaam is om te extensiveren in dieraantallen? Het makkelijke antwoord is dat het per bedrijf en situatie verschillend is, dat het daarom maatwerk betreft en dat het afhankelijk is van bedrijfsspecifieke factoren. Wel staat vast dat de wet- en regelgeving stuurt op het extensiveren van de totale veestapel. Daarnaast is het ook vanuit maatschappelijk oogpunt mogelijk raadzaam om voor extensiveren te kiezen. Extensiveren door middel van een uitbreiding van het landbouwareaal is voor veel ondernemers financieel niet haalbaar – als er überhaupt al grond te verkrijgen is in de directe omgeving. Vanuit het verleden kunnen we wel zeggen dat investeren in grond altijd een goede en duurzame oplossing is geweest, die altijd rendement, alleen al in stijging van waarde, heeft opgeleverd. Als er grond beschikbaar komt en het financieel tot de mogelijkheden behoort, is de aankoop van grond daarom altijd een mogelijkheid die serieus moet worden overwogen. 

Rekenvoorbeeld

Maar wat levert extensiveren nu eigenlijk op? Ter vergelijking hebben we twee (fictieve) bedrijven naast elkaar gezet, gebaseerd op de huidige database met cijfers die Alfa tot haar beschikking heeft. Het ene bedrijf is intensief met circa 22.000 kg melk per ha, het andere bedrijf is extensief met circa 12.000 kg melk per ha. Bij beide bedrijven is met een verder gelijkblijvende exploitatie een krimp toegepast van 10 melkkoeien. 

Tabel 1 - Intensief bedrijf 22.000 kg melk per hectare - klik op de afbeelding voor een grotere weergave

Tabel 2 - Extensief bedrijf 12.000 kg melk per hectare - klik op de afbeelding voor een grotere weergave

Bij beide bedrijven zien we de marge bij een gelijkblijvende exploitatie afnemen met ca 5.000 tot 7.000 euro per jaar. Dit wordt met name verklaard door de stijging van de mestafzetkosten door de afbouw van de derogatie. De mestafzetkosten lopen daardoor op van ca 20.000 euro tot wel 35.000 euro in 2027.

Krimp
Als we de bedrijven nu laten krimpen met 10 melkkoeien, verbeterd het saldo melkvee. Het saldo van het intensieve bedrijf neemt hierbij iets minder toe ten opzichte van het saldo bij het extensieve bedrijf. Dit heeft met name te maken met de lagere mestafzetkosten door de beschikbare ruimte en de gestegen overige opbrengsten bij het extensieve bedrijf. De marge neemt bij beide bedrijven af, waarbij moet worden opgemerkt dat de marge bij het extensieve bedrijf iets harder krimpt. Het geeft alleen niet de ruimte om de kosten mee op te vangen. Sterker nog, door de gedaalde melkproductie daalt bij beide ondernemingen de liquiditeitsmarge en verslechtert de exploitatie. Bij een (kleine) krimp blijven ook de meeste kosten, zoals teeltkosten, op het oude niveau, waardoor er door de minder geproduceerde en geleverde liters een direct negatief effect ontstaat in de exploitatie. Er ontstaat bij beide ondernemingen alleen een direct voordeel in de dalende voerkosten, maar dit weegt niet op tegen de afgenomen melkproductie.

Daarnaast is er ook gekeken of intensiveren, een toename met 10 melkkoeien bij een verder gelijkblijvende exploitatie, mogelijkheden kan bieden. Wat blijkt? Onderaan de streep leveren de 10 koeien extra praktisch niets op.

Goed begroten noodzakelijk

Conclusie is dus dat met (gering) extensiveren of intensiveren niet direct het beoogde resultaat behaald wordt, met een verbetering van de marge. De bedrijven zijn gevormd met de huidige omvang op de huidige financieringslast en kostenstructuur. Er is een soort (wankel) evenwicht ontstaan, waarbij een verandering in de balans niet direct het gewenste resultaat oplevert. Bij een beoogde verandering in de bedrijfsvoering zal er daarom altijd heel goed moeten worden gekeken naar het gewenste resultaat van de verandering. In dit kader is het belangrijk om zorgvuldig te begroten, om zo de resultaten van de veranderingen inzichtelijk te maken. Niemand wil verrast worden door uitkomsten die weleens anders kunnen uitpakken met de huidige kostenstructuren van de melkveehouderij. Continueren in de huidige – en deels onzekere – markt is en blijft ook een strategie. 

Dit artikel is onderdeel van Cijfers die Spreken voor de melkveehouderij.

Klaas-Jan Janse

Klaas-Jan Janse

Bedrijfskundig adviseur

088 2531202 | kjanse@alfa.nl


Meer over Klaas-Jan