Kabinetsreactie op rapport-Remkes: “dé kans voor een nieuwe start”
21 oktober 2022 | Door: Hans de Bie
Op 14 oktober 2022 hebben ministers Adema en Van der Wal via een brief aan de Tweede Kamer een reactie gegeven op het rapport “Wat wel kan” van Johan Remkes.
De ministers: “Wij danken de heer Remkes voor het vele werk dat hij in korte tijd heeft verzet en omarmen zijn denklijnen en aanbevelingen. Er is de afgelopen jaren veel onrust ontstaan bij boeren, andere sectoren en natuurorganisaties. Het beeld is ontstaan dat er geen waardering zou zijn voor het werk van de boer. Dat beeld is niet terecht. Boeren zorgen voor ons dagelijks voedsel en zijn onderdeel van onze Nederlandse identiteit. Remkes geeft hierover aan dat er sprake is van groeiende afstand tussen Randstad en landelijk gebied én tussen stad en platteland. Deze kloof moet overbrugd worden, want de stad kan niet zonder het platteland en andersom.”
Alfa onderstreept dit
Dit onderstrepen wij als Alfa, en dit voelen wij ook in de dagelijkse gesprekken met agrarische ondernemers. Het is belangrijk dat de overheid meer dan voorheen de samenwerking actief op gaat zoeken om tegenstellingen te overbruggen. Een belangrijke basis om ervoor te zorgen dat landbouwers, en zeker jonge boeren, een toekomst in Nederland hebben. Zij moeten daarbij op de overheid kunnen vertrouwen. De ministers realiseren zich dat herstellen van vertrouwen tijd kost, waarbij ze het advies van Remkes als dé kans zien om een nieuwe start te maken. Het kabinet wil samen met alle betrokken partijen zorgen dat de kwaliteit van natuur, water en bodem, milieu en het klimaat verbetert. Het is cruciaal dat alle partijen in de agrarische keten, andere sectoren (bouw, industrie en mobiliteit) en de financiële sector een niet-vrijblijvende bijdrage leveren. Hierbij is het rapport van Remkes het uitgangspunt en zijn de verschillende wettelijke doelen het vertrekpunt.
Rapport Remkes
Het rapport geeft 25 aanbevelingen en schetst een aanpak langs drie lijnen:
- Lijn één: Nederland van het slot af en ruimte maken. Een korte termijn aanpak van maximaal een jaar om ruimte voor vergunningverlening te creëren door de aanpak gericht op piekbelasters, zodat PAS-melders en interimmers met voorrang kunnen worden vergund.
- Lijn twee: een langjarig perspectief voor de agrarische sector en het landelijk gebied. Een visie van het kabinet wat waar wel kan en werken aan een robuuste toekomst voor de landbouw.
- Lijn drie: de gebiedsgerichte transitie realiseren. Het leggen van de gebiedspuzzels om onder andere de natuurdoelen te realiseren.
De betrokken ministeries gaan integraal aan de slag met deze lijnen en aanbevelingen waarbij ze vooral kijken naar ‘wat wel kan’.
Visie en aanpak Alfa
Wij onderstrepen dat Johan Remkes in zijn rapport ‘Wat wel kan’ op een goede wijze aandacht besteedt aan de realiteit op het erf: “wat speelt zich in werkelijkheid op het boerenbedrijf af? Het is, als adviseur, belangrijk om hier een goed beeld van te hebben. Alleen dan kan er een goed gesprek op gang komen. Een goed gesprek is van groot belang om het vertrouwen te krijgen. Alleen als er vertrouwen is, heb je kans op een unieke kijk in de keuken van de agrarisch ondernemer. Pas dan zie of hoor je dat de ondernemer het moeilijk heeft, dat het niet goed gaat en dat er (grote) zorgen over de toekomst zijn”.
Remkes stelt dat bij een gesprek met de agrarisch ondernemer over een (structurele) verandering het volgende van groot belang is:
1. welke kansen en beperkingen komen op de ondernemer af? Hij of zij moet weten welke (on)mogelijkheden er zijn;
2. de ondernemer moet de tijd hebben om zelf zijn afweging te maken; tijd kan nodig zijn om (emotioneel) afscheid te nemen van zijn of haar beroep of plek, maar tijd kan ook uit financieel oogpunt nodig zijn om bijvoorbeeld de fiscaliteit te regelen;
3. de ondernemer moet inzicht krijgen in mogelijke veranderingsrichtingen ten aanzien van zijn persoonlijke situatie. Op hoofdlijnen zijn dat drie richtingen:
- doorontwikkelen. De ondernemer verandert zijn bedrijfsvoering zodanig dat hij voldoet aan de eisen die (gaan) gelden. Dat kan bijvoorbeeld met innovatie of extensivering;
- omschakelen. De ondernemer schakelt om naar een vorm van landbouw of dienstverlening die langjarig houdbaar is, en
- stoppen of verplaatsen. De ondernemer verplaatst zijn onderneming naar een gebied waarin zijn beroep langjarig mogelijk is of hij stopt, via een door hem gekozen regeling.
Alfa onderstreept de mening van Remkes dat niet elke richting voor iedere ondernemer mogelijk is. Dat hangt af van de ligging van het bedrijf, van de financiële situatie en van (planologische) mogelijkheden in het gebied. Dit is een moeilijke afweging, die je samen met een betrouwbaar gezicht op het erf moet kunnen maken. Alfa wilt dit gezicht zijn door in dit impactvolle dossier een actieve rol te vervullen. De afgelopen periode hebben we dit al gedaan door persoonlijke gesprekken met klanten en het schrijven van artikelen over scenario’s in de praktijk en managementmaatregelen. Daarnaast hebben we podcasts uitgebracht, in VLB verband een congres over de problematiek van het stikstofdossier georganiseerd, input aan het ministerie geleverd omtrent problematiek PAS melders en interimmers, op de internetconsultatie over opkoopregelingen gereageerd en hebben we afgelopen zomer al voorstellen aan de Tweede Kamer-fracties gestuurd over de fiscale aandachtspunten van het stikstofdossier.
Informeren en klankborden
De komende periode zal er langzaam meer duidelijk worden wat de concrete vervolgstappen van het kabinet zijn en wat de impact hiervan op jouw bedrijf is. Het is voor jou en je bedrijf van belang om een strategie te bepalen: wat wil ik, wat kan er en is daarvoor plaats op de huidige locatie richting de toekomst. De adviseurs van Alfa kunnen je daarbij helpen.
Via Stikstof nieuws kan je de actuele ontwikkelingen rondom het stikstofdossier volgen. En wil je één op één bespreken wat de impact op jouw bedrijf is, neem dan contact met een adviseur van Alfa. Met ruim 30 kantoren zijn we overal dichtbij.
------------------------------------------------------
Aandachtsgebieden Rapport Remkes en vervolg aanpak Kabinet
Doelstelling voor 2030
Ten aanzien van de doelstelling beveelt de heer Remkes aan om vooralsnog vast te houden aan het jaartal 2030 en de gestelde doelstellingen. Ook adviseert hij om 2025 en 2028 hiervoor als ijkmomenten te kiezen. Het kabinet zal dit advies verder uitwerken en opnemen in de voorziene wijziging van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering. Daarbij zal het kabinet ook onderzoeken op welke manier de samenhang met de maatregelen voor de Kaderrichtlijn Water (waterkwaliteit: 2027 ) moeten zijn geïmplementeerd, kan worden geborgd.
Stikstofkaart
Zoals eerder gezegd neemt het kabinet de aanbeveling over om de stikstofkaart van tafel te halen. In plaats daarvan adviseert de heer Remkes om zo snel mogelijk regionale kaarten te maken, die minder gedetailleerd zijn. Provincies krijgen de ruimte om daartoe met goede voorstellen te komen. Nationale doelen krijgen zo een provinciale uitwerking. Tevens wordt bezien of een eventuele zonering ondersteunend kan zijn aan de gebiedsprocessen; dit moet ook ‘bottom up’ vorm moet krijgen.
Piekbelasters
Remkes adviseert om gericht en versneld de emissies van 500 tot 600 piekbelasters weg te nemen. Hierdoor kan er ruimte worden gecreëerd voor het met voorrang vergunnen van PAS-meldingen en interimmers. De overheid moet de piekbelasters maximaal ondersteunen bij de verschillende manieren om binnen een jaar de uitstoot op de betreffende locatie tot bijna nul te hebben teruggebracht. Hiervoor wordt een ruimhartig gecompenseerd, met de garantie dat er met wachten geen beter bod komt. De ministeries volgen daarbij de gefaseerde aanpak van Remkes: aanpassen, verplaatsen en daarna het gesprek aangaan over (vrijwillig) stoppen. Het gaat hierbij niet alleen om agrarische bedrijven.
Voor het uitvoeren van dit proces richt het kabinet samen met provincies een taskforce in, waar sectorpartijen bij betrokken worden. Over de invulling van de aanpak en de taskforce informeren de ministeries de Kamer in november 2022. In lijn met Remkes wordt toegezegd dat naast de financiële regeling zelf, ook wordt gekeken naar de (daarmee samenhangende) fiscaliteit en/of ruimtelijke ordening.
Landbouwakkoord
Remkes adviseert om de denklijnen van het rapport samen met de agrarische sector uit te werken tot een concreet plan in een landbouwakkoord. Het kabinet omarmt dit advies. Er is behoefte aan een duidelijk en gedragen toekomstbeeld voor de landbouwsector en de bijbehorende bedrijven voor pakweg 20 jaar. Het moet leiden tot een duidelijke en stabiele koers met een concrete meerjarige aanpak en ondersteuning bieden voor de landbouw om toe te werken naar kringlooplandbouw. Een aanpak die niet elke vier jaar wijzigt, maar inspeelt op wat nodig is om de wettelijke opgaven van klimaat, water en natuur te halen.
Kritische depositiewaarde (KDW) en sturen op emissie
Zoals tijdens de gesprekken van de heer Remkes met de sectorpartijen en het kabinet is afgesproken gaan wij samen kijken hoe en zo ja, wanneer de wettelijke verankering van de KDW te vervangen is door een andere juridisch houdbare systematiek. Een beoordelingssysteem zonder KDW zal een wetenschappelijk geaccepteerde methode moeten bevatten. Om de stap naar emissiesturing te zetten is een meetsystematiek nodig, een zogeheten ‘stoffenbalans’. Dit sluit beter aan bij de praktijk, omdat ondernemers kunnen sturen op reductie van emissies. Het kabinet onderschrijft de wens en het belang om de slag te maken naar emissiesturing.
Vervolgproces
Het kabinet omarmt de denklijnen en aanbevelingen van het rapport en gaat zo snel mogelijk over tot realisatie daarvan. Voor een aantal onderwerpen in eerste instantie alvast aangegeven hoe het kabinet daarnaar kijkt. Het Rijk pakt hier haar rol en verantwoordelijkheid. Diverse punten uit het rapport Remkes, vragen verdere uitwerking, precisering, of het maken van keuzes. Het is daarbij van belang om bij deze keuzes oog te hebben voor uitvoerbaarheid en haalbaarheid.
Om een goed en een voorspelbaar proces te borgen, is het van belang dat het kabinet een doorkijk geeft hoe het proces voor het NPLG en een landbouwakkoord er uitziet en hoe hierin ruimte is gemaakt om samen met partijen aan de slag te gaan. Het kabinet zet zich in om beide processen parallel en in samenhang vorm te geven. Hiervoor geldt:
- In november 2022 volgt een Kamerbrief over de toekomst van de landbouw met een verdere uitwerking van het coalitieakkoord en het rapport van de heer Remkes, die kaderstellend en richtinggevend zal zijn voor het landbouwakkoord, waarvan het streven is deze in het begin van 2023 te sluiten.
- Parallel daaraan volgt in november 2022 eveneens een hoofdlijnenbrief over het NPLG waarin de belangen van de boeren, natuur, water en klimaat worden samengebracht met het oog op een vitaal platteland. In deze hoofdlijnenbrief staan ook de landelijke doelstellingen op het gebied van water klimaat en natuur.
- Deze zullen vervolgens richting januari 2023 in gezamenlijkheid met onder meer de provincies en sectoren worden door vertaald per gebied in richtinggevende doelstellingen. In januari worden tegelijkertijd de richtinggevende doelen voor andere sectoren vastgesteld.