Banner

KringloopWijzer: stikstof blijft een uitdaging

4 februari 2020

Een eerste indicatie vanuit KringloopWijzers in Noord-Nederland is dat er nog te ruim eiwit wordt gevoerd. Dit leidt tot een stikstofnadeel. Eiwit is het duurste voer, zodat een besparing op mineralen ook leidt tot een financiële besparing. De resultaten van 2019 bieden handvatten en ideeën om in 2020 mee aan de slag te gaan.

De trend die we bij de eerste bedrijven (in Noord-Nederland) in de afgelopen drie jaar zien is dat de bedrijfsspecifieke fosfaatexcretie per koe daalt. In andere woorden: het gemiddelde BEX-voordeel op fosfaat is toegenomen van gemiddeld 5% naar 13%. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat het fosforgehalte in het totale rantsoen is afgenomen van 3,97 naar 3,78 gram fosfor per kg ds.

De bedrijfsspecifieke stikstofexcretie is een ander verhaal. Deze blijft de afgelopen drie jaar redelijk stabiel en is bij de geanalyseerde bedrijven hoger dan de forfaitaire stikstofnorm per koe. Er is dus sprake van een BEX-nadeel op stikstof. De afgelopen drie jaar schommelt dit tussen de -2 en -4%. De bedrijfsspecifieke stikstofexcretie is in hoge mate afhankelijk van het gemiddelde ruw eiwit in het totale rantsoen (zie figuur).

Onnodig veel eiwit aangekocht

Het ruw eiwitgehalte van de totale netto opbrengst van gras- en maisland schommelt tussen de 160 en 165 gram per kg ds. Hierbij bestaat 8% van het bouwplan uit maisland. Het ruw eiwit in het rantsoen is de afgelopen drie jaar stabiel met gemiddeld 170 gram. Dat betekent dat er nog steeds onnodig veel eiwit via krachtvoer wordt aangekocht. Er zijn meerdere studies die aantonen dat je het ruw eiwitgehalte van het rantsoen kunt verlagen tot 160 of lager.

BEX-voordeel op stikstof

De variatie in ruw eiwit in het rantsoen tussen de bedrijven is groot, daarmee ook de variatie in BEX-voordeel op stikstof. Waar variatie is, is winst te behalen. Bedrijven die intensiever zijn hebben meer mogelijkheden om het eiwitniveau in het rantsoen te sturen met wat ze aankopen. Niet alle intensieve bedrijven hebben echter standaard een BEX-voordeel op stikstof. Ook hier ligt een uitdaging.

Eiwit/VEM-verhouding

Extensieve bedrijven hebben minder sturingsmogelijkheden en hebben het vaak te doen met meer (vers) gras in het rantsoen. Een groter aandeel vers gras leidt ertoe dat het eiwitgehalte van het totale rantsoen stijgt. Het gevolg is dat de bedrijfsspecifieke stikstofexcretie per koe hoog uitpakt. Het ruw eiwit in vers gras wordt bepaald door de verhouding tussen ruw eiwit en VEM in de aangelegde graskuilen van het betreffende seizoen. Hoe hoger de eiwit/VEM-verhouding in de graskuil, hoe hoger het eiwitgehalte in vers gras, wordt verondersteld. Hierbij zijn de najaarskuilen een aandachtspunt, doordat deze vaak een ongunstige eiwit/VEM-verhouding hebben. Enkele aanbevelingen zijn om vroeg in het seizoen te bemesten en het suikergehalte, en dus de VEM, in de graskuil te verhogen door in de nazomer in middag te maaien.

Je management optimaliseren

Makkelijk is het niet, maar de KringloopWijzer biedt mooie aanknopingspunten om je management te optimaliseren. Het blijft daarbij waardevol om van elkaar te leren en er actief mee bezig te zijn. Wat zijn de verbeterpunten voor jouw bedrijf? En hoe ga je daar komend seizoen mee aan de slag? Alfa helpt je graag verder om ook jouw management naar een hoger niveau te tillen!