Jeroen van den Hengel
Bedrijfskundig adviseur
088 2531018 | jvdhengel@alfa.nl
31 december 2020 | Door: Jeroen van den Hengel
Afgelopen najaar heeft minister Schouten de contouren voor een nieuw mestbeleid bekend gemaakt. Eind 2017 kondigde de minister al aan een herbezinning op het mestbeleid uit te willen voeren. Reden daarvoor was de complexiteit van de huidige regelgeving, maar ook de hoge fraudedruk en de milieu-opgave op het gebied van de waterkwaliteit.
Het nieuwe mestbeleid richt zich op 3 hoofdlijnen: grondgebondenheid, afvoer en verwerking van mest en een gebiedsgerichte aanpak.
1. Grondgebonden bedrijfsvoering
- Voor melk- en rundvleesveehouderijen
- Alle geproduceerde mest op eigen grond of op grond van een collega in (regionaal) samenwerkingsverband
- Samenwerking met bijvoorbeeld akkerbouwers of met varkenshouders die al hun eigen mest verplicht afvoeren naar de mestverwerking
- Gemengde bedrijven zullen wellicht ervoor kiezen hun tak intensieve veehouderij af te splitsen en de mest af te voeren naar mestverwerking zodat hun melkveetak grondgebonden wordt
2. Afvoer en verwerking van mest
- Niet-grondgebonden bedrijven zetten alle mest die zij produceren af naar mestverwerking
- Deze bedrijven met een niet-grondgebonden bedrijfsvoering plaatsen hun eigen onbewerkte mest niet meer op eigen grond, maar zullen voor het bemesten van eigen grond gebruik maken van mest uit een samenwerkingsovereenkomst met een (mede daardoor) grondgebonden ondernemer, of ze voeren bewerkte mest aan
- Meer transparantie in meststromen
- Professionalisering van de mestverwerkingsketen
- verwerkte mest kan kunstmest voor een deel vervangen
3. Gebiedsgerichte aanpak waterkwaliteit
- Een pakket aan gebieds- en teeltgerichte maatregelen
- Voor löss- en zandgrondgebieden waar de waterkwaliteit achterblijft
- Bewustwording door inzicht in de gevolgen van bemesting op de waterkwaliteit
- Maatregelen voor de teelt van uitspoelinggevoelige gewassen
Het beleid op hoofdlijnen roept vanzelfsprekend nog het nodige aantal vragen op. Op de site van de rijksoverheid staat een document met veel gestelde vragen. Daarvan kun je hieronder drie ervan, in verkorte vorm, lezen. Uiteraard staat de Alfa adviseur voor je klaar om samen te bekijken wat het nieuwe beleid voor jouw bedrijf(svoering) kan betekenen.
Q: Hoe gaat grondgebondenheid eruit zien?
A: De basis is dat grondgebonden bedrijven de mest die zij produceren kunnen plaatsen op het land waarover zij kunnen beschikken. Voor de melk- en rundveehouderij komt er geen keuze om mest te verwerken en dit te plaatsen buiten de grond waarover de ondernemer beschikt, voor deze sectoren komt er een tijdspad om grondgebonden te worden. Daarnaast komt er ruimte voor het aangaan van samenwerkingsverbanden met boeren in de buurt.
Q: Zijn melkveehouders die onderling afspraken maken met akkerbouwers over het afzetten van onbewerkte mest ook grondgebonden?
A: Ja, melkveehouders- of rundvleesveehouders kunnen afspraken maken met andere agrariërs, zoals akkerbouwers, over het afzetten van onbewerkte dierlijke mest en op die manier grondgebonden zijn. Een grondgebonden veehouder moet alle geproduceerde mest op zijn/haar eigen grond kwijt kunnen. Het aandeel ‘eigen grond’ kan vergroot worden door samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere agrariërs, zoals akkerbouwers. Ook kan een boer ervoor kiezen om extra grond aan te schaffen om zo grondgebonden te worden.
Q: Zijn er voorwaarden verbonden aan de samenwerkingsverbanden om grondgebonden te worden?
A: Het is de bedoeling om in samenwerking met betrokken stakeholders te komen tot een goede invulling van deze regionale samenwerkingsverbanden tussen veehouders en grondgebruikers. Een belangrijk aspect hierbij is bijvoorbeeld de onderlinge afstand tussen de betrokken partijen.
De contouren zijn het vertrekpunt om samen met stakeholders verder te bouwen aan het nieuwe mestbeleid. Minister Schouten wil de komende tijd verder met stakeholders in overleg om gezamenlijk deze stip op de horizon te concretiseren. Daarna zal de wet en regelgeving gewijzigd en ook vereenvoudigd worden. De invoering van grondgebondenheid en mestverwerking zal minstens tien jaar duren, en een vervolg krijgen in een volgende kabinetsperiode.