Jeroen van den Hengel
Bedrijfskundig adviseur
088 2531018 | jvdhengel@alfa.nl
31 december 2020 | Door: Jeroen van den Hengel
Vanaf 2021 is de teelt van maïs op zand- en lössgrond alleen toegestaan als het betreffende perceel uiterlijk 15 februari bij RVO is aangemeld. Op de gemelde percelen mag vervolgens vanaf 15 maart drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib worden aangewend.
In het zesde actieprogramma was al aangekondigd dat per 1 januari 2021 enkele maatregelen doorgevoerd zouden worden rondom de teelt van maïs op zand en löss. Aanvankelijk zou het toepassen van rijenbemesting verplicht worden gesteld. Echter, uit onderzoek en praktijkervaringen is naar voren gekomen dat rijenbemesting tot verdichting van de bodem kan leiden, en daardoor de kans op nitraatuitspoeling vergroot.
Om op een andere manier invulling te geven aan precisiebemesting, wordt de uitrijdperiode van mest voorafgaand aan de maïsteelt aangepast. De uitrijdperiode van drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib bij de teelt van maïs op zand- en lössgrond wijzigt van 15 februari t/m 15 september naar 15 maart t/m 15 september.
Om handhaving mogelijk te maken, moet de voorgenomen maïsteelt uiterlijk 15 februari bij RVO worden gemeld. Via kadastrale of topografische aanduiding dient de landbouwer aan te geven welk perceel het betreft en wat de oppervlakte van het maïsperceel zal gaan worden. Omdat in de praktijk soms later dan 15 februari duidelijk wordt op welke percelen maïsteelt plaats zal vinden, is het mogelijk om de eerdere melding tijdig te wijzigen. Het is onduidelijk of de melding overgedragen kan worden of dat een melding perceelsgebonden is. Dit is immers van belang als het perceel na 15 februari naar een nieuwe gebruiker gaat.
De aanpassing van de uitrijdperiode geldt niet voor vaste dierlijke mest en steekvast zuiveringsslib. Verder geldt een uitzondering voor biologisch geteelde maïs en voor de teelt van suikermaïs onder folie.
De wijziging van de uitrijdperiode moet net als de meldplicht nog definitief worden gepubliceerd. De wijziging geldt in eerste instantie voor twee jaar. In aanloop naar het zevende actieprogramma en in het kader van de herbezinning mestbeleid wordt bekeken of de regeling verder aangepast moet worden.