Edwin Timmermans
Sr. beloningsadviseur
088 2532518 | etimmermans@alfa.nl
15 april 2020 | Door: Edwin Timmermans
Op 31 maart en op 3 april heeft de overheid meer duidelijkheid gegeven over de voorwaarden en spelregels van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (NOW). Die regeling biedt je compensatie voor je loonkosten bij omzetverlies (of bij andere uitzonderlijke omstandigheden). Het UWV verwerkte sinds 6 april inmiddels veel aanvragen en betaalde ook al veel voorschotten uit. Omdat je voorafgaand aan je aanvraag een aantal keuzes en afwegingen moet maken, is het verstandig om je daarop goed voor te bereiden.
Bij een omzetverlies van 20% of meer kun je van de overheid een tegemoetkoming krijgen van maximaal 90% op je loonkosten ten opzichte van je loonsom van januari 2020. Is je omzetverlies 100%, dan is je tegemoetkoming maximaal 90% van de zogeheten SV-loonsom. De tegemoetkoming is bijvoorbeeld maximaal 45% bij een omzetverlies van 50%. En je krijgt maximaal 22,5% tegemoetkoming als achteraf blijkt dat 25% van je omzet is weggevallen.
Hieronder zul je af te toe lezen dat je soms strategisch – en uiteraard altijd binnen de grenzen van de regelgeving! – kunt omgaan met de aanvraag van je tegemoetkoming.
Om de NOW-tegemoetkoming aan te vragen, dien je (gemiddeld) minimaal 20% omzetverlies te hebben in een blok van drie maanden in de periode van maart tot en met juli, de looptijd van de NOW-regeling.
Je bepaalt in de eerste plaats je (verwachting van je) omzetverlies. Dat doe je door je omzet in een blok van drie maanden in de periode van maart tot en met juli (bijvoorbeeld de drie maanden april, mei en juni) af te zetten tegen 25% van je omzet in het kalenderjaar 2019.
Voorbeeld:
Omzet 2019: € 1.200.000 (25% daarvan = € 300.000)
Omzet 2020 over april, mei, juni: € 180.000
Omzetdaling = 40%
Is de uitkomst van je berekening lager dan 20% (wat in die zin gelukkig een relatief klein omzetverlies betekent)? Dan kom je (nog) niet in aanmerking voor de tegemoetkoming in je loonkosten. In dat geval kan en mag je bij je eventuele latere aanvraag aangeven dat je de zogeheten meetperiode voor de omzetvergelijking één of twee maanden later wil laten starten (maar altijd wel per de eerste van de maand maart, april of mei).
Heb je te maken met schommelingen of pieken in je omzet in een aaneengesloten periode van drie maanden in de periode maart tot en met juli? Ook dan kan het raadzaam zijn om te wachten met je NOW-aanvraag. Op een later moment heb je mogelijk meer zicht of je (in dat geval) gemiddeld tenminste 20% of meer omzet hebt verloren.
Heb je een concern? Dan bepaal je je omzetverlies door de omzet van alle rechts- en eventueel ook natuurlijke personen in de maanden maart, april en mei bij elkaar op te tellen. Die zet je vervolgens af tegen 25% van het totaal van de omzetten van die personen in 2019.
Startte je je bedrijf pas later in 2019? Dan neem je 25% van driemaal de gemiddelde maandomzet 2019 plus de maanden januari en februari 2020.
Heb je inderdaad (gemiddeld) tenminste 20% of meer omzetverlies, dan kun je de NOW-aanvraag indienen. Op basis van de verstrekte gegevens ontvang je vervolgens binnen 2 tot 4 weken van het UWV een voorschot van 80% op de tegemoetkoming.
Voorschot = A x B x 3 x 1,3 x 0,9 x 0,8
A = percentage van je ingeschatte omzetverlies
B = SV-loonsom januari 2020 (af te leiden uit de loonaangifte van die maand)
1,3 = de fortaitaire verhoging met 30% voor je werkgeverslasten
0,9 = 90% (het percentage van de tegemoetkoming)
0,8 = 80% (het percentage van het voorschot)
Het voorschot wordt je toegekend op basis van het zo goed mogelijk door jou ingeschatte omzetverlies. Je ontvangt het voorschot in drie termijnen. Het UWV streeft ernaar om je de eerste termijn binnen twee tot vier weken uit te betalen, maar in elk geval uiterlijk binnen dertien weken. Hieronder gaan we nader in op de diverse elementen uit deze formule.
De overheid gaat ervan uit dat je de loonsom zoveel mogelijk gelijk houdt. Dit heeft te maken met de uitbetaling van het voorschot en - op een later moment - de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming. Het doel van de NOW-regeling is immers zoveel mogelijk behoud van werk en inkomen voor je personeel. Voor de praktijk betekent dit overigens niet dat je je tijdelijke contracten moet verlengen. Ook mag je personeel om een andere dan bedrijfseconomische reden niet ontslaan. Je mag wel je oproepkrachten minder inzetten als daar minder behoefte aan is.
Als je die hebt, moet je je ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging informeren dat je de aanvraag hebt gedaan. Heb je die niet, dan informeer je je personeel rechtstreeks.
In het kader van de NOW-regeling is het goed om te weten wat de overheid nu precies verstaat onder ‘loonsom’. Dat is het zogenaamde loon voor de sociale verzekeringen (SV-loon). Dit betreft in de eerste plaats het loon van je werknemers: je vaste krachten, je medewerkers met een tijdelijk contract en je oproepkrachten. Verder wordt hieronder het loon van ‘werkenden met een fictieve dienstbetrekking voor de werknemersverzekeringen’ begrepen.
Voor het loon van zogeheten vrijwillig verzekerden voor de sociale verzekeringen ontvang je echter geen tegemoetkoming. Ook als je dga bent zonder minderheidsbelang kun je onder de NOW-regeling geen compensatie ontvangen van jouw loon. Mogelijk kun je als dga wel een beroep doen op de TOGS.
Over stagevergoedingen voor je stagiairs en het loon van je BBL’ers worden premies werknemersverzekeringen betaald. Ook voor hun beloning kun je daarom een tegemoetkoming ontvangen.
Werk je met ingeleende krachten, zoals payroll- en uitzendkrachten? Dan betaal niet jij hun loon (maar het uitzendbureau of het payrollbedrijf). Jij kunt dus voor hun loonkosten geen tegemoetkoming aanvragen (het uitzendbureau of het payrollbedrijf kan dat doen). Ook het doorbetaalde loon aan je zieke werknemers telt mee.
Je doorbetalingen van WAZO- of Ziektewet-uitkeringen krijg je vergoed van de overheid via het UWV. Die bedragen in je SV-loonsom trek je daar daarom van af bij je aanvraag van je tegemoetkoming. Een onregelmatigheidstoeslag maakt onderdeel uit van het SV-loon. Daarvoor ontvang je dus ook tegemoetkoming.
De uitbetaling van vakantiebijslag in de meetperiode telt niet mee in de loonsom. Betaalde transitievergoeding in de meetperiode evenmin.
Ook heeft de tegemoetkoming niet betrekking op uitbetaalde reis- en onkostenvergoedingen. Die laatste mag of soms moet je minder uitbetalen naarmate je personeel minder of niet meer werkt.
Tot slot: alleen voor je medewerkers met een (fictief) dienstverband die in Nederland sociaal verzekerd zijn, ontvang je de tegemoetkoming.
Voor het voorschot én de definitieve berekening van je tegemoetkoming kent en gebruikt het UWV je SV-loonsom van januari 2020 (en anders, als daar geen gegevens over zijn, november 2019). Dit betekent dat een eventueel hogere loonsom in de maanden maart, april en mei achteraf niet leidt tot een hogere tegemoetkoming. Dit betekent ook dat loonaangiften of correctieberichten die zijn ingediend na 15 maart daarbij niet worden meegenomen.
Nam of neem je nieuwe medewerkers aan? Dan is het goed om je te realiseren dat de loonsom van in of na februari door jou in dienst genomen medewerkers (maar bijvoorbeeld ook de extra loonsom die samenhangt met loonsverhogingen), niet voor tegemoetkoming in aanmerking komt.
Houd er ook rekening mee dat ook voor je oproepkrachten het aan hen in januari 2020 uitbetaalde loon wordt aangehouden voor de tegemoetkoming. Betaalde je hen in en vanaf februari meer loon uit, dan krijg je met andere woorden voor het loon dat je hen extra betaalt geen extra tegemoetkoming.
Een lagere loonsom over de maanden maart tot en met mei leidt daarentegen wel tot een lagere tegemoetkoming, en dat is op zichzelf begrijpelijk: je loonkosten zijn lager en dus je behoefte aan tegemoetkoming ook.
Let op: voor je duurdere medewerkers telt op maandbasis en per medewerker maximaal € 9.538 van hun loon mee.
De loonsom wordt vastgesteld per loonheffingennummer. Heb je voor je bedrijf meerdere loonheffingennummers (bijvoorbeeld …LH01 en …LH02)? Dan moet je meerdere aanvragen indienen, namelijk per loonheffingennummer.
Heb je een concern, dan dien je per LH-nummer een NOW-aanvraag in. Je geeft de omzetdaling op die je voor je gehele concern verwacht. Bij elke aanvraag (per LH-nummer) op de website van UWV vul je dan voor elk LH-nummer dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.
Het kan zijn dat de lonen worden betaald per vier weken. In dat geval wordt het SV-loon over vier weken omgerekend naar het SV-loon over een maand, door de vier-weken-SV-loonsom te verhogen met 8,33%.
Als benadering van de loonsom in maart, april en mei 2020 worden bij vier-weken-verloning de weken genomen die de meeste overlap hebben met die maanden: het derde tot en met vijfde tijdvak van 2020 (ofwel 24 februari tot en met 17 mei 2020).
Deze sluit per 31 mei 2020; na deze datum kun je geen aanvragen voor de NOW-tegemoetkoming meer indienen.
Je kunt slechts eenmaal een NOW-aanvraag indienen. Dat kan een belangrijke reden voor je zijn om met name goed na te denken over de startdatum van je meetperiode. Die datum is weer sterk afhankelijk van de vraag of en wanneer je voldoende weet of zeker bent van je omzetverlies.
De NOW biedt je ook compensatie voor je werkgeverslasten en aanvullende personeelskosten zoals werkgeverspremies, pensioenpremies (werknemers- en werkgeversdeel) en de opbouw van vakantiebijslag. Omdat een individuele berekening daarvan is niet mogelijk is, hanteert het UWV een uniforme opslag van 30% bovenop je SV-loonsom.
Belangrijk om te weten is dat bij de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming achteraf correcties kunnen plaatsvinden:
Nogmaals: als de loonsom van maart tot en mei lager was dan de loonsom van januari 2020 (of november 2019), dan wordt het definitieve tegemoetkomingsbedrag lager. Houd er daarom rekening mee dat je na die definitieve vaststelling mogelijk tegemoetkoming moet terugbetalen aan het UWV, hoewel het voorschot al 10% lager was dan de 90% die geldt voor de tegemoetkoming.
Bij een andere afdeling van het UWV dan die NOW-aanvragen behandelt, mogen nog steeds ontslagaanvragen om bedrijfseconomische reden worden ingediend. Heb je je aanvraag ingediend na 2 april 2020? Dan krijg je te maken met een extra ontslagtoets. Dan moet je bij de ontslagafdeling van het UWV aannemelijk maken dat je aanvraag van de NOW-tegemoetkoming voor je bedrijf en het behoud van werkgelegenheid niet beter waren geweest dan je ontslagaanvraag. Hierin zie je terug dat de overheid behoud van werkgelegenheid (een belangrijke pijler van de NOW-regeling) verkiest boven ontslag.
Heb je je ontslagaanvraag vóór 2 april ingediend? Dan weegt het UWV de NOW-aanvraagmogelijkheid niet mee bij de toetsing van je ontslagaanvraag. Je kon pas vanaf die datum immers volledige duidelijkheid hebben over de invulling van de voorwaarden die aan de NOW-regeling zouden worden verbonden.
Beslist de ontslagafdeling van het UWV positief op je ontslagaanvraag, dan wordt je tegemoetkoming bij de definitieve vaststelling gekort. Het loon van de werknemer(s) voor wie je de ontslagaanvraag bij het UWV doorzet, wordt daarbij eerst verhoogd met 50%. Vervolgens wordt het loon van die betreffende werknemer(s), verhoogd met die 50%, in mindering gebracht op de loonsommen die worden meegenomen bij de berekening van je tegemoetkoming.
Je krijgt geen korting op je tegemoetkoming bij:
▪ proeftijdontslag
▪ ontslag met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomsten)
▪ niet verlengen van tijdelijke contracten
▪ ontslag op andere gronden dan een bedrijfseconomische reden (zoals disfunctioneren of een verstoorde arbeidsverhouding)
▪ t/m 17 maart 2020 bij het UWV ingediende ontslagaanvragen
▪ ontslagaanvragen bij het UWV na 17 maart, die je tijdig hebt ingetrokken
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend moet je de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming aanvragen. Daarbij voeg je onder meer een accountantsverklaring. (Mogelijk communiceert het ministerie binnenkort nog een grensbedrag voor het omzetbedrag 2019, tot welk bedrag een accountantsverklaring niet vereist is.)
Binnen 52 en in de meeste gevallen binnen 22 weken na ontvangst van die vaststellingsaanvraag zal het UWV de definitieve tegemoetkoming vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of een terugbetaling. Dat laatste is van toepassing als bijvoorbeeld het omzetverlies lager is uitgevallen dan ingeschat ten tijde van de aanvraag.
Is op je eventuele aanvraag voor werktijdverkorting (WTV; was mogelijk tot 18 maart) nog niet beslist? Dan wordt die WTV-aanvraag geacht een aanvraag voor tegemoetkoming op grond van de NOW-regeling te zijn. Daarbij ben je wel verplicht die WTV-aanvraag nog aan te vullen met de informatie die voor de NOW-tegemoetkoming benodigd is.
Uitvoeringstechnisch kan het UWV geen aanvragen verwerken voor werkgevers met een buitenlands rekeningnummer. Die werkgevers kunnen aan het UWV binnen 4 weken een Nederlands rekeningnummer (zonodig: regelen en) doorgeven, waarna er wordt uitbetaald.
Is aan jou een WTV-vergunning verleend? Dan kun je die na de vergunningsperiode niet verlengen. Wel kun je vervolgens een aanvraag doen voor tegemoetkoming op basis van de NOW-regeling.
Bij eventuele samenloop van WW-gelden in het kader van de WTV-regeling en de NOW-tegemoetkoming worden die eerste gelden in mindering gebracht op je SV-loonsom in de periode maart tot en met mei. Het is namelijk niet de bedoeling dat je voor een bepaalde periode dubbele compensatie voor je loonkosten ontvangt.
Het is veel en het is complex. Daarom helpen we je graag verder als je gebruik wilt maken van de NOW-regeling. Alfa is altijd in de buurt!