Tips voor alle belastingplichtigen
14 november 2019 | Door: Arne de Beer
1. Speel in op aftrekbeperking box 1
- De tarieven in box 1 voor inkomsten uit werk en woning gaan de komende jaren flink omlaag. Hiermee is al begonnen in 2019. Ook in 2020 kan je een verlaging van de tarieven tegemoetzien. Het tarief van de eerste schijf, tot een inkomen van € 20.711, gaat in 2020 met 0,7%-punt omhoog: van 36,65% naar 37,35%.
- Het tarief van de tweede schijf, voor het deel van het inkomen tussen € 20.711 en
€ 68.507, daalt met 0,75%-punt: van 38,1% naar 37,35%. Tot een inkomen van € 68.507 is er in 2020 nog maar één tarief dat 37,35% bedraagt. - Over het deel van jouw inkomen boven € 68.507 betaalt je nu 51,75%. Dit daalt volgend jaar naar 49,5%.
Hier staat tegenover dat aftrekposten minder voordeel opleveren. Dit geldt vooral als jouw inkomen meer dan € 68.507 bedraagt en jouw aftrekposten (deels) tegen het hoogste tarief kunt aftrekken. Dit jaar kan dat nog tegen 51,75%. Dat geldt niet voor de hypotheekrente, die maximaal tegen een tarief van 49% aftrekbaar is. In 2020 komen aftrekposten in aftrek tegen maximaal 46%. Het maximum aftrekpercentage wordt voor het overgrote deel van de aftrekposten verder afgebouwd naar 37,05% in 2023. Een verschil dus van 14,7%-punt ten opzichte van 2019.
Tip!
Je kunt op de daling van het aftrektarief inspelen door aftrekposten zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen. Een gift van bijvoorbeeld € 10.000 aan een goed doel (ANBI) levert je tegen het maximumtarief nu in beginsel nog een maximaal fiscaal voordeel op van € 5.175. In 2023 levert dezelfde gift je nog maar een maximaal voordeel op van € 3.705.
Behalve aftrekposten voor ondernemers gaat het om uitgaven voor onderhoudsverplichtingen, de uitgaven voor specifieke zorgkosten, weekenduitgaven voor gehandicapten, scholingsuitgaven, aftrekbare giften, het restant persoonsgebonden aftrek van voorgaande jaren en verliezen op beleggingen in durfkapitaal. Als dat kan dan is het verstandig deze aftrekposten naar voren te halen.
2. Overweeg afkoop van jouw alimentatieverplichting
Heb je een alimentatieverplichting aan jouw ex-echtgenoot of ex-partner? Dan zijn de betalingen nu nog aftrekbaar tegen een tarief van maximaal 51,75%. Vooruitlopend op de tariefsverlagingen de komende jaren kan je in gezamenlijk overleg met jouw ex besluiten de alimentatieverplichting af te kopen. Je voorkomt hiermee dat je door de aftrekbeperking de komende jaren netto meer alimentatie betaalt.
De afkoop kan betekenen dat jouw ex meer belasting over de afkoopsom betaalt dan wanneer zij jaarlijks alimentatie ontvangt. Dit kan deels voorkomen worden via middeling of door de afkoopsom in een lijfrentepolis te storten. Jouw ex ontvangt daaruit periodieke uitkeringen die geleidelijk worden belast.
Let op!
De afkoop van de alimentatieverplichting heeft voor jou en/of jouw ex-partner ook gevolgen voor de belastingheffing in box 3, voor premie Zorgverzekeringswet (Zvw) en voor eventuele toeslagen. Vraag daarom om advies om te berekenen of de afkoop fiscale voordelen oplevert. Laat hierbij bekijken wat een redelijke verdeling van de voordelen is tussen jouw ex en jezelf.
3. Stel een opleiding niet langer uit
Volg je als particulier een opleiding of studie voor een beroep? Je kunt dan de kosten hiervan in aftrek brengen als scholingsuitgaven. Er loopt een wetsvoorstel om deze algemene fiscale aftrek te schrappen en te vervangen door een specifiekere regeling. Tot die tijd kan je gebruik blijven maken van de scholingsaftrek. In 2020 heb je in ieder geval nog recht op de aftrek. Mocht je recht hebben op studiefinanciering (waaronder collegegeldkrediet) dan heb je geen recht op aftrek.
4. Koop nog dit jaar een lijfrente
Koop nog dit jaar een lijfrente of stort een bedrag op jouw lijfrentespaarrekening (of lijfrentebeleggingsrecht) en creëer daarmee een extra aftrekpost. De betaalde bedragen zijn alleen aftrekbaar als sprake is van onvoldoende pensioenopbouw. Aan het begin van het jaar mag je nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben. Het pensioenopbouwtekort wordt bepaald aan de hand van de jaar- en reserveringsruimte. Je kunt ons deze ruimte voor je laten berekenen of dat zelf doen op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), zoekterm ‘jaarruimte’. Als je voldoet aan de voorwaarden voor aftrek, kan je de premie in 2019 aftrekken tegen maximaal 51,75%. Lijfrentes blijven ook de komende jaren gewoon aftrekbaar tegen het tabeltarief. Vanwege de daling van deze tarieven is de uitkering in veel gevallen lager belast. Als je nu de premie kunt aftrekken tegen 51,75% en deze is te zijner tijd belast tegen 37,05%, dan bedraagt het tariefvoordeel 14,7%.
Tip!
Zorg dat je de lijfrentepremies in 2019 betaalt! Alleen dan kan je deze nog in aftrek brengen in jouw aangifte inkomstenbelasting 2019. Bovendien vermindert daarmee jouw vermogen, zodat je minder belasting in box 3 betaalt.
Let op!
De betaalde lijfrentepremie vermindert de te betalen belasting, maar niet de te betalen premie Zvw. Over de lijfrente-uitkeringen betaal je bij ontvangst wel premie Zvw. Dit betekent een dubbele heffing, voor zover jouw inkomen bij uitbetaling van de lijfrentetermijnen onder de Zvw-premiegrens valt en je nu de Zvw-premiegrens nog niet heeft bereikt. Hierdoor wordt het nettorendement van de lijfrente kleiner.
Bepaalde heffingskortingen zijn inkomensafhankelijk. Zo wordt jouw algemene heffingskorting mogelijk hoger door een aftrekbare lijfrentepremie. Boven een inkomen van € 68.507 heeft de lijfrentepremieaftrek geen effect meer op jouw algemene heffingskorting.
5. Schenk je giften periodiek
Periodieke giften zijn giften aan goede doelen in de vorm van vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die uiterlijk eindigen bij overlijden. Deze giften kan je aftrekken als je gebruikmaakt van een notariële of onderhandse akte van schenking. Hierin moet zijn aangegeven dat je over een periode van minstens vijf jaar de gift verstrekt. Voor periodieke giften geldt geen drempel en er is ook geen plafond.
Tip!
Schenk periodiek als je geen last wilt hebben van de drempel of het plafond. Stel je een onderhandse akte op, dan geldt wel een aantal eisen. Een modelakte kan je downloaden vanaf de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl), zoekterm ‘overeenkomst periodieke giften’. Vanaf 2023 levert een gift nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%. Laat berekenen of bereken zelf of het opweegt tegen het nadeel van het dalende aftrektarief.
6. Maak je (klein)kinderen blij met een schenking
Profiteer ook dit jaar nog van de jaarlijkse schenkvrijstelling in de schenkbelasting. Zo kan je in 2019 jouw kinderen belastingvrij € 5.428 schenken en jouw kleinkinderen of derden € 2.173.
Voor kinderen tussen 18 en 40 jaar bestaat er een eenmalige verhoging van dit bedrag tot:
- € 26.040;
- € 54.246 indien het bedrag gebruikt wordt voor een studie;
- € 102.010 indien het bedrag gebruikt wordt voor een eigen woning.
Let op!
De eenmalige schenking van € 102.010 ten behoeve van de eigen woning geldt ook voor andere personen dan de eigen kinderen. Houd wel rekening met de voorwaarden van deze schenking.
Tip!
Schenk je nog in 2019, dan vermindert de schenking uw vermogen in box 3, wat bij jou tot belastingbesparing leidt.
7. Koop waardevolle zaken voor persoonlijk gebruik nog dit jaar
Alle roerende zaken die je voor persoonlijke doeleinden gebruikt of verbruikt, hoef je niet op te geven in box 3. Bij roerende zaken kan je denken aan inboedel, een auto, boot of caravan, maar bijvoorbeeld ook aan juwelen of een duur horloge. Ben je van plan binnenkort een dure aankoop te doen? Dan is het profijtelijke om deze aanschaf uiterlijk 31 december 2019 te betalen. In de box 3-heffing per 1 januari 2020 zal dit vermogen dan niet meer meetellen.
Let op!
Er geldt een antimisbruikmaatregel. Kan de Belastingdienst aannemelijk maken dat je de zaken hoofdzakelijk ter belegging koopt, dan behoren deze zaken wel tot jouw box 3-vermogen. Ook als je deze zaken tevens persoonlijk gebruikt.
8. Beleg groen in box 3
Wil je jouw box 3-vermogen verlagen, denk dan ook eens aan groene beleggingen. Voor groene beleggingen geldt een vrijstelling in box 3 van maximaal € 58.540 (bedrag 2019). Heb je een fiscale partner, dan bedraagt de vrijstelling voor jou en jouw partner gezamenlijk zelfs het dubbele (€ 117.080). Ook een minderjarig kind heeft zelfstandig recht op deze vrijstelling. Naast de vrijstelling in box 3 heb je ook nog recht op een heffingskorting van 0,7% van het vrijgestelde bedrag in box 3.
Let op!
De vrijstelling geldt niet voor de vermogenstoets in de toeslagen.
9. Einde boetevrij inkeren box 3
Als je inkomsten uit sparen en beleggen niet opgeeft in box 3, kan je hiervoor een navordering met een boete ontvangen. Je kunt dit jaar een boete nog voorkomen of verminderen door op tijd in te keren. Dit betekent dat je de inkomsten alsnog opgeeft binnen twee jaar nadat je aangifte hebt gedaan of had moeten doen. Geef je de inkomsten na deze twee jaar alsnog op, dan krijg je een lagere boete van 120%.
Vanaf 2020 is het niet meer mogelijk om met een beperkte boete in te keren voor binnenlandse vermogensinkomsten die belast zijn in box 3. Deze ‘inkeerregeling’ geldt nu al niet voor inkomsten in box 3 die betrekking hebben op vermogen in het buitenland.
Tip!
Wil je alsnog boetevrij inkeren met betrekking tot verzwegen binnenlandse inkomsten in box 3, doe dit dan in 2019. Op deze manier kan je een boete voorkomen of beperken.
10. Overweeg de oprichting van een spaar-bv/fonds
Heb je op dit moment veel spaargeld in box 3, overweeg dan de oprichting van een spaar-bv of een open fonds voor gemene rekening om daar vóór 31 december 2019 jouw spaargeld in te storten. Zo mis je de peildatum van 1 januari 2020 in box 3. De bv of het fonds betaalt over de daadwerkelijk ontvangen spaarrente in 2020 16,5% vennootschapsbelasting en over het restant bij uitkering naar privé 26,25% belasting in box 2 van de inkomstenbelasting. Gecombineerd is dat zo’n 38% van de daadwerkelijk ontvangen spaarrente. Dat is vele malen minder dan de 0,5 tot 1,6% belasting die je over jouw spaarsaldi betaalt in box 3. Het verschil in belastingheffing tussen spaargeld in box 3 en spaargeld in een bv/fonds bedraagt daarom algauw duizenden euro’s.
Let op!
Om een bv op te richten betaal je oprichtingskosten en je hebt ook kosten voor instandhouding, zoals het jaarlijks (laten) maken van een jaarrekening. Om het spaargeld na verloop van tijd belastingvrij naar privé te krijgen is een gang naar de notaris nodig. Het is belangrijk bij de keuze voor de bv-variant deze kosten af te trekken van de jaarlijkse voordelen om te bepalen of het geheel voor jou aantrekkelijk is.
Tip!
Een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt er ook voor dat het spaargeld niet meer meetelt voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling.
11. Voorkom belastingrente: verzoek om een voorlopige aanslag
Over jouw aanslag inkomstenbelasting 2019 rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2020 een rente van 4%. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dat je de hoge belastingrente verschuldigd wordt en controleer of jouw voorlopige aanslag 2019 juist is. Is de aanslag te laag, vraag dan zo snel mogelijk een nieuwe voorlopige aanslag aan.
Tip!
Vraag ook een nieuwe, lagere voorlopige aanslag aan als jouw voorlopige aanslag te hoog is. In tegenstelling tot vroeger kan je niet meer ‘sparen’ bij de Belastingdienst. De Belastingdienst vergoedt namelijk over het algemeen geen rente meer over een te hoge aanslag.
12. Plan jouw zorgkosten
Zorgkosten die boven een drempel uitstijgen, zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Er geldt een drempel. Hoe hoger jouw inkomen, hoe hoger de drempel. Het is daarom aantrekkelijk zorgkosten zo mogelijk binnen een jaar te clusteren. Koop je bijvoorbeeld in 2019 een nieuw gehoorapparaat en heb zijn er in 2020 gebitsrenovatiekosten, dan heb je in beide jaren te maken met deze drempel. Dit levert meestal minder aftrek op dan wanneer je beide uitgaven in één jaar kunt doen. Het betalingsmoment is beslissend voor het jaar van aftrek.
Tip!
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij hetzelfde inkomen de komende jaren naar verwachting minder oplevert. Vanaf 2023 levert de aftrek zorgkosten nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%. Haal zorgkosten dus zo mogelijk naar voren.
13. Doe giften in één jaar
Giften aan goede doelen die boven een drempel uitstijgen, zijn onder voorwaarden aftrekbaar. Ook hier geldt: hoe hoger jouw inkomen, hoe hoger de drempel.
- De drempel bedraagt 1% van jouw verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten. De drempel is minimaal € 60.
- Voor giften geldt ook een plafond (maximum) van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van persoonsgebonden aftrekposten.
Tip!
Je kunt giften over meerdere jaren beter in één keer betalen, zodat je maar één jaar met de drempel te maken heeft. Kom je met jouw giften boven het plafond van 10% uit, dan is het juist beter jouw giften over meerdere jaren te verdelen.
Tip!
Houd er ook rekening mee dat door de dalende tarieven de aftrek bij eenzelfde inkomen de komende jaren minder oplevert. Vanaf 2023 levert een gift immers nog maar een fiscaal voordeel op van maximaal 37,05%. Haal aftrekbare giften dus zo mogelijk naar voren.