Banner

Tips voor werkgevers

14 november 2019

Lage-inkomensvoordeel (LIV) voor lage lonen

Sinds 2017 krijgen werkgevers, die werknemers in dienst hebben met een loon tussen 100% en 125% van het wettelijk minimumloon (WML), een nieuwe tegemoetkoming: het lage-inkomensvoordeel (LIV). Voor het LIV gelden de volgende voorwaarden:

Wat betreft de verloonde uren gaat het om alle uitbetaalde uren, dus ook uren waarvoor niet gewerkt wordt. Denk aan betaald verlof, ziekte, overwerk en uitbetaalde verlofuren.

Tip!
Ga na voor welke werknemers je op grond van het uurloon het LIV zou kunnen ontvangen. Ga vervolgens na of zij het minimaal vereiste aantal uren werken. Zitten ze net onder de grens, dan kan het lonend zijn het aantal uren te verhogen. Zelfs als je jouw werknemer extra betaald verlof zou geven, tellen de uren mee en kun je het LIV wellicht toch binnenhalen.

Het LIV is ook van toepassing op werknemers jonger dan 21 jaar. Zij moeten dan echter wel een gemiddeld uurloon hebben van minimaal 100% en maximaal 125% afgeleid van het WML voor iemand van 21 jaar of ouder.

Let op!
De definitieve grenzen voor het LIV worden pas in 2020 bekend.

Tip!
Je hoeft geen apart verzoek te doen voor het LIV. Het LIV wordt automatisch vastgesteld aan de hand van de aanwezige gegevens in de loonaangifte. Het is daarom belangrijk dat je controleert of gegevens juist in de loonadministratie verwerkt, om te voorkomen dat je LIV misloopt.

Het LIV is vormgegeven als een vast bedrag per verloond uur, met een vast bedrag als jaarmaximum, volgens onderstaande tabel.


Voor de tegemoetkoming is het van belang dat je het uurloon binnen de marges houdt.

Tip!
Voor jongeren die minder dan 100% afgeleid van het WML verdienen, kan het voordelig zijn het loon te verhogen tot binnen de marge. Let er bij werknemers met een uurloon rond 110% respectievelijk 125% op dat een kleine verhoging van het uurloon kan leiden tot een lager LIV.

Tip!
Is het uurloon te hoog, dan kun je in plaats van het verstrekken van loon loon wellicht gebruikmaken van alternatieven. Denk daarbij aan onbelaste kostenvergoedingen en het onderbrengen van belast loon in de werkkostenregeling. Dit loon telt namelijk niet mee voor de bepaling van het LIV.

Loonkostenvoordeel voor jongeren

Werkgevers die vanaf 1 januari 2018 jongere werknemers in dienst hebben, kunnen jeugd-LIV krijgen. Jeugd-LIV is een tegemoetkoming voor de verhoging van de minimumjeugdlonen in de afgelopen jaren. Het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 21-jarigen is sinds 1 juli 2017 flink verhoogd. Per 1 juli 2019 is het vaste percentage van het minimumloon voor 18-, 19- en 20-jarigen nogmaals omhooggegaan. 21-jarigen hebben sindsdien zelfs recht op een volledig wettelijk minimumloon.

Als aan de voorwaarden is voldaan, heeft een werkgever per werknemer recht op een tegemoetkoming per uur. Het voordeel kan in 2019 oplopen tot € 1.892,80 per werknemer per jaar.

Let op!
Deze regeling gaat in 2020 veranderen, in die zin dat het gedifferentieerde bedrag aan jeugd-LIV wordt gehalveerd. Daarnaast hebben werknemers van 21 jaar of ouder vanaf 2020 gedurende het hele kalenderjaar recht op het volledige minimumloon. Hierdoor voldoen ze niet meer aan de voorwaarden voor het Jeugd-LIV. Wel kunnen zij mogelijk onder het gewone LIV vallen.

  Benut ook overige nieuwe loonkostenvoordelen

Het loonkostenvoordeel (LKV) is een nieuwe regeling die is ingegaan op 1 januari 2018. Het is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die oudere werknemers en werknemers met een arbeidsbeperking vanuit een uitkeringssituatie in dienst nemen of houden. Het LKV vervangt de premiekortingen voor arbeidsbeperkte en oudere werknemers. Om het LKV te ontvangen heb je een kopie van de doelgroepverklaring LKV van jouw werknemer nodig. Het LKV bedraagt maximaal € 3,05 per verloond uur en kan oplopen tot € 6.000 per werknemer per jaar.

  Benut de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling

Benut ook dit jaar de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Beoordeel de nog resterende vrije ruimte (1,2% van de totale fiscale loonsom) en bekijk of zaken die je in 2020 wil vergoeden of verstrekken, nog in 2019 kunnen worden vergoed/verstrekt. Het is namelijk niet mogelijk om de vrije ruimte die in 2019 over is, door te schuiven naar 2020.

Maak ook gebruik van de collectieve vrije ruimte binnen de concernregeling. Houd er hierbij rekening mee dat de concernregeling alleen geldt voor BV’s, NV’s en stichtingen en dat een belang van minimaal 95% gedurende het gehele jaar vereist is.

Tip!
Houd er rekening mee dat de vrije ruimte vanaf 2020 wordt verruimd. Tot een loonsom van € 400.000 gaat de vrije ruimte 1,7% bedragen en 1,2% over het meerdere. Dit betekent dat de vrije ruimte ten opzichte van 2019 met maximaal € 2.000 toeneemt.

Let op!
Bij toepassing van de concernregeling vindt de verruiming van de vrije ruimte plaats op concern-niveau. Hierdoor kan voor alle concernmaatschappijen samen maar één keer gebruik worden gemaakt van de verhoogde vrije ruimte tot een loonsom van € 400.000. Kijk daarom goed of het vanaf volgend jaar nog wel zo voordelig is om de concernregeling toe te passen.

Houd ook rekening met het gebruikelijkheidscriterium. Dit is een lastig criterium, dat inhoudt dat vergoedingen en verstrekkingen niet in de vrije ruimte kunnen worden ondergebracht als deze onderbrenging op zichzelf ongebruikelijk is en/of de omvang van de vergoeding/verstrekking ongebruikelijk is. Ongebruikelijk betekent in dit verband een afwijking van 30% of meer van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is. De Hoge Raad heeft recent bepaald dat het echter ook niet betekent dat alleen zakelijke vergoedingen en verstrekkingen in de werkkostenregeling kunnen worden ondergebracht.

Tip!
Maak gebruik van de doelmatigheidsmarge van € 2.400 per persoon per jaar. Tot dit bedrag beschouwt de Belastingdienst de vergoedingen/verstrekkingen in ieder geval als gebruikelijk. Het bedrag van € 2.400 geldt in alle redelijkheid, dus bijvoorbeeld niet voor zover het loon van de werknemer lager is dan de bedragen waar hij recht op heeft volgens de Wet op het minimumloon of als stagiair. Overigens betekent dit niet dat het bedrag van € 2.400 per definitie onbelast is. Het bedrag telt ‘gewoon’ voor de vrije ruimte en kan dus mogelijk een extra heffing van 80% opleveren voor de werkgever.

Tip!
Ben je dga en heb je dit jaar nog geen andere belaste vergoedingen of verstrekkingen gehad, dan kun je jezelf dit jaar bijvoorbeeld ook een eindejaarsbonus geven van € 2.400. Staat jouw partner ook op de loonlijst, dan geldt dit ook voor hem of haar.