Zorgplicht onder de Omgevingswet
12 april 2024 | Door: Bert Lowijs
Op 1 januari jl. is de Omgevingswet in werking getreden. Deze wet benadrukt meer dan voorheen de zorgplicht die ondernemers zelf hebben bij onder andere het uitoefenen van activiteiten die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Zorgplicht benadrukt de verantwoordelijkheid voor ondernemers om maatregelen te treffen als dat nodig is.
Onder de Omgevingswet vallen verschillende vormen van zorgplicht.
Algemene zorgplicht
De algemene zorgplicht verplicht elke ondernemer om zorg te dragen voor het milieu. Als activiteiten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben, moeten verplicht maatregelen worden genomen om dit te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Als er toch nadelige gevolgen optreden, dan moeten direct maatregelen worden genomen om dit ongedaan te maken. De algemene zorgplicht geldt als er voor de betreffende activiteit geen specifieke zorgplicht geldt en moet worden gezien als vangnet.
Specifieke zorgplicht
De specifieke zorgplicht geldt voor activiteiten waarvoor milieuregels gelden, maar waarbij deze regels niet uitputtend zijn. Dit komt er in het algemeen op neer dat het naleven van deze regels voldoende is om nadelige effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Aanvullend op het naleven van deze regels doet de specifieke zorgplicht echter een beroep op de eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat van iedereen wordt verwacht dat er maatregelen worden getroffen als er bij het verrichten van een activiteit nadelige gevolgen voor het milieu kunnen ontstaan.
Een voorbeeld
Een agrariër slaat drijfmest op in een mestbassin. Voor deze opslag geldt een aantal milieuregels om bodem- en oppervlaktewaterverontreiniging en ammoniakemissie te voorkomen. Per 1 januari jl. is de verplichte periodieke keuring van een mestbassin vervallen. Deze keuring was bedoeld om de kwaliteit van een mestbassin en de afdekking hiervan te beoordelen. Dit ter voorkoming van een calamiteit met mogelijk bodem- en oppervlaktewaterverontreiniging.
De specifieke zorgplicht vraagt van de agrariër om nu zelf de kwaliteit van een mestbassin en de afdekking hiervan te bewaken. De vraag is hoe je dat doet. In ieder geval is het advies om de staat van het mestbassin en de afdekking regelmatig te controleren en bij het constateren van gebreken dit direct te verhelpen. Afhankelijk van het type mestbassin is het in ieder geval aan te bevelen periodiek te controleren op roestvorming, scheuren, krimp of uitzetting van hout en beschadigingen van het gebruikte folie. Ook de leidingen buiten het mestbassin en de afdichtingen van doorgangen in bodem, wanden of afdekking van het mestbassin moeten worden gecontroleerd. Dat geldt ook voor de aanrijdbeveiligingen. Leg de periodieke eigen controle vast in een logboek!
Er zijn ondernemers die verzekerd zijn tegen een calamiteit. Als bijvoorbeeld een agrariër een beroep doet op zijn verzekering na een calamiteit met een mestbassin, dan ligt het voor de hand dat de verzekeraar checkt wat degene in het kader van de wettelijke zorgplicht heeft gedaan om de calamiteit te voorkomen. Het hiervoor genoemde logboek kan dan van pas komen. Het is echter verstandig om bij de verzekeraar na te gaan wat hij in dit kader verwacht.