Gerard Beldman
Relatiemanager
088 2531442 | gbeldman@alfa.nl
27 november 2024 | Door: Gerard Beldman
Ondernemen is keuzes maken: wel of niet doorgaan met het bedrijf?
Niet langer meer is 'boer zijn' iets dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. De komende jaren staan veel boeren voor de keuze: doorgaan, onder onvoorspelbare omstandigheden of stoppen met de zekerheid van een opkoopregeling achter de hand? In het eerste deel van dit tweeluik over keuzes maken vertelden Jan en Alinda van den Brink over hun keuze om te stoppen met hun kalverhouderij in Stroe. Zij gaan verder als eigenaren van De Appelboom, een christelijke boekhandel die ook cadeaus en speelgoed verkoopt. De zaak draait inmiddels naar wens, laat het echtpaar weten. Stoppen is voor collega-kalverhouder Ben van der Meer geen optie. Samen met zoon Matthijs gaat hij door, in een bedrijf dat ook nog eens zestig procent groter wordt.
De bedragen die gemoeid zijn met de opkoopregelingen voor de veehouderijsector (Lbv/Lbv+) liegen er niet om. Veel ondernemers, zeker de groep zonder opvolger, hebben al de handdoek in de ring gegooid. Ook omdat de perspectieven voor de sector als geheel niet rooskleurig zijn. Maar er zijn ook ondernemers die doorzetten. Kalverhouders als Ben en Matthijs van der Meer bijvoorbeeld, die er zelfs voor hebben gekozen hun bedrijf in Doornspijk te vergroten. Ben: “Ja, je krijgt een hoop geld als je stopt. Maar je moet toch afrekenen met de fiscus en je moet ook nog geld naar de bank brengen als je nog een financiering hebt lopen .”
Je zou dat doorzettingsvermogen eerder verwachten bij een familiebedrijf van de zoveelste generatie. Maar Ben van der Meer is pas de eerste generatie. Hij is niet eens afkomstig uit de sector, heeft zelfs geen agrarische achtergrond. “Ik ben in Scheveningen geboren, heb in Den Haag gewoond en op m'n negende zijn we naar Harderwijk verhuisd. Mijn opa en oma woonden bij een boerderij in Ermelo. Ik kwam er veel. Op m'n twaalfde zei ik al: ik wil boer worden. Na de mavo heb ik de middelbare landbouwschool gedaan. Ik had vakantie werk bij een houthandel waar ik bleef werken. Toen ik 23 was vroeg mijn baas: wil jij het spul niet overnemen, hij wilde stoppen. Maar hij wist niet dat ik toen al bezig was om dit hier te kopen.”
‘Dit hier’ is het bedrijf in Doornspijk, waar hij op 23-jarige leeftijd startte met vrouw Mieke. “Wij hebben dit in 1985 gekocht. We zijn begonnen met 120 varkens en hebben er in 1986 400 kalveren bij genomen, omdat het met die varkens niet uit kwam. Dat heb ik nog heel lang gecombineerd, maar in 1995 zijn de varkens toch eruit gegaan. In 2004 hebben we een oude schuur afgebroken en zijn we naar 540 kalveren gegaan. Dat zijn er niet te veel om in je eentje bij te houden, en ik kan wel zeggen dat ik altijd goed m'n brood ermee heb verdiend.”
Ook omdat Ben vanaf de start wind mee heeft. “Ik heb technisch altijd heel goed gedraaid. Daardoor beurde ik ook weer extra premies en kon ik versneld aflossen. Ik heb er altijd bovenop gezeten. Iedere verdiende gulden gebruikten we om af te lossen. Ik zeg altijd: als je jong bent moet je ertegenaan, dan heb je het op latere leeftijd veel makkelijker. Dat heb ik ook altijd geprobeerd over te brengen op onze vier kinderen.”
Matthijs, 29 jaar en getrouwd met Henrieke, is een van de vier en de opvolger als Ben er over een paar jaar mee stopt. “Mijn idee was altijd: als ik zestig ben, kap ik ermee. Financieel kon het ook. Ik wilde hem niet dwingen om het over te nemen, maar hij ziet het zitten. Ik had altijd al het idee dat Matthijs het wel mooi vond. Hij komt op een leeftijd dat hij niet te lang meer moet wachten. Ik kan nu nog mee blijven werken. En wilde hij niet verder, dan was het ook goed. Wij hebben het bedrijf ook maar gekocht, het is niet dat het per se in de familie moest blijven. ”
Nu nog werkt Matthijs de hele week bij Frens Esveld, leverancier van voersystemen voor de kalverhouderij. ‘s Avonds en in het weekend springt hij bij in Doornspijk. De werkzaamheden buitenshuis zullen langzaam maar zeker worden afgebouwd. Wel staat de maatschap voor een flinke aanwas in de kalverpopulatie. Matthijs wil door met 900 kalveren. Ben: “Ik kon er prima van bestaan. Maar als je verder wilt, moet je wel groter. We hebben allebei vertrouwen in de toekomst van de kalverhouderij. En met 900 is het nog te doen.”
De bouw van een nieuwe stal is inmiddels gestart: de vergunningen én de financiering zijn rond. Ben: “We zaten tot twee jaar terug bij een andere boekhouder. Maar die zag onze plannen op dat moment niet zitten. Pieter Okken (senior klantbeheerder agrarisch) van Alfa zegt: zullen wij eens komen praten, ik denk namelijk dat het wel lukt. Ondertussen ging de rente omhoog en wilde de bank niet meer. Anderhalf jaar heeft het stil gelegen.’ De bank wilde zekerheid over de vergunning. Het bedrijf gaat intern salderen en adviseur Van Westreenen heeft een expertise-oordeel geschreven die als bijlage bij het financieringsverzoek is gevoegd.
Zodra de financiering rond was kon ik verder.” Financieringsspecialist Gerard Beldman van Alfa begeleidde de aanvraag bij de ING Bank. Ben: “Alfa is niet direct goedkoop, maar ze kregen het wél voor elkaar. Ik snap het wel, Alfa moet ook alles uitzoeken.” Met de andere drie kinderen is het in goed overleg geregeld. “We willen natuurlijk geen ruzie onderling.” Ook Matthijs en Henrieke wonen op het bedrijf.
Het onderwerp ‘stoppen’ en de Lbv-uitkering incasseren is nooit serieus besproken. “Kijk, als je zestig bent, en je hebt geen opvolger, dan snap ik dat je stopt en gebruikmaakt van de opkoopregeling. Maar dan vergeet je één ding. Op een bepaald moment moet je toch afrekenen met de fiscus en je moet nog geld naar de bank brengen. En hoe ga je dan je tijd besteden? Je kunt niet de hele dag uit eten gaan of fietsen. Dan word ik wel adviseur, zeggen sommigen. Maar we hébben al zoveel adviseurs in Nederland.”
Toch is stoppen elders geen verboden woord. Veel van de 500 collega-kalverhouders in Gelderland hebben zich wel laten uitkopen. “Ik merk het wel eens bij besprekingen met andere kalverhouders: Veel zijn er erg negatief. En de een sleept de ander mee. Ik denk dat Van Drie 20 tot 25 procent van zijn klanten kwijt zal raken zoals het nu gaat. Ze kopen nu bedrijven op voor de continuïteit.”
Tien weken geleden verlieten de laatste kalveren de stal, die inmiddels gedeeltelijk is gesloopt. De nieuwbouw voldoet aan alle eisen. “We krijgen een rubberen vloer, al is dat nog niet verplicht. We wilden nog een warmtewisselaar in combinatie met zonnecollectoren, maar ik begreep dat de subsidie eraf is. Dat scheelt toch weer veel geld. We hebben wel iets speling in de financiering, maar het moet niet zo zijn dat het straks niet gaat en we tekort komen. We stoppen er nu ook privé geld in, en dat willen we zo snel mogelijk terug.”