Mark van de Ketterij
Senior klantbeheerder
088 2531512 | mvdketterij@alfa.nl
4 september 2018 | Door: Mark van de Ketterij
Of we even geduld hebben. Eerst moet Gineke Kiezebrink twee tosti’s klaarmaken. “Een plateautje van sla, tomaat en komkommer, wat dressing en chilisaus, en dan de kaas en de ham. Hoe dat heet? Gewoon een tosti ham-kaas hoor. Aan gekke namen doen we hier niet!” Met diezelfde nuchterheid startte zij en echtgenoot Jan Willem drie jaar terug de Priesnitzhoeve. Een succesverhaal in wording.
Op een verlate zomermiddag zijn nog een paar gasten neergestreken op het zonnige terras aan de Priesnitzlaan in Laag Soeren, aan de rand van het Nationaal Park Veluwezoom. “Ook wij hebben het in de zomer druk gehad. Maar eerlijk gezegd moeten we het niet van het hoogseizoen hebben, maar van het voor- en najaar. Als het buiten 39 graden is, zie je geen mens. Als het wat minder warm is zijn mensen actiever”, legt Gineke uit.
Sinds drie jaar is de Priesnitzhoeve geopend. Je kunt er terecht voor een kop koffie of een lunch, voor een ijsje (‘het boerenjongensijs is het populairst’) en voor een wandeling of een mountainbiketocht. En als papa en mama op het terras zitten, vermaken de kinderen zich wel in de speeltuin of bij de dieren. “Dit is eigenlijk altijd wat ik altijd graag wilde”, zegt Gineke. Maar daar ging wel het een en ander aan vooraf.
“We wonen hier al twintig jaar, we hebben altijd een agrarisch bedrijf gehad met fokvarkens en melkgeiten. Maar het waren slechte jaren. Ik was toe aan iets positiefs, ik bouw graag iets op. Toen had ik al zoiets van ‘er zouden hier meer mensen moeten komen op deze plek’. We kregen tien jaar terug toestemming om een ijssalon te openen: Jarno’s IJs, genoemd naar onze zoon.” Toen verder perspectief ontbrak voor het agrarisch bedrijf, maakten Gineke en Jan Willem gebruik van de rood-voor-rood-regeling van de overheid: woningbouw terug voor de sloop van agrarische schuren. Dat was het begin van wat de Priesnitzhoeve werd. “Maar van alleen ijs konden we niet leven”, dus werden er verdere stappen ondernomen lacht Gineke.
Zonder enige ervaring stapten de twee in de horeca. Van de schuur voor de trekkers werd een lunchroom/ijssalon gemaakt. Daarnaast mocht naast de woning een schuur gebouwd worden waarin de bed and breakfast gemaakt is, met twee gastenkamers die landelijk zijn ingericht. “We zijn die eerste jaren nog wel fulltime ernaast blijven werken. Inmiddels werkt Jan Willem nog voor tachtig procent buiten de deur en ik heb een nulurencontract in de thuiszorg.”
Al doende deden Gineke en Jan Willem de benodigde ervaring op. “Ik heb het voordeel dat Jan Willem van lekker eten houdt. Hij stond thuis ook altijd al in de keuken. Onze zoon heeft er ook gevoel voor, die in eerste instantie de horeca is in gegaan, maar nu de switch gemaakt heeft naar de installatietechniek. En ik kreeg er ook schik in. Ik bak appeltaarten, boterkoek, kruidkoek... Het is veel proberen en proeven: smaakt het en ziet het er leuk uit?”
In ruim 2 jaar tijd heeft de Priesnitzhoeve over aanloop niet te klagen. “Als Piet Paulusma op maandag mooi weer voorspelt voor het weekend, weten we al: het wordt druk. Vooral op de woensdag en de zaterdag en zondag. De bed and breakfast was deze zomer zes weken achter elkaar bezet. We hebben zelfs mensen die dit jaar al voor de vierde keer hebben geboekt. En het voordeel is ook dat we vlak naast een camping zitten. Hebben de campinggasten familie of vrienden op bezoek, dan overnachten die vaak bij ons.”
En toch: veel drukker moet het niet worden. Gineke, stellig: “We willen géén personeel. We willen klein blijven. Anders heb je helemaal geen tijd meer voor een praatje met de gasten. Goede vrienden van ons komen geregeld op zondag even langs voor een ijsje en als ze dan zien dat het druk is, springen ze direct bij. Dit waarderen we heel erg! Maar drukker hoeft het niet te worden van mij.”
Om die reden staan ook verdere uitbreidingen nog op een laag pitje. “Misschien ooit nog eens een kabouterbos, een trimbaan en een blotevoetenpad erbij”, filosofeert Gineke. “En een stukje verderop heb je een dassenhol. Jan Willem is met iemand in de buurt bezig om te kijken of we niet iets van een nachtexcursie kunnen organiseren, om de dassen te observeren.”
Al sinds de start van het toenmalige agrarische bedrijf is Alex van Vliet van Alfa de ‘vaste’ accountant. “Het zal begin 1991 zijn geweest. Alex was toen ook net begonnen bij Alfa. Nu (als directeur) krijg ik nog altijd het gevoel dat hij over de schouders meekijkt van onze huidige accountant (Mark van de Ketterij) over het wel en wee van ons bedrijfje. Vooral wil ik nog noemen dat we in de tijd dat we het agrarische bedrijf opdoekten veel steun hebben gehad van Alfa. Zonder hun steun had het plaatje er nu heel anders uitgezien.