Gerard Beldman
Relatiemanager
088 2531442 | gbeldman@alfa.nl
8 juni 2022 | Door: Gerard Beldman
Met een schuin oog had hij al eens rondgekeken naar een eigen boerenbedrijf. “Boer heb ik altijd al willen worden. Maar het kwam er niet van”, zegt Marinus Hardeman. Totdat er opvolging moet worden gezocht voor het bedrijf van zijn opa en oma. Een bedrijf waar ooit zeugen, vleesvarkens en dikbillen stonden, maar waar zijn oom Henk van Brummelen geen kans ziet om door te gaan. “Het was allemaal te kleinschalig”, zegt hij. En dan komt het plan om samen een kalverhouderij te beginnen.
Sinds oktober 2021 staat de gloednieuwe stal van VOF Kalverhouderij ’t Brinkeland in Ederveen vol met 1200 kalveren. “We hebben een mooi bedrijf waarmee we met een gerust hart de toekomst in kunnen, met de eerste twintig jaar geen onderhoud’”, zegt ‘oom’ Henk. Een heel verschil met wat het was, realiseert hij zich. “Ik wilde wel verder op het ouderlijk bedrijf, maar het was allemaal veel te kleinschalig om er een boterham mee te verdienen. Totdat Marinus met het idee kwam: waarom zouden we het niet samen doen?” De twee kennen elkaar dan al jaren. Henk: “Hij kwam hier al als klein jochie over de vloer. Vastberaden om later boer te worden. Maar als je niet op de boerderij bent geboren, maak je het jezelf wel heel moeilijk.”
Zelf heeft Marinus z’n eigen onderneming, Marinus Hardeman Dienstverlening. Daarmee verhuurt hij zich als zzp’er aan een zeugenhouder. Met in zijn achterhoofd nog altijd dat idee van een eigen boerenbedrijf, mocht de kans zich voordoen. “Ik was in 2018 al bezig geweest met een bedrijfslocatie waar de nodige investeringen moesten plaatsvinden. Geld geboden, maar niet genoeg. Totdat opa opnieuw gezondheidsproblemen kreeg en hij eigenlijk ineens haast kreeg met de opvolging. Het moest maar eens geregeld worden, vond hij. Zo is het balletje gaan rollen.”
Met oom Henk had Marinus altijd al een goede band. “We konden het altijd al goed met elkaar vinden.” Hij verbond één uitdrukkelijke voorwaarde aan de samenwerking: “Het moet wel in één keer helemaal goed gebeuren. Ik had geen zin om door te modderen.” Een voorzichtige inventarisatie laat zien dat de mogelijkheden er zijn. Het bouwblok is er groot genoeg voor. De twee investeren in 1200 kalveren, van drie verschillende leeftijden. De starters van oktober zijn de deur al uit”, zegt Marinus. Een forse investering, erkent ook zijn oom. “Maar Marinus is na school meteen gaan werken. Ik heb ook vanaf m’n vijftiende, zestiende gewerkt. Marinus is in 2013 begonnen met aankopen van fokkalveren die daarna als exportvaars verkocht werden. Op het hoogtepunt werden ruim 100 stuks jongvee gehouden, die in 2018 voor een mooi aantal fosfaatrechten zorgden. De fosfaatrechten verkocht Marinus in 2018, dat kwam met de bouw goed uit.
Zien de twee toekomst in de kalverhouderij? Marinus knikt van ja. “Je hoort weleens dat rosé kalveren geen toekomst hebben. Maar wij twijfelen er niet aan dat rosé ooit zou verdwijnen en witvlees brengt andere eisen met zich mee. ” Behalve de 1200 kalveren is er ook nog wat werk aan de dikbillen. De twee verdelen het werk op het nieuwe bedrijf. Henk: “Marinus helpt ’s morgens met voeren en gaat dan voor zichzelf aan de slag. En ik werk nog twee halve dagen in het slachthuis erbij.”
Het plan om te vernieuwen was er niet van vandaag op gisteren. Marinus: “We hebben eerst samen een plan gemaakt. Je weet wat je voergeld is, je weet wat je kosten zijn. Daar hebben we een adviseur van de voerfabriek bij gehaald. Dat hebben we eens bekeken, je weet wat je eigen vermogen is, en toen hebben we Alfa erbij gehaald en een plan voor de bank gemaakt.”
Paul Vernig heeft de bedrijfsovername begeleidt en Gerard Beldman heeft de begeleiding van de financiering gedaan. Marinus: “Mijn opa zat altijd al bij Alfa. Ik moet eerlijk zeggen: ik vond het eigenlijk wel goed, ik heb niet eens verder gekeken. We hadden haast. We konden geen tijd verspelen. Zo hebben we met z’n vieren het hele traject van bedrijfsovername en financiering opgepakt. Die samenwerking verliep goed. Bij Alfa hebben ze verstand van het wereldje.”