Erik Koster
Senior klantbeheerder
088 2532131 - 06 52046995 | ekoster@alfa.nl
28 oktober 2021 | Door: Erik Koster
De cranberry is een populaire, zeer gezonde bes, die Nederland grootschalig importeert uit Amerika. Waarom? De zeer beperkte groep cranberrytelers die ons land rijk is, kan de forse binnenlandse vraag naar cranberry’s volstrekt niet aan. Jan en Jantina Buijs behoren met hun Texelse bedrijf IslandBerry tot die groep telers. Zij ontdekten echter al snel dat er heel wat bij komt kijken om cranberry’s succesvol te telen. Dat verhaal delen zij via hun kenniscentrum en tijdens rondleidingen ook graag met anderen.
Jan Buijs: “Waar onze liefde voor de cranberry vandaan komt? Ik kwam altijd al veel op Terschelling, waar ze in het wild groeien in de duinen. Dat heeft me altijd gefascineerd, in de zin van: kan ik daar bedrijfsmatig niet iets mee beginnen? Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om de slag van idee naar bedrijf te maken en zijn we op Texel gestart met ons bedrijf IslandBerry. Een logische keuze, omdat dit aansluit bij de werkzaamheden van ons (agrarisch) adviesbureau en we ons daar ook wilden settelen.”
Jantina en Jan hebben vanaf het begin met een brede blik gekeken naar de mogelijkheden van hun bedrijf. Ze wilden niet alleen teler zijn, maar ook hun kennis en ervaring met de cranberryteelt delen. Daardoor rust hun bedrijf vandaag de dag op vier poten:
In de eerste bestaansjaren van hun bedrijf is er veel gepionierd en gebuffeld, erkennen Jantina en Jan. Jantina: “De cranberry vraagt om een heel specifieke aanpak. Het is geen gewoon landbouwgewas, we moesten dat echt in de vingers zien te krijgen.” Jan vult aan: “Wanneer je cranberry’s in de volle grond plant, heb je in de eerste jaren na aanplant veel last van onkruid, omdat de cranberry zich makkelijk laat verdringen. Voor ons was dat het begin van een zoektocht: hoe gaan we daar het beste mee om? We hebben daarvoor uitgebreid geëxperimenteerd. Zo hebben we het land gedurende twee maanden onder water gezet tijdens de winterperiode. Ook hebben we beweiding met schapen uitgeprobeerd, onkruiddoeken ingezet en maaibeheer toegepast. Inmiddels is ons cranberryveld tien jaar oud en de cranberryplanten hebben nu echt wel de overhand. De cranberryplant wordt in de loop der jaren namelijk steeds sterker, waardoor onkruid geleidelijk minder kans krijgt. En door daarnaast te kiezen voor een innovatieve teeltmethode op stellingen, in een kas, hebben we het onkruidprobleem ook op een andere manier getackeld.”
De cranberryteelt is vanuit meerdere invalshoeken interessant. Zo ligt er een maatschappelijk probleem met betrekking tot de bodemdaling in veengebieden, waardoor veeteelt op die gronden steeds lastiger wordt. Jan: “Daarom zijn we nu aan het onderzoeken in hoeverre het mogelijk is om cranberry’s te telen op die plekken. En ja, ook daar speelt de onkruidproblematiek. Een student biologie van AERES Hogeschool doet hier nu onderzoek naar bij ons. In ons kenniscentrum simuleren we op wat grotere kweektafels de situatie uit het veengebied, waarbij we veenmos tussen de cranberry’s laten groeien. Hierdoor ontstaat er als het ware een soort veenmosdeken, die de opgroei van ander onkruid en gras tegengaat. Nog belangrijker voor ons is onderzoek naar mycorrhiza. Mycorrhiza (bepaalde schimmel) is heel belangrijk voor de cranberryplant. De symbiotische relatie tussen de plant en de schimmel zorgt ervoor dat de plant een groter wortelbereik krijgt, waardoor deze beter voedingsstoffen en vocht kan opnemen. De schimmel krijgt daarvoor als ‘beloning’ glucose van de cranberryplant. In Nederland hebben we geen last van ziekteaantastingen in de cranberry’s.
De zeer ruime markt voor Nederlandse cranberrytelers zou een enorme prikkel kunnen zijn om onstuimige groei na te streven. Daar denken Jan en Jantina niet aan. Jantina: “Wij willen groeien naar binnen. We proberen alles zo optimaal mogelijk te hebben en te doen. Dat vinden we heel belangrijk. Je moet er eerst voor zorgen dat je alles met het veld, de kas en de zaken eromheen goed in de vingers hebt. Dit is nu eenmaal geen teelt waarin je met grote laarzen grote stappen kunt maken. Je moet alle stappen goed overdenken. Sla je in je haast of brandende ambitie een stap over, dan ga je vaak gelijk weer zes stappen terug.” Jan: “We hebben dus niet de ambitie om over vijf jaar hectares vol cranberry’s te hebben. Het gaat ons vooral om de kwaliteit en de voorbeeldfunctie, vandaar ook de rondleidingen en het kenniscentrum."
Alfa maakt de jaarrekening op voor IslandBerry, verzorgt de IB-aangifte en geeft fiscaal advies. Erik Koster, klantbeheerder bij Alfa Heerhugowaard, is sinds een aantal jaren de vaste contactpersoon voor Jan en Jantina. “We hebben een supergoed contact met hem, we zijn erg blij met Erik. Hij heeft ons altijd geholpen. Op een gegeven moment waren we al volop bezig met de cranberry’s, maar kenden we toch ook nog wel momenten van twijfel; moesten we dit wel doorzetten? Erik heeft toen vastberaden gezegd: ‘Dit heeft potentie’. Dat vonden we toen ontzettend fijn om te horen. Hij heeft ons als accountant niet afgeremd, maar juist gestimuleerd! Zijn opmerking is voor ons dan ook een extra stimulans geweest. En een welkom tegengeluid ten opzichte van anderen, die eerst dachten dat het nooit wat zou worden met ons bedrijf."
Kringlooplandbouw
|
Bezoek de website van IslandBerry.