Herald Aalderink
Bedrijfskundig adviseur
088 2532202 | haalderink@alfa.nl
23 augustus 2023 | Door: Herald Aalderink
Een belangrijk onderdeel van ondernemerschap is het kunnen omgaan met wisselende (weers-) omstandigheden. Deze vaardigheid wordt dit jaar door de bijzondere weersomstandigheden behoorlijk op de proef gesteld. Veel melkveehouders waren half augustus druk met de 3e, 4e of zelfs 5e grassnede van 2023, die onder goede omstandigheden binnen gehaald kon worden. Door de vele regen van de afgelopen weken en de hoge temperatuur komt de hergroei vlot op gang, zodat er over ca. 4 weken opnieuw gemaaid kan worden. Ondanks de late start staat de snijmais er in veel regio’s er ook prima bij.
Op veel intensievere bedrijven zal het groeizame weer gebruikt worden om de in 2022 flink gekrompen voorraden aan te vullen. Op de extensievere bedrijven lijkt het met de ruwvoervoorraad voor komende winter wel goed te zitten, waardoor er gelegenheid is om de laatste maanden van het groeiseizoen te benutten om voor te sorteren op een optimaal rantsoen in de winter en een maximale ruwvoerproductie in 2024.
Eurofins Agro heeft op basis van en groot aantal graskuilonderzoeken laten weten, dat de vroege voorjaarskuilen veel VEM en RE bevatten. De verteerbaarheid van de vroege kuilen is vrij hoog, waardoor de kans op pensverzuring aanwezig is. In de latere voorjaarskuilen is de VEM-waarde ook hoog, maar is het RE gehalte gedaald. Door de wisselende weersomstandigheden dit voorjaar is de variatie in voederwaarde van de verschillende kuilen erg groot. Heb jij de voederwaarden van de eerste graskuilen van 2023 al in beeld? En wat betekenen deze uitkomst voor je strategie voor de nog komende snedes?
Wanneer de vroege graskuilen niet als lasagnekuil zijn ingekuild, kan het een uitdaging worden deze graskuilen goed door de melkkoeien te laten benutten. Mengen met een andere graskuil met meer structuur ligt het meest voor de hand. Met enige regelmaat komen wij in de BAS-rapportages aankoop van voerstro tegen, dat als extra structuur in het rantsoen van de melkkoeien wordt gebruikt. Het voeren van stro is relatief duur, zeker wanneer er voldoende ruwvoer op het bedrijf beschikbaar is. Een beter en goedkoper alternatief is het iets later maaien van de komende snede, zodat er op eigen bedrijf structuurrijker ruwvoer gewonnen wordt en dit niet aangekocht hoeft te worden.
Heb je op je bedrijf een later gemaaide voorjaarskuil met een lager RE-gehalte en meer structuur, dan is het een overweging, mogelijk tegen je eigen gewoonte in, de komende snedes wat eerder te maaien en daarmee graskuil te winnen met een hoger eiwitgehalte, dat als aanvulling kan dienen op het lagere eiwitgehalte van de eerste snede.
In de situatie, dat er ruim voldoende graskuil is, kan je overwegen de snijmaïs hoger te stoppelen of als ccm te oogsten om daarmee een geconcentreerde energiebron te krijgen, die gevoerd kan worden in combinatie met een groter aandeel graskuil in het rantsoen. Uiteraard kan je ook het overschot aan gras of graskuil verkopen aan collega’s uit de buurt, die hun voorraden op peil willen brengen. Gezien de toename van het aantal droge zomers is de beste raad “voorraad“!
Als de kuilplaten en sleufsilo’s op je bedrijf voldoende vol komen, is er ruimte om kritisch te kijken naar de kwaliteit van je percelen grasland en zonodig percelen door te zaaien of voor 1 september de graszode te vernietigen en herinzaai toe te passen. Hoewel doorzaai veruit de goedkoopste oplossing is, is dit voor percelen met meer dan 20% ongewenste grassen niet voldoende om weer te komen tot een kwalitatief goede grasmat. Herinzaai is dan wenselijk. Bij herinzaai is de opbrengstpotentie voor de toekomst hoger vanwege de betere genetische eigenschappen van nieuwe grasmengsels.
Uit de BAS-rapportages over het 2e kwartaal van 2023 blijkt, dat veel bedrijf voldoende liquide middelen hebben, die het meeste opleveren wanneer ze ingezet worden voor rendementsverbetering, zoals bijvoorbeeld herinzaai of doorzaai van slecht grasland.
Het vernietigen van de graszode en het herinzaaien van een perceel betekent, dat je het betreffende perceel niet meer mag meenemen voor de ecoactiviteit “langjarig grasland”. Het is verstandig vooraf na te gaan wat hiervan de gevolgen zijn voor de hoogte van je ecopremie in 2023. Bij de herinzaai van een perceel blijft het perceel de komende jaren wel aangemerkt worden als blijvend grasland, waardoor het niet bijdraagt aan een daling van het areaal blijvend grasland in Nederland en houd je je areaal blijvend grasland op peil met het oog op de eventuele GVE-norm per hectare blijvend grasland.
Door nu te anticiperen op de wisselende weersomstandigheden van dit voorjaar is het op extensievere bedrijven mogelijk de gewonnen graskuil op een optimale manier om te zetten in melk en melkgeld en de ruime ruwvoervoorraad te benutten voor het verbeteren van de graslandopbrengst voor de komende jaren. Het blijft noodzaak om maximaal melk te produceren op basis van eigen gewonnen ruwvoer.
Op de intensievere bedrijven is het, meer dan in het verleden, noodzaak de ruwvoervoorraden aan te vullen om daarmee voor te sorteren op nieuwe periodes van droogte in de komende jaren.
Alfa helpt je graag bij het inzicht krijgen in de ontwikkeling van het saldo en de ruwvoeropbrengsten op je bedrijf, zodat je zelf tijdig de gewenste acties kunt ondernemen om tot het beste resultaat te komen.