Herald Aalderink
Bedrijfskundig adviseur
088 2532202 | haalderink@alfa.nl
16 oktober 2024 | Door: Herald Aalderink
Het jaar 2024 is in veel opzichten een bijzonder jaar. Na een nat voorjaar waarin met veel kunst-en-vliegwerk het gras werd ingekuild, volgde een zonnige zomer, waarin veel bedrijven werden geconfronteerd met een blauwtongbesmetting. De rode draad door deze seizoenen is de gespannen mestmarkt met oplopende prijzen voor de afvoer van mest. Op veel bedrijven worden de financiële gevolgen hiervan pas zichtbaar in het derde kwartaal. Hoe zorg je ervoor dat je hierdoor niet in de liquiditeitsproblemen komt?
Inmiddels zijn vrijwel alle BAS-rapporten over het 2e kwartaal uitgebracht en besproken. Uit de analyse, die we op basis van de resultaten hebben gedraaid, komt voor het gemiddelde bedrijf over de laatste 4 kwartalen een liquiditeitsmarge van 0,33 euro per 100 kg melk. Bij een gemiddelde melkproductie van circa 1,25 miljoen kg per jaar is dit een bedrag van ruim 4.000 euro. Dit bedrag is de toename van het beschikbare saldo op de betaal- en spaarrekeningen tussen 1 juli 2023 en 30 juni 2024. Een positieve ontwikkeling, zou je zeggen.
De vraag is of dit positieve verhaal de werkelijkheid weergeeft? Uit dezelfde analyse blijkt dat het gemiddelde bedrijf over de laatste 4 kwartalen 1,11 euro per 100 kg melk heeft betaald voor mestafzet. Uit de berekening van de werkelijke kosten voor mestvoer, waarbij is uitgegaan van een gemiddelde stikstofgebruiksnorm van 220 kg per hectare en een prijs voor afvoer van mest van 27,50 euro per ton, blijkt dat het gemiddelde bedrijf circa 2,82 euro per 100 kg aan kosten voor mestafvoer moet maken om het gehele mestoverschot af te zetten. Het verschil van 1,70 euro per 100 kg melk, 21.250 euro per bedrijf, moet nog worden betaald na 30 juni 2024. Wanneer je dit verschil zou verrekenen in het saldo op de bank, zou dit saldo met (21.250 euro - 4.000 euro=)= 17.250 euro zijn afgenomen.
De verschillen tussen de individuele bedrijven zijn erg groot, onder andere door een verschil in intensiteit en door grote verschillen in de regio. Het gemiddelde bedrijf heeft een intensiteit van circa 19.000 kg melk per hectare. Wanneer jouw bedrijf een intensiteit heeft van circa 25.000 kg melk per hectare, zijn de berekende kosten voor mestafzet circa 58.500 euro. Dat is dus 4,70 euro per 100 kg melk in plaats van 2,82 euro.
Zit je bedrijf in een regio waar de mestafvoer door het natte voorjaar laat op gang kwam, dan is het zeer waarschijnlijk dat alle kosten van opgehaalde of nog op te halen mest pas na 30 juni 2024 worden betaald. Dit betekent dat je voor een goed inzicht in je liquiditeitspositie niet alleen moet kijken naar de stand op de rekening-courant, maar ook naar het totaalbedrag van je onbetaalde en nog niet ontvangen facturen voor mestafvoer (in het voorbeeld hierboven circa 58.500 euro).
Het effect van onbetaalde en niet ontvangen facturen is nog groter in de regio’s waar de 1e snede pas in juni is ingekuild. Deze late eerste snede heeft geresulteerd in goed gevulde graskuilen en een forse rekening van de loonwerker, die waarschijnlijk ook na 30 juni betaald is.
Op basis van de geschetste ontwikkelingen verwachten we dat de liquiditeitspositie op veel bedrijven in het 3e kwartaal van 2024 fors daalt. Het effect van de hoge kosten voor mestafvoer wordt bovendien op veel bedrijven versterkt door de verminderde opbrengst van melk ten gevolge van de uitbraak van blauwtong.
Helaas is het in een aantal regio’s niet meer de vraag wat de afvoer van mest kost, maar of de mest überhaupt nog wordt opgehaald. Hoewel dit tot grote zorgen leidt bij de betreffende ondernemers, is het wel belangrijk om het gezonde boerenverstand te blijven gebruiken. Overschrijd dus niet doelbewust de stikstofgebruiksnormen door te veel mest op eigen land uit te rijden. De gevolgen hiervan, die pas op lange termijn zichtbaar worden, zijn waarschijnlijk groter dan de gevolgen voor de korte termijn.
Veel ondernemers moeten in de 2e helft van het jaar de aanslag inkomstenbelasting over het boekjaar 2023 betalen. Door de fors gestegen heffingsrente is het snel betalen van (voorlopige) aanslagen veel voordeliger geworden ten opzichte van enkele jaren geleden. Ook dit geeft extra druk op je liquiditeitspositie.
Melkveehouders die jaarlijks een grote hoeveelheid fosfaatrechten leasen, doen er goed aan om in het 4e kwartaal te beoordelen of deze strategie ook in 2025 nog de juiste is, wanneer de afroming op fosfaatrechten van 10 procent naar 30 procent gaat.
Een positieve ontwikkeling is het verloop van de melkprijs. De prijs laat al een aantal maanden een stijgende lijn zien en markanalisten verwachten dat deze stijgende lijn zeker doorzet tot het einde van het jaar. Een prijs boven de 0,60 euro per kg is daarbij niet onmogelijk. Neem deze ontwikkeling mee in zowel je fiscale planning als je liquiditeitsplanning.
In het 4e kwartaal maken wij onze jaarlijkse belronde om met jou een inschatting te maken van het verwachte fiscale resultaat over het lopende boekjaar en af te stemmen of hierin nog bijsturing moet plaatsvinden. In dit gesprek worden onder andere investeringsplannen besproken om te komen tot een optimale benutting van de Kleinschaligheid investeringsaftrek (Kia). Het is verstandig om je liquiditeitspositie goed in beeld brengen, voordat je besluit een (fiscaal gestuurde) investering te doen.
Inventariseren en monitoren
Maak een doorkijk naar de liquiditeit eind 2024 en heel 2025 met de volgende tips:
Concrete tips
Enkele concrete tips waarmee je je liquiditeit positief kunt beïnvloeden:
Om een periode met verwachte liquiditeitsdruk verantwoord te kunnen financieren, is het ook belangrijk om een rentabiliteitsverwachting voor de lange termijn te maken. En is er voldoende buffervermogen in je bedrijf aanwezig om een aanvullende financiering aan te kunnen trekken? Belangrijke aandachtspunten waarmee je het continuïteitsperspectief van je bedrijf centraal stelt!