Erika Bredewold - Ehlers
Belastingadviseur
088 2533003 | ebredewold@alfa.nl
31 mei 2018 | Door: Erika Bredewold - Ehlers
Al bijna een eeuw lang is het bedrijf gevestigd waar opa Hendrik in 1926 ook begon. En toevallig of niet, nog altijd zijn koeien en kippen het fundament. Opvallend in een tijd waarin gecombineerde bedrijven ver in de minderheid zijn. “Een stukje risicospreiding. Maar dat kan in de toekomst weleens gaan veranderen”, kondigt Henry Petter van Het Ommerkanaal meteen maar aan.
Met 240 melkkoeien, 20.000 opfokkuikens en 16.000 kippen voor vermeerdering zou hij er zijn handen aan vol hebben, maar Henry Petter heeft nog drie compagnons: zijn vrouw Annie, hun zoon Arie en Herman van Dijk. Die laatste twee nemen de melkveehouderijtak voor hun rekening. Daarnaast werkt hij met Johan en Ina Grootens samen voor de vermeerdering van kippen, op een andere locatie. “Ik hobbel overal een beetje tussendoor”, zegt Henry met de nodige zelfspot over de onderlinge taakverdeling. En zonder gekheid: “Elke maandagmorgen om half tien heb ik overleg met Arie en Herman over de veetak. Sommige dingen lopen voor je het weet uit de bol. Daarom overleggen we. Wat gebeurt er op het bedrijf? En wat staat er van de week op het programma?”
Overleggen. Het zou niet alleen aan het Ommerkanaal Oost moeten gebeuren, vindt hij. “We zouden als agrarische sector veel meer op één lijn moeten zitten. Varkenshouders, melkveehouders, geitenhouders: we zijn maar met zo weinig. Politiek gezien hebben we niks in de melk te brokkelen. Het is altijd net of wij als sector verkeerd bezig zijn. Iedereen praat tegenwoordig mee over onze schouder. De één wil dit, de ander dat. Je moet ernaar luisteren, maar het wordt je als boer onderhand wel onmogelijk gemaakt.”
Toch houdt hij van het vak, nog steeds. “Het mooie? Dat is dat je op allerlei manieren bezig kunt zijn met de dieren. Als boer ga je daarvoor. En van God hebben we een mooie aarde gekregen om te bewerken. Daar mogen we trots op zijn”, zegt Henry, die zich ook buiten het bedrijf laat zien: als bestuurslid voor waterschap De Vechtstromen, als ouderling (‘een goede bezigheid, maar ik ben er toch pas mee gestopt’) en als voorzitter van Plaatselijk Belang, als spreekbuis voor de gemeente.
Met een stal uit 2005 voor 250 koeien en 130 hectare grond (waarvan 100 in eigendom) ziet hij de toekomst nog altijd positief in. “Toch praten we regelmatig met Alfa over hoe het nu verder moet. Zoon Arie wil het bedrijf overnemen als ik in 2020 65 jaar wordt. We zijn gestart in 2015 en hebben een tijdspad van vijf jaar. Achteraf ben ik blij dat we zo vroeg zijn begonnen, want je komt wel heel veel beren op de weg tegen. Maar we hebben nog ruim twee jaar voor de bedrijfsopvolging.”
Onderdeel van de plannen is dat ‘K3 dan K2’ wordt, zoals Henry het zelf zegt: van de koeien, de kippen en de kuikens zullen de laatsten het veld ruimen. “Je moet keuzes maken met het oog op de rentabiliteit. Daar zijn we nog mee bezig. Maar een bedrijf als dit heeft zeer zeker bestaansrecht.”
Ook qua duurzaamheid is er al een voorschot genomen op de toekomst. “We gebruiken vooral groene stroom, er liggen meer dan 600 zonnepanelen op het dak. We zijn met een paar andere boeren bezig geweest met een biogasproject, maar dat bleek nu nog niet rendabel.”
De relatie met Alfa dateert nog uit de tijd dat er CBTB op het naambord aan de Zeven Alleetjes in Zwolle stond, weet Henry. “We hebben een superrelatie, Alfa en wij.
Pier-Gerlof Polstra heeft destijds mijn vader en mij begeleid bij de bedrijfsovername. Nu zit hij weer aan tafel nu ik het bedrijf wil overdoen aan Arie. Daarnaast neemt Jolte Pot ons de gecombineerde opgave uit handen. Ik vind het een verschrikking, hij vindt het leuk. Jan Kappers adviseert ons weer over de BAS-score en ondersteunt ook bij de overname. En voor alle dagelijkse vragen hebben we Erika Bredewold. Iedereen zegt altijd: je moet scherp zijn op je accountant. Het zal wel. Als die accountant tienduizend euro kost en er elfduizend oplevert, dan doe je het niet verkeerd.”