Helemaal thuis in West-Brabant: Gert van Adrichem, melkveehouder die kansen pakt

1 maart 2021 | Door:  Martin Klijn

Vijftien jaar woont hij inmiddels in Brabant. Maar Gert van Adrichem, voormalig melkveehouder in Berkel en Rodenrijs, durft wel te zeggen dat hij ook echt Brabander is. “De afgelopen drie dagen heb ik op het ijs gestaan. En als je dan ziet hoeveel bekenden je tegenkomt, dan zijn we wel goed ingeburgerd.” Te midden van de akkerbouwpercelen in West-Brabant heeft Gert met vrouw en drie kinderen een fors melkveebedrijf. Zijn formule? “Je moet de kansen pakken die er zijn.”

Op stal staan 245 melk- en kalfkoeien en 135 stuks jongvee, aan de Boerendijk 35 in Fijnaart. Daar hoort 140 hectare grond in eigendom bij, en nog eens 120 die hij los in gebruik heeft. In een maatschap met zijn vrouw en twee zoons runt Gert het bedrijf. “De jongens werken ook allebei nog buiten de deur. De één vijf dagen in de week, de ander drie. En dan hebben we nog iemand voor een leerwerktraject van drie dagen in de week. Het is goed te doen. Ik heb meer vrije tijd dan ooit. Vroeger had je het in je eentje met 70 koeien veel drukker dan nu. Als er dan iets aan de hand was stond je er alleen voor. Nu heb je altijd mensen om je heen.”

‘Vroeger’ is de tijd vóór 2005, toen hij met twee broers boerde in Berkel en Rodenrijs. “In 1996 is het bedrijf gesplitst, in 2005 zijn we verhuisd omdat we onteigend zijn. We wilden echter niet te ver van de streek vandaan. En ik zat op zware kleigrond met mijn bedrijf, dat wilde ik graag zo houden. Dan is het Noord-Holland of West-Brabant.”

De volgende generatie

Het werd Fijnaart, waar Gert een bestaand akkerbouwbedrijf overneemt en ombouwt naar een melkveebedrijf. Hij begint er met 90 koeien, bouwt een stal voor 150 koeien en maakt in 2013 een schaalsprong naar het aantal dat hij nu heeft. Het is een bedrijf waarmee de maatschap verder kan, concludeert Gert. “Ik zie dat aan het enthousiasme van de volgende generatie die klaar staat. Hoe het over vijf jaar is kun je niet voorspellen natuurlijk. Of dit ook het model is voor een rendabel bedrijf? Lastige vraag. Laat ik het zo zeggen: wij zijn kostprijsboeren. We werken heel scherp op de kostprijs. En we pakken de kansen die er zijn. Eén van de twee zoons zit in de agrarische dienstverlening, de ander in de aanleg van sportvelden. We hebben er een stukje loonwerk bij en op het dak liggen 2300 zonnepanelen waarmee we negen keer ons eigen verbruik opwekken. Dienstverlening, loonwerk en zonne-energie is ieder goed voor ongeveer vijf procent van de omzet. Maar de melkveehouderij blijft toch de grootste tak van sport.”

Hele slag gemaakt

Een tak die onder druk staat, erkent hij ook. Gert: “Sinds 1980 is het aantal melkkoeien in Nederland teruggelopen van 2,4 naar 1,6 miljoen. Daar hebben we al een hele slag in gemaakt. Wereldwijd is de Nederlandse melkveehouderij toonaangevend. In 2013 hebben we al een nieuwe stal in gebruik genomen met een emissiebeperkend stalsysteem, voor de ammoniakuitstoot. We zijn bezig de andere stal aan te passen. Dat moet van de provincie in 2024 maar wij proberen het al eerder voor elkaar te krijgen. Dat is ook weer een stukje innovatie. Als ik dan zie dat er in België, twintig kilometer hier vandaan, enorm aan het uitbreiden zijn zonder beperkingen, dan heb ik weleens het idee dat de kritiek op onze melkveehouderij ook een vorm van welvaart is.”

Weidegang

De koeien lopen bij de maatschap Van Adrichem zoveel mogelijk buiten. Ook dát heeft alles te maken met de kansen die hij graag pakt, zegt Gert. “Het is relatief meer arbeid, maar je haalt er voordeel uit doordat de koeien meer vers gras opnemen. Met weidegang zijn we nooit gestopt. De laatste jaren worden we zelfs steeds fanatieker. Iedere dag geven we de koeien een nieuw weitje. Na zes dagen zijn we dan weer terug bij het eerste stuk.”

Bedrijfsopvolging

Klant is de maatschap bij Alfa. “We zaten bij een kleiner kantoor dat steeds meer de feeling met de melkveehouderij verloor. Alfa zit helemaal in die melkveehouderij. We zitten er voor de algehele boekhouding en de jaarcijfers, maar het is uiteindelijk ook de bedoeling dat de jongens het bedrijf gaan overnemen. Bedrijfsopvolging in de land- en tuinbouw vraagt toch een heel specifieke expertise. Je praat over bedrijven met een heel grote kapitaalbehoefte en een relatief heel laag rendement. Hoe ga je daar sturing aan geven? De juridische herstructurering is iets voor Alfa.”