Stand van zaken rechtsherstel box 3
18 september 2024 | Door: Dick Leeuw
Op Prinsjesdag verschenen niet alleen veel belastingvoorstellen, maar er kwam ook een belangrijke brief van de staatssecretaris over het rechtsherstel box 3. Heb je namelijk een lager werkelijk rendement dan het wettelijke forfaitaire rendement behaald op je box 3 vermogen, dan krijg je de mogelijkheid om dit aannemelijk te maken (tegenbewijsregeling). Mogelijk krijg je daarna geld terug op je box 3-aanslag. In dit artikel lees je er meer over.
Wat ging er vooraf aan de brief rechtsherstel box 3?
De Hoge Raad heeft deze zomer in een aantal arresten uitgelegd hoe je het werkelijke rendement moet berekenen. Het was nog niet duidelijk wie nu gebruik mag maken van de tegenbewijsregeling. Ook waren niet alle details duidelijk over hoe het werkelijke rendement moet worden berekend. De brief van de staatssecretaris geeft meer helderheid over deze onderwerpen.
Wie kan gebruik maken van rechtsherstel
In de brief is aangegeven wie gebruik kan maken van het rechtsherstel met een tegenbewijsregeling. Per jaar is aangegeven wie gebruik kan maken van de tegenbewijsregeling. Voor de verschillende jaren geldt het volgende:
- Belastingjaren 2021 en later: iedereen kan gebruikmaken van de regeling
- Belastingjaren 2019 en 2020: hiervan kan je alleen gebruikmaken als je definitieve aanslag 2019 of 2020 op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond. Bovendien moet je een verzoek om ambtshalve vermindering indienen. Voor het jaar 2019 moet je dit verzoek doen voor het einde van dit jaar. Voor het jaar 2020 moet het verzoek voor het einde van 2025 worden ingediend;
- Belastingjaren 2017 en 2018: Voor deze jaren geldt hetzelfde als voor de jaren 2019 en 2020. De aanslag voor deze jaren mocht ook nog niet 24 december 2021 onherroepelijk vaststaan. Echter het verzoek om ambtshalve vermindering had al ingediend moeten zijn om gebruik te kunnen maken van de tegenbewijsregeling. Voor het belastingjaar 2017 had je het verzoek voor het einde van 2022 (2023 voor de aangifte over jaar 2018) moeten indienen.
Het invullen van het formulier opgaaf werkelijk rendement geldt als een verzoek tot ambtshalve vermindering.
Beantwoording openstaande vragen
Er waren nog vragen over de manier waarop het werkelijke rendement in verschillende situatie moet worden berekend. In de brief is hier kort samengevat het onderstaande over opgenomen.
- Eigen gebruik van onroerende zaken: Het eigen gebruik van onroerende zaken is een onderdeel van het werkelijke rendement. Dit betekent dat de economische huurwaarde van de woning(bijtelling) meedoet in de berekening van het rendement. Er lopen nog wel procedures bij de Hoge Raad over dit onderwerp. Dit standpunt van Financiën kan mogelijk nog wijzigen.
- Aan- en verkoop van woningen gedurende het jaar: De waardeontwikkeling van de WOZ-waarde van de woning wordt tijdsevenredig verdeeld tussen de verkoper en koper. Dit zorgt ervoor dat de waardeontwikkeling gelijk wordt verdeeld over het jaar, afhankelijk van de eigendomsperiode.
- Voorkoming dubbele belasting: De vermindering ter voorkoming van dubbele belasting wordt berekend met het werkelijke rendement. Dit betekent dat de vermindering wordt berekend met de verhouding waarin het werkelijke buitenlandse rendement deel uitmaakt van het totale werkelijke rendement.
- Toepassing schuldendrempel: De schuldendrempel wordt buiten toepassing gelaten bij het bepalen van het werkelijke rendement. Dit betekent dat de rente van alle schulden die jij in box 3 hebt aangegeven het werkelijk rendement verminderen.
- Toepassing vrijstelling groene beleggingen: Het werkelijke rendement wordt pro rata vrijgesteld naar de situatie op de peildatum van 1 januari. Dit betekent dat het werkelijke rendement van groene beleggingen wordt vrijgesteld, afhankelijk van de waarde op 1 januari. Bijvoorbeeld: bij een vrijstelling van 30.000 euro en op 1 januari 60.000 euro aan groene beleggingen, wordt bij jou 50 procent van het werkelijke rendement vrijgesteld.
Hoe nu verder?
De meeste vragen zijn nu beantwoord, dat is goed nieuws. In veel gevallen hoef je voorlopig geen actie te ondernemen om gebruik te maken van de tegenbewijsregeling, als die voordelig voor je is. Er zijn uitzonderingen, waar je wel al actie moet ondernemen.
Stond jouw aanslag inkomstenbelasting 2019 op 24 december 2021 nog niet vast, dan kun je gebruik maken van de tegenbewijsregeling. Je moet dan wel in actie komen, de Belastingdienst zal je infomeren hoe je jouw rechten veilig kan stellen.
De volgende stap wordt dat je een (digitaal) formulier met een berekening van je werkelijke rendement (als dat lager is dan het forfaitaire rendement) kunt inleveren. Levert de berekening volgens de tegenbewijsregeling een voordeel voor je op, dan krijg je een vermindering van je box 3-belasting. Het duurt nog wel even voordat je deze teruggaaf ontvangt. Er wordt geschat dat de afwikkeling van alle box 3-aanslagen en de tegenbewijsformulieren bijna twee jaar gaat duren.
Dit is het tijdpad dat in de brief staat:
- Het vaststellen van de definitieve aanslagen inkomstenbelasting 2021 t/m 2024 gebeurt in het vierde kwartaal 2025
- Het vaststellen van de verminderingen box 3 2017 t/m 2024 gebeurt in het tweede kwartaal 2026.
Tenslotte: de staatssecretaris gaat de wet aanpassen aan de arresten van de Hoge Raad, vóórdat er een heel nieuw box 3-stelsel kom. Deze nieuwe herstelwet voor box 3 zal volgens de brief van de staatssecretaris al ingaan op 1 juni 2025.