Ilona Koeling - Emmink
Secretaresse
088 2533157 | ikoeling@alfa.nl
24 juli 2018 | Door: Ilona Koeling - Emmink
Op z’n drieëntwintigste werd hij klantbeheerder. “Dat was best wel jong.” Dertig jaar later heeft Erik Nooteboom - inmiddels senior klantbeheerder agrarisch - een revolutie meegemaakt. “Op kantoor hadden we maar één computer.” Hoewel de digitalisering veel persoonlijk contact overbodig maakt, ziet Erik een kentering: “Je moet tegenwoordig steeds vaker bij de klant zitten.”
Dertig jaar is geen eeuwigheid, maar zo voelt het soms wel constateert Erik. “Tegenwoordig heb je twee computerschermen voor je neus. Toen ik hier in Zwolle kwam werken hadden we één computer voor het hele kantoor. Je hoefde nog net geen nummertje te trekken om erachter te mogen. Alles werd opgeschreven. De complete veeadministratie werd op grote A3-vellen bijgehouden. En dan moest je maar zien of het achteraf klopte. Ik ben weleens dagen op zoek geweest naar een ontbrekende koe in de administratie!”
Ja, digitalisering heeft een grote impact gehad. Veel persoonlijke contacten werden door computers overbodig. “Terwijl ik dat persoonlijke contact altijd heel belangrijk blijf vinden. Wat niet veranderd is, is dat we met Alfa nog steeds heel dichtbij de klant staan. Jij bent degene die alles weet van het bedrijf, je bouwt een vertrouwensrelatie op, je bent een vraagbaak. Het contact is alleen anders geworden. Je kijkt niet meer achterom maar naar de toekomst. Vroeger was het eenmaal per jaar de jaarrekening presenteren. Het maakte niet uit dat die cijfers een jaar oud waren. Nu wil een ondernemer realtime informatie en meerdere contactmomenten per jaar.”
Als 23-jarig ‘broekie’ monsterde Erik aan in Zwolle. “Dat was best wel jong. Tegenwoordig is de opleiding langer. Ik werd min of meer voor de leeuwen gegooid: ‘Ga er maar naartoe.’ Gelukkig had ik wel veel affiniteit met de agrarische sector, ik ben monsternemer geweest. Ik heb natuurlijk wel veel cursussen gedaan. Maar eigenlijk leer ik nog elke dag. Je moet open staan voor veranderingen.”
Ook de klant veranderde, constateert hij. “Het is zakelijker geworden. Vroeger vertrouwde een boer op de relatie die hij met jou had. Nu is het: ‘Je kunt wel zeggen dat het zoveel kost, maar is het ook zo?’ Je moet veel beter beslagen ten ijs komen. Vooral de jongere boer kijkt anders tegen de accountant aan. De boer is meer ondernemer geworden, de manager van zijn bedrijf.”
En toch: hij haalt nog evenveel voldoening uit het vak als in de beginjaren. “Het mooiste is om naast die klant te staan. Dingen oplossen, regelen, ontzorgen, mensen helpen. Daar haal ik het plezier uit.” Twijfel over de toekomst van het boerenvak heeft Erik totaal niet. “De schaalvergroting zal doorzetten. Wil je niet groeien, dan moet je stoppen of specialiseren om een ander inkomen te genereren. Daarvoor moet je creatief zijn. Maar dat zijn de meeste boeren wel.”
En de tsunami aan regelgeving die op de sector afkomt? Hij schudt het hoofd. “Daar kun je wel over blijven zeuren, maar het is gewoon zo. Een slager of een bakker moet ook aan allemaal regels voldoen. Het is de markt, de omgeving, die om regelgeving vraagt. Heb je het niet goed voor elkaar, dan ben je gewoon niet goed bezig.”
Eén ding is zeker, constateert Erik met een blik op komende jaren: “Het wordt een uitdagende toekomst waar veel op de agrarische sector afkomt. Daar willen we als Alfa graag onze klanten mee helpen en een bijdrage aan leveren. Hoe? Door snel te schakelen, vaker bij de klant te zitten, up-to-date cijfers te laten zien en een goede kwaliteit van dienstverlening te leveren.”