Elke dag verse zuivel, met dank aan Gebroeders Dunnink

4 mei 2021 | Door:  Marco Streefland

Ze zijn bekende verschijningen op de weg: tankauto’s die zuivelproducten van de boer naar de fabriek brengen. Tankwagens zoals die van de Gebroeders Dunnink uit Nieuwleusen. De twintig auto’s zijn verantwoordelijk voor het transport van koemelk, geitenmelk en halffabricaten. Niet alleen in Nederland, maar ook in België, Frankrijk en Duitsland.

Ruim dertien jaar is Gerard Dunnink ondernemer. Samen met broer Alex was hij werkzaam bij een transportondernemer. De kans om het melkvervoer over te nemen, grepen de twee met beide handen aan. “We begonnen met één auto. We wisten niet veel van het melktransport, we zijn min of meer in het diepe gegooid. We waren beiden transportplanner. Maar elk jaar kwam er een nieuwe auto bij”, schetst Gerard de opgaande lijn van het bedrijf. De enige dip in het succes is het overlijden van Alex in 2014 - de naam Gebroeders Dunnink is altijd gebleven.

Middelbare landbouwschool

Gerard is tegenwoordig vooral op kantoor in Nieuwleusen te vinden. Maar af en toe pakt hij z’n oude vak van chauffeur nog op. “Ik ben in 1987 als chauffeur begonnen voor een plaatselijk transportbedrijf. Ik had middelbare landbouwschool gedaan, maar eind jaren tachtig krabbelden we net op uit een andere crisis en was er weinig werk. Tijdens mijn schooltijd had ik al mijn rijbewijzen en mijn chauffeursdiploma gehaald, omdat ik toch heel graag wat wilde doen. Ik had ‘s ochtends mijn laatste schoolexamen, ‘s middags zat ik op de vrachtwagen. Als er een paar chauffeurs vrij zijn doe ik het ook weleens. Het is belangrijk dat ik zelf een beetje feeling houd met het vak.”

Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week gaan de zuiveltransporten door. Chauffeurs werken in diverse schema’s, waaronder vier dagen rijden, waarna ze dan vier dagen thuis zijn.

Totaal andere markt

Met twintig tankauto’s is het bedrijf actief voor een aantal vaste opdrachtgevers, van wie Farmel Dairy de grootste is. Door de spreiding van de activiteiten bij die opdrachtgevers komen de chauffeurs van Gebroeders Dunnink niet alleen in Nederland maar ook in de landen om ons heen. Gerard legt uit: “Dit is een totaal andere markt dan het melkvervoer voor bijvoorbeeld FrieslandCampina. Die hebben eigen fabrieken waar alle melk wordt gelost. De chauffeurs rijden om de paar dagen hetzelfde rondje. Onze opdrachtgever Farmel Dairy heeft contracten met fabrieken door heel Nederland en België. Vandaag vraagt een fabriek in het noorden van Nederland heel veel, morgen één in West-Brabant en overmorgen een andere in Limburg. Wij passen onze routes aan de vraag aan.”

Certificeringen

Het komt aan op het slim indelen van ritten, zegt Gerard. “Waar wij een stukje efficiency uit halen is dat we heel veel combineren. We gaan bijvoorbeeld met koemelk richting het zuiden en met geitenmelk of met een halffabricaat weer naar het noorden.” Per tankwagen vervoert Gebroeders Dunnink ruim 35.000 liter zuivel. Niet zonder slag of stoot, zegt Gerard. “Er hangen nogal wat certificeringen aan vast. Niet alleen voor de auto’s die voor het transport zorgen, ook voor de opslagtanks die we hier hebben staan. We hebben ook certificeringen voor de eigen reiniging. Alles hangt hier van de audits aan elkaar.”

Alfa

Voor het financiële reilen en zeilen van Gebroeders Dunnink doet Gerard al tien jaar een beroep op de Zwolse vestiging van Alfa. “Daar zijn we via een opdrachtgever terechtgekomen. En het bevalt nog altijd goed. Anders ben je ook geen tien jaar klant. Alfa doet voor ons ook de loonadministratie. Senior klantbeheerder Marco Streefland is eenmaal per maand hier op kantoor te vinden. Hij werkt dan de maandcijfers bij en zet alles klaar voor verdere verwerking. Dat vind ik belangrijk, dat je bijblijft. Je moet goed weten hoe de zaken lopen.”