Gijsbert Kamphorst
Senior bedrijfskundig adviseur
088 2533026 | gkamphorst@alfa.nl
3 september 2024 | Door: Gijsbert Kamphorst
Na twintig jaar bij de Rabobank te hebben gewerkt, stapt Gijsbert Kamphorst over naar het accountantskantoor waar hij ‘altijd al een goed gevoel over had’: Alfa. Bijna een jaar later kan hij alleen maar concluderen dat z’n gevoel hem niet in de steek heeft gelaten. “Leuke mensen, met wie je plezierig kunt samenwerken”, vat hij zijn collega’s in Zwolle samen. Daar is hij sinds 1 september vorig jaar in dienst, in de rol van senior bedrijfskundig adviseur. “Het zijn weleens lastige gesprekken die je moet voeren.”
Een beetje agrarisch bloed stroomt er wel door de aderen van Gijsbert. “Mijn moeder is afkomstig van een melkveebedrijf. Mijn oom die de boerderij runde was een vrijgezelle man. Hij had een kleine boerderij. Ongeveer vijfentwintig koeien in een ouwe stal. Als kind was het een mooi plaatje. Het was altijd mijn jeugddroom om het bedrijf over te nemen. Maar het zou wel heel lastig geweest zijn om er ooit een gezinsinkomen uit te halen.”
Hij kan er mee leven, dat het voor altijd bij een droom zal blijven zegt Gijsbert met een half lachje. “Ik kom nog op genoeg boerderijen.” Dat doet hij in een functie die hij pas een jaar heeft, maar wel grotendeels te vergelijken is met zijn vorige baan. Bij de Rabobank was hij Accountmanager Food & Agri, bij Alfa is hij senior bedrijfskundig adviseur. “Ik was toe aan een nieuwe uitdaging, in een nieuwe omgeving”, zegt hij er zelf over. “Bij de Rabobank zit je vooral aan het einde van het traject. Alles is al precies uitgedacht, er is alleen nog maar geld nodig. Nu zit ik meer aan de voorkant. Ik vind het mooi om vooraf met die klant te sparren. Wat wil de ondernemer precies bereiken? Je gaat veel meer met elkaar in gesprek. En dat vind ik interessant. Ik ben wel echt een klantenman. Iemand die graag bij een ondernemer aan tafel zit.”
Die nieuwe uitdaging is eigenlijk maar half-nieuw. Want in zijn rol bij de Rabobank kent hij Alfa al veel langer. “We werkten altijd prettig samen als ik met collega’s van Alfa te maken had. Ik had er een goed gevoel over. Ook de manier waarop Alfa zich presenteerde op social media sprak mij aan. Het gaf een beeld van een organisatie die op mensen is gericht. Dat goede gevoel heeft mij zeker geholpen om deze stap te zetten. Je hebt toch twintig jaar wortel geschoten in een heel andere organisatie. Voor mij persoonlijk was het wel even omschakelen.”
Na bijna een jaar kan hij zeggen dat zijn ‘inburgering’ in Zwolle meer dan geslaagd is. “Het zijn leuke mensen, met wie je plezierig kunt samenwerken. Ik merkte het al tijdens het sollicitatiegesprek. Het was een fijn, open gesprek, en ook echt gericht op de mens.” Als adviseur voor de agrarische klanten is het echter niet elke dag feest, erkent hij ook. “Je hoort weleens trieste verhalen, van mensen die financieel gezien zwaar zitten. Dat zijn lastige gesprekken. Je wilt toch mensen een toekomstperspectief voorspiegelen. En dat betekent dat je weleens moet zeggen: wat je nu wilt, dat kan eigenlijk niet.” Toch ziet hij zelf dat perspectief wel degelijk. “Als we door deze fase heen zijn, is er toekomst. Die toekomst kan heel divers zijn. Met bedrijven die verbreden, met bedrijven die zich specialiseren. Ik zie ook zeker toekomst in het familiebedrijf in de sector, met meewerkende gezinsleden.”
Ook thuis in IJsselmuiden is Gijsbert zo’n ‘meewerkend gezinslid’, lacht hij zelf. “We hebben vier kinderen, van negentien, achttien, vijftien en twaalf. Ik voel me weleens een taxibedrijf als ik ze weer naar vrienden of een feestje moet brengen!” Al staat hij dan wel weer met plezier langs de lijn bij IJVV, waar de jongste van de drie zoons voetbalt. “Ik vind het leuk om betrokken te zijn bij het team. En sport is wel iets dat mij interesseert. Ik heb zelf ook jaren gevoetbald. Ik kon op meer plekken uit de voeten, maar ik was toch vooral allrounder. Iemand die het overzicht bewaart, en dan de beslissende pass geeft.” Aha, dat zou een mooie metafoor zijn voor het werk van een agrarisch adviseur. “Ja, ik zei pas ook tegen iemand dat ik meer kon genieten van die beslissende pass geven dan van een doelpunt maken!”