Wilma Gomarus
Directeur
088 2533071 | wgomarus@alfa.nl
2 december 2019 | Door: Wilma Gomarus
“Toen ik begon had ik nooit de ambitie om een ondernemer met veertig man personeel te worden”, zegt Arend-Jan Horst. De eigenaar van AKROH Industries zegt het met enige zelfspot. Want aan de Ampèrestraat in Zwolle is de personeelsteller inmiddels lang en breed voorbij de zestig. En in meer dan vijftig landen over de hele wereld zijn de kunststof en halsbandproducten van AKROH Industries al te koop.
Het leverde Arend-Jan en zijn medewerkers eerder dit jaar een eervolle vermelding op: die van een van de 250 snelst groeiende bedrijven in ons land. Het is nog maar acht jaar geleden dat hij het bedrijf begon, met zes machines en vier personeelsleden. Ondernemer was Arend-Jan al langer. “In 2000 heb ik met mijn broer en mijn neef HORKA overgenomen, het bedrijf van mijn vader en opa. Zij waren ondernemer in ruitersportartikelen. Maar in 2011 kwamen we tot de conclusie dat het beter was om het bedrijf te splitsen. Ik ben verder gegaan met de productie van spuitgietartikelen, wat toen nog maar een heel klein onderdeel was.” Die spuitgietartikelen waren er gekomen toen HORKA zelf aan de slag ging met de productie van kunststof helmschalen voor ruiters.
Alleen de naam AKROH (HORKA, maar dan andersom) herinnert nog aan zijn vorige ondernemersbestaan. Want met AKROH Industries produceert hij een breed assortiment aan kunststof en webbingproducten (zoals halsbanden en halsters). “De focus ligt op dit moment op producten voor de agrarische sector. Artikelen voor melkveehouders en voor fabrikanten van melkrobots bijvoorbeeld. Maar ook in andere branches zijn we goed bekend, zoals de auto-industrie met onze (bedrukte) kentekenplaathouders en trekhaakdoppen. Daarnaast staan we altijd open voor nieuwe productideeën.”
Kunststof producten: je zou zeggen dat China die goedkoper kan maken. Arend-Jan: “In China en India zijn inderdaad ook soortgelijke producten te koop. Maar wij leveren een heel stuk sneller. Als je iets in China bestelt, ben je vijf maanden verder. Het is vaak veel te duur om het met het vliegtuig te transporteren. Bestel je de producten bij ons, dan heb je ze binnen twee weken. Als het moet gaan we ‘s nachts door. Je moet service leveren, kwaliteit bieden. Die afnemer van ons wil geen gezeur, die wil door met zijn bedrijf. Dat wil niet zeggen dat wij nooit een fout maken. Maar wij zetten ons in om die altijd goed op te lossen en dan ligt de weg weer open.”
De voormalige mts-student werktuigbouwkunde heeft nog maar zijdelings te maken met z’n eigen vak. “Ik vind dat wel het leukste: nieuwe producten bedenken, uitzoeken waar een klant behoefte aan heeft, kijken waar we grondstoffen vandaan kunnen halen. Ik werk liever in het bedrijf dan áán het bedrijf. Het is ook mijn ambitie om weer meer bezig te gaan met het vak. Je ziet het vaker bij een groeiend bedrijf, dat een vakman moet gaan managen. Dit doe ik met plezier, maar ik krijg uiteindelijk toch meer energie van klantcontact en het maken van mooie producten.”
Als producent van kunststoffen heeft ook AKROH Industries te maken met de groeiende weerstand tegen het gebruik van plastic. “Dat is iets waar wij elke dag mee bezig zijn. Met energiebesparing, met de optimalisatie van processen. Producten die worden afgekeurd vermalen we tot kleine stukjes die kunnen worden hergebruikt. Daardoor hebben we hier eigenlijk geen afval. We proberen ook wel producten terug te halen van klanten, maar dan is de afstand vaak een probleem. Als er geen verdienmodel is houdt het op. Dan komt het wel weer in de afvalketen in Duitsland, Frankrijk of Spanje terug. Elk product heeft een code. Natuurlijk probeer je er op te letten als je een nieuwe machine koopt. Maar energiebesparing moet je als ondernemer helaas ook bekijken vanuit het perspectief van kosten/baten.”
Al sinds de start van AKROH Industries zit Arend-Jan aan tafel bij Alfa, voor alle financiële aangelegenheden. “Omdat Alfa voor mij een goede sparringpartner op allerlei terreinen is. Alfa denkt mee met veel verschillende dingen waar ik me als ondernemer mee bezig hou, zoals een financiering of een subsidie. Vooral die proactieve houding waardeer ik. Het is niet dat ik Alfa elke dag nodig heb, maar een paar keer per jaar overleggen we toch wel om alle zaken door te nemen.”