Van school gestuurde Jeen Bruinsma is succesvol met Tulip Expression
1 maart 2021 | Door: Henk de Raad
“Je bent net te vroeg”, is het antwoord van Jeen Bruinsma op de logische beginvraag, of zijn bollen de Siberische kou van februari hebben overleefd. Met echtgenote Wilma is Jeen tulpenteler in Creil. In ruim twintig jaar tijd is Tulip Expression gegroeid naar 45 hectare, en nog eens 18 hectare op contract. In de wintermaanden teelt hij bloemen in de eigen kas. Met plezier, dit jaar: “De bloemen zijn nog nooit zo vroeg in het jaar zo duur geweest!”
Dat was een jaar geleden wel anders, weet Jeen zich nog te herinneren. “Vorig jaar, met die eerste lockdown, heb ik anderhalf miljoen bloemen weg moeten gooien. Afgelopen zomer heb ik weleens gedacht: vind ik het nog wel leuk? Dat heb ik in al die jaren daarvoor nog nooit gehad. Ik zit als een vis in het water. Ons boekjaar loopt van mei tot mei. Als je dan in de laatste maand van het boekjaar alles uit je handen ziet glippen, is dat frustrerend.”
Milde winters
De onverwachte vorstperiode lijkt niet voor grote problemen te gaan zorgen. Jeen: “Voor de vorstperiode stonden de vroege soorten al met een puntje boven de grond. Kijk, een tulp kan prima tegen de vorst, maar hij vindt het nooit leuk. We hebben best een paar milde winters gehad. Een jaar of drie terug vroor het in maart nog tot min tien. Toen was het gewas al veel verder. Nu hielp die sneeuw erop wel een klein beetje.”
Van school gestuurd
Zonder werk zaten Wilma, Jeen en hun vier vaste arbeidskrachten niet. In de kas teelt hij ook nog tulpen. Het is het werk dat hij al veertig jaar doet. “Toen ben ik van school gestuurd”, lacht hij, “met de boodschap om maar wat anders te gaan proberen. Ik ging aan de slag bij een bedrijf dat groenten en bloemen teelde. Ik kom wel uit een agrarische familie, mijn vader was ambtenaar polderpionier Zuid-Flevoland. Mijn grootouders hadden allebei een melkveebedrijf. Melkveehouder was ik ook graag geworden. Maar het is lastig om van niks een bedrijf te beginnen.”
Hij heeft geluk: na een jaar buitenland wordt het bedrijf waar hij werkt hem te koop aangeboden. Jeen en Wilma beginnen met dertien hectare tulpen en anderhalve hectare lelies. “En zo ga je een bollenkraam opbouwen waar rendement op zit. Het gaat met horten en stoten, met vallen en opstaan. Mijn bollen zijn niet veel beter dan die van een ander, maar ook niet slechter. Als ze ietsje zwaarder en gezonder zijn, doe je het goed.”
Bedrijfsopvolging
Met een zoon en een dochter zijn er potentiële bedrijfsopvolgers aan boord. Jeen: “Maar serieus is het nog niet. Onze zoon heeft weleens gezegd een agrarische opleiding te willen volgen, onze dochter doet mechatronica. We hebben de laatste jaren bewust geprobeerd ze een beetje buiten het bedrijf te houden. Nu zijn ze er alle dagen. De kinderen zijn 16 en 19 jaar en helpen nu bijna altijd mee. Ze moeten zelf maar die keus maken. Het is geen familiebedrijf, er spelen hier geen sentimenten. Het zou leuk zijn als een van de twee ja zegt, of samen. Ik gun het ze ook. Het is een prachtig vak, bollen telen. Maar er komt een hoop bij kijken. En het ondernemersklimaat lijkt er niet vriendelijker op te worden.”
Duurzaamheid
Het gesprek komt op duurzaamheid. “Ik hoop dat mijn kinderen ook kunnen leven in een wereld waarin het goed toeven is. En ik ben het ermee eens dat we daar met z’n allen voor moeten zorgen. Maar als ik zie hoe de agrarische sector in Nederland onderneemt in vergelijking met andere landen: dan zou elke ondernemer hier per definitie gecertificeerd moeten zijn. Maar ik kan de wereld niet veranderen. Of ik raak gefrustreerd, of ik probeer mijn weg daarin te vinden.”
Niet dat Jeen de toekomst somber in ziet. “Toen ik als jongen van twaalf of dertien bij die tuinder ging werken, werd de natte grondontsmetting verboden. Iedereen zei meteen: dan kunnen we wel stoppen. Maar er worden in de Noordoospolder nog steeds tulpen geteeld.”
‘Ik ben geen boekhouder’
Alfa is zijn accountant. Het is niet het eerste accountantskantoor waar Tulip Expression ervaring mee heeft. “Maar die vorige accountant werd duurder en leverde niet het gewenste resultaat. Toen viel er een keer een folder binnen van Alfa, net op het moment dat wij aan iets nieuws toe waren. We hebben hen benaderd. Na drie, vier uurtjes met Alfa aan de keukentafel stond de boel op de rails. Kijk, ik ben bollenteler, geen boekhouder. Ik kan best sommetjes maken. Maar de administratie is niet mijn ding. Ik heb die geprobeerd die regelingen voor corona een beetje bij te houden. Maar halverwege dacht ik elke keer: wat stond er ook alweer? Daar staat je hoofd niet naar. Ik ben blij dat er een partij is die ons financieel en boekhoudkundig up-to-date houdt en mij van die frustraties af helpt.”