Natuurvergunningen blijvend als natuurwaarden niet verslechteren
25 oktober 2021 | Door: Bert Lowijs
Milieuorganisaties gaan natuurvergunningen verder onder de loep nemen. Latente ruimte kan niet zonder meer worden afgepakt. Maar als er aantoonbaar sprake is van verslechtering van de natuurwaarden kan de provincie ingrijpen.
Latente ruimte
Uit een recent artikel in Nieuwe Oogst valt op te maken dat milieuorganisaties zich in juridische procedures gaan richten op latente ruimte in natuurvergunningen. Latente ruimte is een deel van de vergunde ruimte dat (nog) niet wordt gebruikt of is gerealiseerd. Een deel van de verleende natuurvergunningen bevat om uiteenlopende redenen latente ruimte.
Een vergunninghouder heeft in beginsel het recht om latente ruimte in de natuurvergunning alsnog te benutten. Als voorwaarde geldt dat benutting moet plaatsvinden zoals de vergunning dat voorschrijft. Hoe is de situatie als vergunninghouder de latente ruimte op een andere wijze wil invullen?
Beoordeling
Een andere invulling geven aan de latente ruimte in de natuurvergunning betekent dat een nieuwe beoordeling van de effecten moet plaatsvinden. Wat is in dit geval het uitgangspunt voor deze beoordeling? Volgens vaste rechtspraak is hierbij de eerder vergunde situatie het uitgangspunt en niet de feitelijke (voor een deel niet gebruikte/gerealiseerde) situatie. Met andere woorden: alle vergunde rechten, al dan niet gebruikt, mogen worden ingezet.
Ingrijpen op vergunde rechten
Betekent vorenstaande dan dat het bevoegd gezag niet kan ingrijpen op vergunde rechten? Recente rechtspraak zegt hierover in het kort het volgende. Als ten gevolge van vergunde activiteiten de natuurwaarden door bijvoorbeeld stikstofdepositie dreigen te verslechteren, kan de provincie de natuurvergunning intrekken of wijzigen. Dit is het geval als er geen zicht is op de uitvoering van een pakket van maatregelen dat gericht is op de daling van stikstofdepositie én intrekking of wijziging wel binnen afzienbare termijn tot relevante verbetering kan leiden.
Vergunde situatie als uitgangspunt
Samengevat kan op basis van de huidige rechtspraak worden gesteld dat de vergunde situatie uitgangspunt is bij de beoordeling van de effecten van een wijziging van de natuurvergunning. Verder kan het bevoegd gezag een natuurvergunning intrekken of wijzigen als blijkt dat hierdoor een verdere verslechtering van natuurwaarden wordt tegengegaan én er geen andere maatregelen (kunnen) worden uitgevoerd om dit te voorkomen. Hierbij wordt opgemerkt dat bij intrekking of wijziging altijd een belangenafweging moet worden gemaakt, waarbij óók de belangen van de vergunninghouder meewegen.
Heb je vragen over je vergunningen? Neem dan contact met ons op, met ruim 30 kantoren zijn we overal dichtbij.