Lieke Eerbeek
Strategisch adviseur
088 2531760 | leerbeek@alfa.nl
28 mei 2019 | Door: Lieke Eerbeek
Vier dagen per week werkt hij nog als monteur van landbouwmachines. Daarnaast heeft Pieter-Jan van Kesteren nu een nieuw beroep: dat van kaasmaker. Samen met zijn jongere broer Cornelis breidde hij vorig jaar het ouderlijk bedrijf met negentig koeien uit met een kaasmakerij. “Het doel is om een unieke kaas te produceren die goed in de markt ligt.”
Om half negen ’s avonds schuiven we aan voor het gesprek met Pieter-Jan van Kesteren. “We beginnen ’s ochtends om een uur of zes, half zeven met koeien melken. Daarna ga ik naar m’n werk als monteur. Cornelis is metselaar, vier dagen in de week. En als we thuiskomen, is er ook altijd wel wat te doen op de boerderij.”
Die boerderij staat in Molenaarsgraaf, aan de Kweldamweg middenin de Alblasserwaard. Vader Van Kesteren neemt de verzorging van de negentig koeien op zich als de twee zoons buitenshuis zijn. Sinds 2016 maken Pieter-Jan en Cornelis deel uit van de firma Van Kesteren-Verwijs. “Wat voor ons de uitdaging is, is om nieuwe markten te zoeken. Om manieren te vinden om onze producten beter weg te zetten. Kijk, iedereen wil graag groeien. Maar wij willen het liever zoeken in verbreding.”
Die verbreding heet kaas. “Cornelis leek het een leuke aanvulling. Hij kende het proces van het kaasmaken al een beetje.” In 2016 kwam er een nieuwe ligboxenstal te staan. De oude stal is vorig jaar verbouwd tot kaasmakerij. En dan begint het moeilijkste stuk: het eigenlijke kaas maken onder de knie zien te krijgen, weet Pieter-Jan inmiddels. “Want kaas maken is écht lastig. Cornelis heeft bij een paar adressen meegelopen. Het geheim van een kaas zit in het unieke recept en bereidingswijze, die op iedere boerderij weer verschillend zijn.”
Er zit maar één ding op, weet hij inmiddels: het vak leren met vallen en opstaan. “We hebben ook wel begeleiding gehad van een adviseur. Maar het is toch vooral veel doen. Voordat we een goede kaas kunnen maken, verwachten we twee jaar nodig te hebben. Dan hopen we een stukje ervaring te hebben opgebouwd. Het doel is om een unieke kaas te produceren die goed in de markt ligt.”
De twee ‘doeners’ gaan experimenteren in de verbouwde stal, die vooral dankzij veel zelfwerkzaamheid lang niet het bedrag kost dat normaal staat voor de investering in een professionele kaasmakerij. Zuivelmachines werden aangekocht, het verbouwen doen de twee broers zelf: van het storten van de vloer en het metselen van muren tot het leggen van de leidingen.
Een jaar verder – en dus halverwege het leertraject – is er voorzichtig reden tot optimisme. Er worden nu Goudse boerenkazen (12 kilo per stuk ) geproduceerd, goed voor de helft van de eigen melkproductie. “We willen graag nog wat uitbreiden. Maar alles stap voor stap. Onze kaas is nu nog een gemiddelde kaas. We doen het nog maar zo kort. Wat er nog beter aan kan? De smaak. We voeren onze koeien hoofdzakelijk gras. Dat proef je aan de kaas. Die is daardoor een stuk zachter, romiger en voller van smaak. Om die reden proeven we regelmatig een stukje van andermans kaas. Normaal een kaas eten kunnen we niet meer. Je bent altijd aan het proeven”, lacht Pieter-Jan.
Ook Alfa speelt een rol op de boerderij. “We zijn al meer dan twintig jaar klant. We zijn heel tevreden over Alfa. Het gaat super. Tot tweemaal toe heeft Alfa een ondernemingsplan geschreven: eerst voor de nieuwe stal, toen voor de investering in de kaasmakerij. Maar ook voor een Gecombineerde Opgave en dergelijke kunnen we bij Alfa terecht. We krijgen bij Alfa een goed advies. En ze denken echt met ons mee.”