Een hoge inflatie, nauwelijks of een negatieve rente op je spaarrekening en dan ook nog belasting betalen?

04-01-2022 | Door:  Franklin Warlich

Huh?! is het voor jou nu ook menens?

Dan is het nu tijd voor actie. Het nieuw jaar is sowieso een trigger voor goede voornemens. Voor wie stappen wil ondernemen om zijn of haar vermogen te beschermen, is dit artikel dan ook geschreven.

Inflatie

Na een lange tijd van afwezigheid is het inflatiespook inmiddels opgedoken, en hoe! Consumentengoederen en -diensten waren in november 2021 5,2 procent duurder dan een jaar eerder, meldt het CBS. De inflatie in november was de hoogste na september 1982. Hetgeen je met je euro kunt kopen, zal over een paar jaar veel minder zijn dan nu. Inflatie wordt dan ook de onzichtbare belasting genoemd, de enige belasting die opgelegd kan worden zonder daarvoor een wet aan te nemen (Milton Friedman).

We hadden enerzijds al te maken met gelddrukkende centrale banken, protectionisme en een wereldwijde bevolkingsgroei met een stijgende welvaart. Waarna door Corona de bottlenecks in de logistieke ketens zijn blootgelegd met tekorten op het gebied van bijvoorbeeld grondstoffen, onderdelen en computerchips. Maar nu blijkt ook dat langzamerhand de effecten voor sociale welvaart en zogenaamde “externaliteiten” zoals milieuverontreiniging en klimaatverandering in de prijzen worden verdisconteerd. Dit was tot voor kort nauwelijks het geval.

Al wordt in de Verenigde Staten nu serieus gekeken naar het verhogen van de rente, de gemiddelde spaarder krijgt (bijna) niets meer voor zijn spaargelden. Integendeel, boven een bepaald bedrag geldt bij veel banken een negatieve rente van 0,5%.  Naast het feit dat de Federal Reserve en de ECB op grote schaal bedrijfs- en overheidsschulden hebben opgekocht, hebben zij de beleidsrentes extreem laag gemaakt.

En als klap op vuurpijl, worden spaargelden in veel gevallen op dit moment per saldo nog belast op basis van een relatief hoog forfaitair rendement.

Hoe zit dat?

Tot en met 2016 werd in box 3 nog belasting geheven over een vast “risico-arm” rendement van 4%. Toen dat rendement niet meer voor iedere vermogensbezitter haalbaar was, heeft de wetgever de wet aangepast. Sinds 2017 worden belastingplichtigen aangeslagen over een gefingeerde vermogensverdeling.  Wie een klein vermogen heeft, wordt verondersteld 1/3 gedeelte te beleggen in “andere beleggingen” met een relatief hoog verondersteld rendement van 5,69% in 2021 (en 2/3 gedeelte in spaargeld met een rendement van 0,03%).  Wanneer het vermogen  groter is, in de tweede schijf, veronderstelt de wetgever dat je voor 79% belegt, en in derde schijf wordt zelfs verondersteld dat je alles belegt tegen een rendement van 5,69% en je niets in spaargeld alloceert.

Echter, van een forfait mag worden verlangd dat deze in redelijke mate de werkelijkheid benadert.

Dit is echter in veel gevallen niet aan de orde. Integendeel. De regeling die sinds 2017 geldt, heeft tot gevolg dat de bepaling van het belastbare inkomen in veel gevallen juist niet meer aansluit bij de werkelijke opbrengst. Tevens houdt deze aangepaste regeling geen rekening met de eigen keuze van de belastingplichtige voor zijn of haar beleggingsmix.

Iemand die bijvoorbeeld alleen spaart, zal momenteel een zeer laag rendement behalen. Omdat het forfaitaire rendement is opgebouwd uit een deel spaarrendement en een deel beleggingsrendement, zal zijn of haar forfaitaire rendement hoger uitvallen dan zijn of haar feitelijke rendement. Zit je in de laagste vermogensschijf, en realiseer je een spaarrendement van 0,5%, dan is je feitelijke belastingdruk 112% (tarieven 2022). Zit je in de middelste vermogensschijf, dan is je feitelijke belastingdruk 270%, terwijl de druk in de hoogste schijf dan maar liefst 342% bedraagt. Als we rekening houden met negatieve rente en inflatie zijn de cijfers nog veel dramatischer.

Arrest van de Hoge Raad

Indien het forfaitair voordeel hoger is dan je werkelijk rendement, leidt dit volgens de Hoge Raad in haar arrest van 24 december 2021 dan ook tot belastingheffing die in strijd is met het Europees Recht. Bepalingen die in strijd zijn met het Europees Verdragenrecht, mogen niet worden toegepast (art. 94 Grondwet).

De Hoge Raad zag voor de belastingjaren t/m 2016 in haar eerdere arrest van 2019 echter geen mogelijkheid om de genoemde strijdigheid te herstellen en liet dit over aan de wetgever (“rechter moet niet op de stoel van de wetgever zitten, trias politica”).

In haar arrest van 24 december 2021 biedt de Hoge Raad inmiddels wel rechtsherstel!

Als een voordeel uit sparen en beleggen in de heffing wordt betrokken dat hoger is dan het werkelijk rendement, moet de box 3 heffing worden berekend over het (lagere) werkelijk rendement, aldus de Hoge Raad. Het is dan wel zaak dat je tijdig bezwaar maakt of heb gemaakt.

De Hoge Raad neemt als het ware een voorschot op het nieuwe coalitieakkoord waarbij er (pas) in 2025 een nieuw box 3 stelsel op basis van reëel rendement zou worden ingevoerd (en let op, volgens de tekst van het coalitieakkoord inclusief waardeontwikkeling!?).

Vóór het recent arrest van 24 december 2021, waren overigens ook alternatieve fiscale routes mogelijk, die wel meer afstemming vereisten met bijvoorbeeld een fiscalist. Deze alternatieve routes kunnen overigens nog steeds lucratief zijn.

 “Andere opties” 

Ergo, is je werkelijke rendement lager dan voor forfaitair fiscaal van toepassing is, dan is het maken van bezwaar of zijn “andere opties” het overwegen waard!  De “andere opties” refereren naar maatwerk tezamen met een fiscalist of financieel planner.

En dan doel ik niet alleen op maatwerk op het gebied van de fiscaliteit. Ook acties of gesprekken tot het voorkomen van negatieve rentes, spreiding van vermogen of het maken van een financieel plan kunnen al helpen tot verhoging van je (netto) rendement. Voor mensen die voor de lange termijn vermogensopbouw willen realiseren, zijn er diverse mogelijkheden. Sparren over bijvoorbeeld financiële planning of over het pallet aan mogelijkheden zoals indexfondsen, vastgoed(fondsen), vermogensbeheer tot de aanschaf van energiebesparende investeringen, en zelfs over bitcoins of ander cryptogeld (of juist niet?) kan leiden tot een meer gefundeerde keuze.

Veel pensioenfondsen hebben inmiddels hun kapitaalposities meer immuun gemaakt voor het inflatierisico. Wil je dat ook,  dan is het niet verstandig om al het geld voor de lange termijn op rente (spaargeld) te zetten, én is het in het algemeen dus wel verstandig om nu tot actie over te gaan danwel om hierover na te denken.

Maar let wel, met de oplopende inflatie, risico’s en kosten van vermogensbeheer is het van belang dat een ieder – nog meer dan vroeger – goed geïnformeerd is. De zojuist genoemde facetten hebben namelijk een grote impact op vermogensvorming op langere termijn. De reflex om meer risico te nemen is dichtbij. Het gevaar dreigt dat je risicovolle stappen onderneemt zonder de juiste informatie.

En dat is dan ook weer niet de bedoeling. Kom dus gerust een kop koffie drinken!